direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Oud Borne
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Ontstaansgeschiedenis

Borne

Borne maakt deel uit van de dekzandgebieden, bestaande uit een afwisseling van hoog gelegen stuwwallen en dekzandkoppen en lager gelegen beekdalen van de Bornse beek en de Azelerbeek. De kern Borne ligt op zo'n uitloper van de stuwwal. De oudste vondsten dateren uit de periode tussen 6000 en 2000 voor Chr., de Midden en de Jonge Steentijd. De eerste bewoners van de streek waren jagers/ verzamelaars die in het gebied rondtrokken. Van deze groepen zijn alleen vuurstenen gebruiksvoorwerpen teruggevonden. Rond 400 voor Chr. doet de landbouw zijn intrede. Van de landbouwers zijn naast vuurstenen gebruiksvoorwerpen, ook resten van aardewerk teruggevonden. Ook in de daarop volgende perioden heeft de mens in het gebied gewoond; er is dan ook sprake van een continue bewoning. Ten westen van Borne is een urnenveld bekend, een grafveld uit de Bronstijd en Ijzertijd. Op de Zuid Esch zijn sporen aangetroffen van een Germaanse nederzetting uit de Romeinse tijd (2e/3e eeuw na Chr.) En bij opgravingen op de Stroom Esch zijn resten van een archeologische nederzetting gevonden uit de tijd van Karel de Grote (Karolingische tijd), circa 750-800 na Chr.

In de late middeleeuwen ontstaan er grote en kleine akkerbouwcomplexen, de essen. Doordat de mens de gronden door middel van plaggenbemesting verrijkte, zijn deze gronden in de loop der tijd opgehoogd. De mensen bouwden hun huizen aan de rand van de es. Op een aantal plaatsen is dit nog zichtbaar. In de late middeleeuwen lieten de lokale machthebbers versterkte huizen en kastelen bouwen. In Borne is daarvan nog een aantal bekend, zoals de Hondeborg ten westen van Borne, de havezate Weleveld en het Grotenhuis.

Oud Borne

Oud Borne is op 17 oktober 1991 aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988. In de toelichting op het besluit tot aanwijzing van Oud Borne tot beschermd dorpsgezicht wordt de ontstaansgeschiedenis en de verdere ontwikkeling van deze kern op een heldere wijze beschreven. Deze beschrijving is daarom onderstaand integraal overgenomen.

"Borne is van oorsprong een agrarische nederzetting waarvan de basisstructuur vermoedelijk in de Karolingische Tijd (800-1000) na Christus is ontstaan. De oudste nederzettingen bestonden toentertijd aanvankelijk uit enkele boerderijen gelegen in een stuk ontgonnen bosgebied. De eerste akkers zijn dicht aan de hoeve grenzende percelen land, huiskampen genaamd. Over het algemeen liggen de oudste elementen in de overgangszone van hogere naar lagere gronden, op hellend terrein. Natuurlijke condities zijn hier optimaal: zowel voor de waterhuishouding van de akkers als voor de winning van drinkwater.

Na de fase van bedrijven met een beperkt areaal akkerland in de vorm van huiskampen vindt in de 12e en de 13e eeuw een verschuiving plaats naar een type bedrijf waarbij een veel grotere oppervlakte akkerland, de zogenaamde escomplexen, worden gebruikt. Verschillende wegen leiden naar het dorp teneinde de hooilanden, de heidevelden en de essen met de nederzetting te verbinden. Op deze wijze ontstaat een spinnewebachtige plattegrond, die karakteristiek is voor veel oude esnederzettingen. Op de plaats waar deze 'toeleveringswegen' bijeenkomen, ontstonden open ruimten, brinken genaamd, als verzamelplaats voor het vee. Het zijn tevens de gemeenschappelijke ruimten met een centrale functie voor de hele buurtschap.

Naast en tijdens bovenbeschreven ontwikkeling speelt ook de hof van Borne een rol in de ruimtelijke ontwikkeling van de nederzetting. Aanvankelijk is deze rol gering maar later is zij indirect een van de oorzaken van de opkomst van de textielindustrie in Borne. De hof, mogelijk in de 10e of 11e eeuw ontstaan, is sedert 1142 aan de ambt van Ruinen gekomen en is in 1206 door de bisschop van Utrecht overgenomen. Het is één van de zes bisschoppelijke hoven die in Twente aanwezig zijn. De huidige boerderij Meiershof (gelegen ca. 150 m1 ten zuidoosten van de Koppelsbrink) is thans nog aanwezig als een latere representant van deze bisschopshof.

Uitbreiding van esdorpen als Borne komt tot stand door splitsing van de oorspronkelijke (vrije) erven en door vestiging langs de brinken en de uitvalswegen. In de 14e eeuw is de voorloper van de huidige kerk gebouwd. Waarschijnlijk was er reeds eerder een kerkje, in samenhang met de hof, maar daarover is niets bekend.

Borne kan worden beschouwd als de bakermat van de Twentse textielindustrie. Reeds in de 16e eeuw ontwikkelt zich hier spinnen en weven als huisnijverheid vanwege het bevolkingsoverschot in de landbouw. Dit is mede een gevolg van de hier relatief veel voorkomende horige boerderijen, behorende bij de voormalige hof van Borne, die bij vererving niet gesplitst mogen worden. Het op de akkers verbouwde vlas wordt thuis verwerkt tot linnenprodukten, die aan kooplieden en fabrikanten verkocht worden. In de 17e eeuw wordt Borne het belangrijkste textielcentrum van Twente. De groei van de economische bestaansmogelijkheden maakt een verdere snelle demografische groei mogelijk: tussen 1723 en 1748 verdubbelt het aantal inwoners.

Het gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is dat rond 1750 Borne niet meer een overwegend agrarisch karakter heeft. In het dorp zelf heeft minder dan 10% van de bevolking op dat moment een bestaan in de landbouw, terwijl meer dan 60% werkzaam is in de nijverheid.

Echter, als in de loop van de 18de eeuw het zwaartepunt van de textielnijverheid zich verplaatst naar Almelo vanwege een gunstiger ligging en een betere beschikbaarheid van het water ten behoeve van de vlasbewerking, ontstaat grote werkloosheid. Een en ander wordt nog verergerd door de grote buitenlandse concurrentie waarmee de textielnijverheid in deze periode te kampen heeft. Ondanks deze problemen heeft de ruimtelijke structuur zich onder invloed van de linnenindustrie verder verdicht, met name langs de dan belangrijkste doorgaande route, de Ennekerdijk Brinkstraat.

Op de eerste gedetailleerde kaart van Borne, de kadastrale minuut uit 1821, komt het oorspronkelijke functioneren als agrarische nederzetting, zoals hierboven is beschreven, nog tot uiting.

De Koppelsbrink in het noordoosten en het Dorsetplein in het noordwesten, beide aan de rand van het oude dorp gelegen, zijn nog enigszins herkenbaar als voormalige brinken. De wegen naar het westen en oosten leiden respectievelijk naar de heidevelden en de hooilanden. De wegen naar het noorden verbinden de nederzetting met de escomplexen die daar liggen.

In het zuiden van Borne zijn op de kadastrale minuut ook twee (kleinere) brinkachtige ruimten te zien, één bij de kruising van de huidige Horststraat en de Grotestraat en één bij de kruising van de huidige A. ten Catestraat en de Grotestraat. Dit deel van de nederzetting was vooral georiënteerd op de Zuides-gronden, die in omvang geringer waren dan de essen in het noorden.

Deze buurt werd de Horst genoemd, hetgeen terreinverhoging betekent, en was eertijds aan drie zijden omsloten door waterlopen: de Bornse Beek in het oosten en noorden en een zijriviertje van de Bornse Beek in het westen.

Zo is Borne in oorsprong waarschijnlijk uit twee buurten ontstaan, die gescheiden werden door de Bornse Beek. De Koppelsbrink met aangrenzende Meiershof en de uitloper via de Marktstraat naar het Dorsetplein is van oorsprong het belangrijkste onderdeel, zeker gezien de aanwezigheid van de hof ter plaatse. De Ennekerdijk, een weg door het dal van de Bornse Beek, is de oude verbindingsweg van de hof met de weg naar Hengelo. De kerk werd tussen de twee buurten in gebouwd waardoor min of meer één geheel ontstond. Dit middengedeelte van oud-Borne rond de kerk zal nooit dicht bebouwd zijn geweest getuige de kadastrale minuut, waarop slechts het raadhuis, de school en een enkel ander gebouw in de directe omgeving van de kerk zijn gesitueerd, vermoedelijk ten gevolge van de enigszins drassige bodem bij de Bornse Beek.

In de 19de eeuw treedt als gevolg van de opkomst van de katoenindustrie in moderne textielfabrieken weer een aanzienlijke bevolkingsgroei op. Oorspronkelijk bleven de thuiswevers en spinners namelijk op het platteland wonen, maar met de komst van de fabrieken verhuizen de meeste naar het kerkdorp. Dit heeft een verdere verdichting van de bebouwing tot gevolg, vooral langs de Marktstraat en in de Horst. Slechts de zogenaamde 'bleken' blijven als open ruimten gespaard.

Vormde eertijds de in het noordoosten gelegen Koppelsbrink het eigenlijke centrum van Borne, in de loop der tijden heeft zich dit geleidelijk steeds meer naar het westen verplaatst. Dit zal mede onder invloed van de aanwezigheid van een haventje aan de Marktstraat, dicht bij het Dorsetplein, gebeurd zijn. De Bornse Beek werd toentertijd gebruikt voor de turfvaart vanaf Vriezenveen en voor ander goederenvervoer. Het Dorsetplein zal toen als belangrijkste marktruimte hebben gefungeerd. Verdere uitbreiding in die richting vindt plaats in het gebied ten westen van de kerk waarin 1830 de tegenwoordige Grotestraat wordt aangelegd. Aanvankelijk gaat deze ontwikkeling traag, maar met de komst van de spoorlijn Almelo-Salzbergen, westelijk van Borne aangelegd in 1860 komt deze ontwikkeling in een stroomversnelling. Het textielbedrijf van Spanjaard, gesitueerd in de buurt de Horst, wordt in de richting van de spoorlijn verplaatst in de onmiddellijke nabijheid van het station. De rooms-katholieke kerk bij de Koppelsbrink wordt in 1888 verplaatst in westelijke richting, hoek Grotestraat-Nieuwe Kerkstraat. Aan de Grotestraat verrijzen aan het eind van de 19de eeuw tal van grote gebouwen onder andere het postkantoor in 1884 en het voormalige raadhuis, oorspronkelijk een directeursvilla van Spanjaard.

Ook andere industrieën ontwikkelen zich in de tweede helft van de 19de eeuw, maar door de relatief ongunstige ligging en slechte verbindingen zijn de meeste levensvatbare bedrijven naar elders verplaatst. Zo is de textiel, tot de sluiting van de Spanjaardfabrieken in 1973, aangevuld met kleinere industrieën en wat landbouw, de hoofdbron van bestaan geweest voor Borne.

De gehele verdere ontwikkeling van de nederzetting heeft zich vervolgens afgespeeld ten westen van de oude kern, waar centrumvorming optrad en met name sinds de Tweede Wereldoorlog grote nieuwbouwwijken ontstonden. Hierdoor is de oorspronkelijke nederzetting in zijn ontwikkeling gestagneerd. De voornaamste ruimtelijke wijzigingen zijn het verdwijnen van de Bornse Beek, de aanleg van een doorgaande weg direct ten noordoosten van de oude kern en de verdere verdichting van de structuur door nieuwbouw.

Aan de oostkant van de Ennekerdijk, rond 1900 nog onbebouwd, verrijst in het begin van deze eeuw bebouwing. In de jaren zestig wordt ten zuidoosten van de Nederlands-Hervormde kerk een complex bejaardenwoningen gebouwd en sinds kort is ook het verdere gebied rondom de kerk, voornamelijk ten westen en ten noorden daarvan bebouwd. Door deze ontwikkeling vervaagt de oorspronkelijke structuur van twee afzonderlijke buurten, gekoppeld door een relatief open gebied.

In tegenstelling echter tot plaatsen als bijvoorbeeld Almelo, Hengelo en Enschede, waar onder invloed van het ontstaan en verdere ontwikkeling van fabriekscomplexen nabij het centrum de ruimtelijke structuur ter plekke ingrijpend beïnvloed is, heeft het oorspronkelijke kerkdorp Borne zich tot een textielindustrie nederzetting kunnen ontwikkelen zonder zijn oorspronkelijke ruimtelijke structuur ingrijpend te wijzigen".

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0004.jpg"

Figuur 2.1) Historische kaart Oud Borne 1811 – 1832.

2.2.2 Landschappelijke karakteristiek

Het landschap rondom Borne behoort tot het voor Twente karakteristieke coulissenachtig samengestelde landschap van het oude kleinschalige essen- en oude hoevenlandschap en het jongere ontginningslandschap. Het oorspronkelijke onderscheid in het landschapsbeeld van de verschillende landschapstypen is ten gevolge van de ruilverkaveling, de ontwikkeling van de grootschalige infrastructuur en de uitbreiding van dorps- en bedrijfsgebieden weliswaar grootschaliger geworden, en in zekere zin ook genivelleerd, maar de oorspronkelijke karakteristieke structuur en het coulissenachtige beeld zijn herkenbaar gebleven.

Het essenlandschap kenmerkt zich door de relatief meer aaneengesloten sterk opgehoogde en bol gelegen bouwlanden, de weidegronden in de beekdalen, de bosgebieden en door de aan de rand van een groter complex van bouwlanden gelegen boerenhoeven. De bouwlandcomplexen zijn nauwelijks doorsneden door houtwallen en de wegen tussen de dorpen slingeren zich op de overgang van droog en nat door het landschap. Kenmerkend is het open karakter op de es. De beekdalen daarentegen kennen een groen en kleinschalig karakter door herhaling van kavelbeplanting middels houtwallen, bomen en hagen. De esgronden werden door houtwallen omzoomd. Deze houtwallen dienden als afscheiding voor het vee en als geriefhout.

Het oude hoevenlandschap is het meest kleinschalige landschap en bevindt zich tussen het essenlandschap en het ontginningslandschap. Typerend zijn de steilranden en het reliëf op korte afstand (mede door het ophogen van de individuele akkers, de zogeheten éénmansesjes), de van oorsprong sterk kronkelende weggetjes en beken, de sterke afwisseling van door houtwallen omzoomde akkers en weilanden en de in het landschap verspreid aan de rand van de essen gelegen individuele of soms geclusterde oude boerenhoeven. Plaatselijk komen nog groot uitgegroeide bomen voor.

De weide- en hooilanden lagen doorgaans in de lagere gronden van de beekdalen. Deze beekdalen vormden door hun lengten belangrijke structurerende lijnen in het landschap. Veel van deze beekdalen, waaronder dat van de Bornsebeek, zijn nog duidelijk herkenbaar in het landschap, mede doordat de haaks op de waterloop gelegen kavelgrenzen zijn voorzien van houtwallen en andere vormen van kavelbeplanting.

Het ontginningslandschap is met name gevormd door het in cultuur brengen van de heidegebieden. Dit landschapstype kenmerkt zich door het duidelijk meer open landschapsbeeld van de velden, de meer besloten complexen met bosgebieden, het meer rechte wegenpatroon en de meer grootschalig opgezette boerderijen. De beplantingen bestaan vaak uit wegbeplantingen en bospercelen. Het ontginningslandschap heeft een overwegend agrarisch karakter en is grootschaliger dan het oude hoevenlandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0005.jpg"

Figuur 2.2) Topografische kaart 1955-1965.

2.2.3 Bebouwingsstructuren en -typologieën

Qua bebouwingsstructuren en -typologieën kan Oud Borne als volgt getypeerd worden:

  • de ruimtelijke structuur wordt allereerst bepaald door de vanouds aanwezige doorgaande wegen (de Marktstraat met Koppelsbrink, de Brinkstraat en Ennekerdijk en de Grotestraat) en secundaire straten ter ontsluiting van het daartussen gelegen gebied;
  • het westelijk gedeelte met bebouwing in een hogere dichtheid en relatief grote gebouwen is meer verstedelijkt;
  • het westelijk gedeelte met dicht opeengelegen bebouwing en relatief grote gebouwen is meer verstedelijkt;
  • het oostelijk gedeelte (de grens ligt globaal ter hoogte van de kerk) is meer 'dorps' met meer los gegroepeerde bebouwing gesitueerd in een groene ruimte en een historische groenstructuur met een belangrijke visuele waarde voor het gehele dorpsgezicht;
  • de panden liggen schijnbaar willekeurig in gebogen straatwanden met wisselende straatbreedtes (geen doorgaande rooilijnen);
  • de bebouwing is over het algemeen kleinschalig (één tot anderhalve bouwlaag met kap); hierop vormen enkele woningen aan de doorgaande wegen een uitzondering;
  • de nokrichting is over het algemeen afwisselend loodrecht of evenwijdig aan de straat;
  • het merendeel van de bebouwing heeft zadeldaken, afwisselend met rood of blauw gebakken pannen gedekt;
  • de gevelbreedte varieert van twee tot vijf traveeën, waarbij de gevelopeningen overwegend verticaal zijn gericht;
  • de gevels zijn voornamelijk uitgevoerd in metselwerk (baksteen).

Qua bouwhoogte geldt dat deze in Oud Borne zeer divers is. Dat is tevens zo karakteristiek in het straatbeeld van de verschillende straten in Oud Borne. Hoewel de variatie veelal beperkt blijft tot één of twee bouwlagen met kap is het juist de bouwperiode die een groot onderscheid laat zien in bijvoorbeeld verdiepingshoogte, hetgeen ook van invloed is op de absolute bouwhoogte. Een bouwlaag met de tegenwoordige technische eisen (onder andere uit het bouwbesluit) is bijvoorbeeld hoger dan bij de historische bebouwing. Wanneer bijvoorbeeld gekeken wordt naar de bebouwing aan de Ennekerdijk of de Grotestraat, dan valt op dat de panden hier op enkele plekken hoger zijn dan elders in Oud Borne. De bouwhoogte bereikt hier op sommige plekken een waarde tussen de 12 en 13 meter, terwijl in andere straten deze hoogte veelal beperkt blijft tot circa 10 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0006.jpg"

Figuur 2.3) Bebouwing bestaande uit één bouwlaag met kap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0007.jpg"

Figuur 2.4) Bebouwing bestaande uit twee bouwlagen met schilddak.

2.2.4 Openbare ruime

Algemeen

De openbare ruimte is heel belangrijk voor Oud Borne. Hoewel de inrichting van de openbare ruimte ook de nodige problemen met zich meebrengt, met name met betrekking tot het parkeren, is het patroon van straten en stegen één van de belangrijke aspecten dat geleid heeft tot de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht. In het stratenpatroon is de historische ontwikkeling van Oud Borne af te lezen. Voorheen bestond Oud Borne uit drie kleine buurtschapjes. Deze buurtschappen zijn nu herkenbaar door het grillige stratenpatroon ter plekke. Deze drie buurtschappen zijn in de loop van vele jaren met elkaar verbonden door een aantal wat grotere noord-zuid lopende straten zoals bijvoorbeeld de Brinkstraat.

De stegen zijn ook typisch kenmerkend voor Oud Borne. Deze smalle tot zeer smalle weggetjes of paden zorgen voor toegangen tot een achterterrein of lopen dwars door de bouwblokken heen om straten in de oost-west richting met elkaar te verbinden. Op sommige plekken ontsluiten de stegen een beperkt aantal woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0008.jpg"

Figuur 2.5) Smalle steeg tussen woningen in Oud Borne.

De openbare ruimte in Oud Borne is niet 'netjes' begrensd zodat de overgang van openbaar naar privé heel natuurlijk en prettig verloopt. Door het eeuwenlange gebruik van het gebied is op sommige plekken zelfs niet meer geheel duidelijk wat openbaar en privé is. Wellicht lastig wanneer er sprake is van verkoop van een woning, maar het draagt daarentegen wel bij aan de dorpse en historische uitstraling van Oud Borne.

Waardevolle open ruimten

In Oud Borne komen verschillende open ruimten voor. Soms betreffen dit plekken die in het verleden zijn bebouwd en nu om welke reden dan ook niet meer bebouwd zijn, maar meestal gaat het hier om plekken die historisch gezien nooit bebouwd zijn geweest. Het beleid is er dan ook op gericht om de historische open plekken open te houden voor de toekomst. Verdichting van Oud-Borne dient voorkomen te worden, zodat de karakteristiek niet in het geding komt.

Een bijzondere plek is weggelegd voor de percelen aan de randen van het beschermd gezicht. Aan de meeste randen is de scheiding tussen Oud en 'nieuw'-Borne zeer goed te ervaren, ook op de plekken waar Oud Borne zich met de achterzijde richt naar het nieuwere gedeelte zoals voornamelijk aan de noordzijde (Kulturhus en rondweg). Bescherming van deze randen en het slechten van de barrière tussen Oud Borne en het gebied aan de overzijde van de Rondweg, voorheen de agrarische uitloper van het gebied Oud Borne, is een belangrijk streven van de gemeente Borne.

2.2.5 Wegenstructuur

De oudste en meest belangrijke straten van Oud Borne lopen over het algemeen in een noord-zuidrichting. Haaks daarop staat een patroon van straten en stegen die de verschillende noord-zuid straten met elkaar verbinden. Een aantal van deze stegen is bijzonder smal en alleen toegankelijk voor voetgangers. Er is in het recente verleden een aantal verzoeken geweest om een deel van deze stegen toe te mogen voegen aan de eigen tuin. Temeer omdat de eigendomssituatie niet altijd duidelijk is, houden deze verzoeken aan. Toch is dit niet wenselijk. De karakteristiek die zo kenmerkend is voor Oud Borne zal niet meteen verdwijnen, maar dergelijke initiatieven dragen wel bij aan het afnemen van de karakteristiek. Waar mogelijk kunnen in de toekomst nieuwe verbindingen worden toegevoegd of bestaande verbindingen worden versterkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0009.jpg"

Figuur 2.6) Kenmerkende smalle steeg in Oud Borne.

Doordat Oud Borne een zeer oud stratenpatroon kent, leidt de aanwezigheid van autoverkeer al snel tot beheersproblemen, wat afbreuk doet aan de kwaliteit en belevingswaarde van Oud Borne. Het toenemende autobezit tijdens de afgelopen decennia leidt snel tot problemen in gebieden als Oud Borne. Daar komt bij dat er voornamelijk overdag in Oud Borne veel langsparkeerders uit het centrum gebruik maken van de schaarse ruimte in de smalle straatjes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0010.jpg"

Figuur 2.7) Langsparkeren in Oud Borne.

De parkeersituatie in Oud Borne kan op verschillende manieren worden benaderd, waaronder:

  • Behouden zoals deze is: acceptatie. Het parkeerprobleem is inherent aan de karakteristiek van het gebied. Het is niet mogelijk om parkeerruimte toe te voegen in de wijk zelf omdat de hoeveelheid openbare ruimte zeer beperkt is.
  • Afsluiten: geheel Oud Borne of gedeelten daarvan worden afgesloten voor autoverkeer, met of zonder uitzondering voor de bestaande bewoners. Hiermee schaart Oud Borne zich tussen (vergelijkbare) historische plekken als Orvelte, Bourtange of Ootmarsum.
  • De parkeeroverlast oplossen door parkeerregulering, bijvoorbeeld door parkeren alleen toe te staan voor bewoners.

Hoewel het oplossen van de parkeerproblematiek primair een verkeerskundig vraagstuk is, heeft het ook gevolgen voor de ruimtelijke beleving van Oud Borne. Wanneer de opties worden beschouwd, dan is de eerste conclusie dat het volledig afsluiten van Oud Borne voor het autoverkeer geen optie is. Oud Borne is geen openluchtmuseum met een primair toeristische functie, maar op de eerste plaats een prettige woonomgeving voor een groep inwoners van Borne. Het afsluiten van Oud Borne zou een grote omslag betekenen in de identiteit van de wijk, waar op dit moment weinig draagvlak voor zal bestaan.

De overige opties zijn in hun ruimtelijke gevolgen sterk afhankelijk van de verkeerskundige keuzes die gemaakt worden. Vanuit ruimtelijk-stedenbouwkundige oogpunt heeft parkeerregulering de voorkeur. Op grond van nader te formuleren (parkeer)beleid zal de uitwerking hiervan middels separate besluitvorming moeten plaatsvinden. Om de parkeerproblematiek in de toekomst niet nog verder te laten groeien, dienen alle toekomstige ontwikkelingen in hun eigen parkeerbehoefte te voorzien. Dit gebeurt bij voorkeur op eigen terrein. Wanneer dat echter niet mogelijk is, dient gezocht te worden naar een oplossing elders, bijvoorbeeld in de vorm van een parkeerplaats of -vergunning elders in het centrum van Borne.

Voor wat betreft de toegestane maximumsnelheid op de wegen binnen Oud Borne geldt dat op alle wegen, met uitzondering van de Grotestraat / Bekenhorst, een snelheidsregime van 30 km/h van toepassing is. Voor de Grotestraat / Bekenhorst geldt een maximumsnelheid van 50 km/h.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0011.jpg"

Figuur 2.8) 30 km/h zone in Oud Borne.

2.2.6 Groen en ecologie

De groenstructuur in Borne is heel kenmerkend in grote vlakken gestructureerd. Dat houdt in dat er langs de straten nauwelijks boombeplanting voorkomt. Hier is door de vaak smalle profielen ook feitelijk geen ruimte voor. De groene (boom)beplanting die wel aanwezig is, ligt voornamelijk op de achterste delen van sommige percelen. Van oudsher is het voormalige bed van de Bornse Beek goed zichtbaar. Dit lager en vochtiger deel is momenteel goed herkenbaar door een groene band van boombeplanting die van het Bussemakerhuis in de richting van de Oude Kerk loopt. Ook de omgeving rondom het Meijershof is een groene enclave als overgang van het oude dorp naar de omgeving Rondweg. Het noordelijk deel van Oud Borne kent een groene uitloper in het gebied tussen de Aak en de Koppelsbrink.

2.2.7 Waterstructuur en -systeem

Water is momenteel niet meer zichtbaar in Oud Borne. De geschiedenis van de Bornse Beek is daarentegen nog wel duidelijk zichtbaar, zowel in de huidige groenstructuur maar ook in de verkavelingsgrenzen. De Bornse Beek kwam ten zuiden van het Bussemakerhuis Oud Borne binnen en liep tussen de achterste perceelsgrenzen van de woningen aan de Ennekerdijk en de Abraham ten Catestraat richting de Oude Kerk. Vlak ten zuiden van de Oude Kerk boog de beek met een scherpe bocht af in westelijke richting om via de huidige Pietmanskolkstraat de huidige Grotestraat te bereiken. Vervolgens boog de beek weer af en liep over de huidige Potkampstraat en vervolgens door het bouwblok dat nu gevormd wordt door de Marktstraat, Oude Kerkstraat en Brugstraatje om daarna de Marktstraat over te steken en uit te komen in de haven, momenteel de parkeerplaats De Haven nabij het Kulturhus de Bijenkorf.

In de Pellenhof staat nog een oude waterput van Bentheimer zandsteen. De herkomst van deze waterput is niet volledig bekend, maar vast staat wel dat deze put momenteel niet op de originele plek staat. Ondanks dat feit staat de put wel op een kenmerkend deel van Oud Borne. Deze plek is namelijk tot net na de Tweede Wereldoorlog grotendeels onbebouwd gebleven. In vroeger tijden was hier slechts één woning gelegen alsmede een kleine boerderij met productietuin, in eigendom van de kerk. Het feit dat deze grond met de komst van de Pellenhof als laatste bebouwd is, is niet raar. Dit is het laagste en daarmee meest natte deel van Oud Borne zodat bebouwen eeuwenlang geen logische keuze was.

2.2.8 Archeologie en monumenten

Archeologie

De historische kern Oud Borne is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Binnen het plangebied geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. Voor meer informatie over archeologisch waardevolle gebieden wordt verwezen naar paragraaf 5.5.

Monumenten

Binnen het plangebied bevinden zich verder diverse waardevolle gebouwen, waaronder rijksmonumenten en overige beschermingswaardige gebouwen, die in het bestemmingsplan ook een beschermde status hebben.

In de onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de monumenten binnen Oud Borne.

Rijks-
monumentnr.  
Adres:   Huisnr.   Plaats   Naam  
9916   A Ten Catestraat   25   Borne   Kipshoes (galerie Polder)  
9918   Ennekerdijk   11   Borne   Bussemakerhuis  
507908   Ennekerdijk   13-17   Borne   Synagogecomplex (gehele complex)  
507909   Ennekerdijk   13   Borne   Vml. Schoolmeesterswoning  
507910   Ennekerdijk   15   Borne   Vml. School  
507911   Ennekerdijk   Bij 15   Borne   Vml. Ritueel Badhuis  
9919   Ennekerdijk   17   Borne   Vml. Synagoge  
9921   Ennekerdijk   31   Borne   Doopsgezinde kerk  
9922   Grotestraat   120   Borne   Spanjaardshuis  
507924   Grotestraat   138/140   Borne   Dubbel woonhuis  
507925   Grotestraat   144   Borne   Voormalig Postkantoor (thans makelaarskantoor)  
9923   Koppelsbrink   30   Borne   Woonhuis (oorspr. Oude Pastorie)  
9924   Koppelsbrink   32   Borne   Klopjeswoning  
9926   Marktstraat   3   Borne   Notarishuis  
9927   Marktstraat   3a   Borne   Aanbouw bij Notarishuis  
9928   Marktstraat   27   Borne   Tusveldhuis  
9931   Marktstraat   4   Borne   Hulshoffhuis  
527731   Meijershof   4   Borne   De Meijershof (complex)  
526231   Meijershof   4   Borne   Boerderij met Potstal  
527732   Meijershof   Bij 4   Borne   Wagenloods  
9929   Oude Kerkstraat   2   Borne   N.H. Kerk  
9930   Oude Kerkstraat   2   Borne   N.H. Kerktoren  

Tabel 2.1) Overzicht rijksmonumenten binnen het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01_0012.jpg"

Figuur 2.9) Rijksmonument: voormalige synagoge aan de Ennekerdijk 17.

Adres   Huisnr.   Plaats   Naam/type  
Brinkstraat   13/15/17   Borne   Woningblok (3 woningen)  
Brinkstraat   16   Borne   Woning/bedrijf  
Brinkstraat   35/37   Borne   Woning  
Brinkstraat   6   Borne   Winkel/woning  
Dorsetplein   3   Borne   De Keizerskroon  
Ennekerdijk   10   Borne   Voormalig Sint Josephgebouw  
Ennekerdijk   38   Borne   Het Oude Schip  
Ennekerdijk   9   Borne   Roeselinghuis  
Koppelsbrink   (ong.)   Borne   Mariakapel  
Koppelsbrink   44/46   Borne   Woning  
Koppelsbrink   50/52   Borne   Vrml. Arbeiderswoningen  
Koppelsbrink   8   Borne   Huis Homan  
Markstraat   23   Borne   Vrml. Pastorie Herv. Gemeente  
Meijershof   1/3   Borne   De Oude Smederij  
Meijershof   2   Borne   Klompenmakershuis  
Oude Kerkstraat   4   Borne   Kosterij  
Watertorenstraat   13   Borne   Erve Mösselboer  

Tabel 2.2) Overzicht gemeentelijke monumenten binnen het plangebied (Aanwijzing d.d. 31 augustus 2001).

Naast de bovenstaande rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn binnen het plangebied nog diverse beeldbepalende panden gelegen. Deze panden zijn ten behoeve van het voorheen geldende bestemmingsplan Oud Borne (1996) geïnventariseerd door 't Oversticht. In Oud Borne bevinden zich de volgende beeldbepalende panden:

  • Grotestraat 126
  • Koppelsbrink 24/30
  • Koppelsbrink achter 42 (Hekpeilers van de toegangspoort tot de voormalige begraafplaats)
  • Marktstraat 1
  • Marktstraat 8
  • Marktstraat 14
  • Meyershof ongenummerd (voormalig klopjeswoning)
  • Meyershof 4
  • Oude Kerkstraat ongenummerd (voormalige joodse school)
  • Oude Kerkstraat achter 7/9 (oude opslagloods)
  • Watertorenstraat 2/4
  • Watertorenstraat 7
  • Watertorenstraat 9
  • Watertorenstraat 11

Naast bovenstaande rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden, kan ook een groot aantal gebouwen als beeldondersteunend worden getypeerd vanwege hun plaatsingseigenschappen, grootte- en vormeigenschappen en uitdrukkingseigenschappen. Voor deze panden, die tezamen met de rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende gebouwen het beschermen waard zijn, is reeds in het kader van het bestemmingsplan 'Oud Borne' uit 1996 een speciale juridische regeling ontwikkeld. De ligging, de goot- en nokhoogten, de dakhelling en de indeling van de vanaf op openbare weg zichtbare gevels zijn geïnventariseerd en in een bij de voorschriften van het oude bestemmingsplan uit 1996 behorend 'inventarisatierapport' vastgelegd. De betreffende regeling is in dit nieuwe bestemmingsplan voor Oud Borne overgenomen.