direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Oud Borne
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpOB2012-VO01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, met dien verstande dat een functiewijziging naar een geluidsgevoelige functie niet is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'religie', tevens voor religie;
  • c. behoud, bescherming, herstel en ontwikkeling van de aanwezige karakteristieken en waarden, zoals nader omschreven in artikel 20;

met de daarbij behorende:

  • d. ondergeschikte horeca;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. voorzieningen van algemeen nut;
  • i. wandel- en fietspaden;
  • j. verhardingen;
  • k. groenvoorzieningen en tuinen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Beschermingswaardige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermingswaardig', gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de voorgevels en zijgevels van gebouwen, indien deze naar de weg zijn gekeerd, dienen in de voor- en zijgevelrooilijn te worden opgericht;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen dient de in het bij deze regels behorende inventarisatierapport aangegeven hoogte te bedragen;
  • e. de kapvormen en kaprichtingen van gebouwen dienen te zijn gevormd en te zijn georiĆ«nteerd, zoals in het bij deze regels behorende inventarisatierapport is aangegeven;
  • f. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 2 m1 bedragen; indien de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelegen zijn voor de voorgevelrooilijn bedraagt de maximale hoogte 1 m1.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.

13.5 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 13.1 sub a voor een functiewijziging naar een geluidgevoelige functies, met dien verstande dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.