direct naar inhoud van 5.4 Bodem
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpCT2011-vg01

5.4 Bodem

Toetsingskader

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek, zoals opgenomen in Bijlage 4 en Bijlage 5, in verband met de geplande herontwikkeling door uitbreiding van het ter plaatse aanwezige bouwvlak op de locatie Grotestraat 214 te Borne (Hubo Braakhuis) kan worden geconcludeerd dat er milieuhygiënisch gezien mogelijk belemmeringen zijn voor de geplande herontwikkeling van het terrein. De gestelde hypothese dat de locatie als "niet-verdacht" beschouwd kan worden is niet juist gebleken op basis van de aangetoonde licht verhoogde concentraties in de bovengrond en in het grondwater. Nader onderzoek naar deze licht verhoogde gehalten wordt niet noodzakelijk geacht.

Aanbevolen wordt een aanvullend onderzoek uit te voeren naar de aangetoonde asbest verdachte materialen op het maaiveld op het oostelijke deel van de onderzoekslocatie. Vastgesteld dient te worden of er sprake is van een bodemverontreiniging met asbest. Tevens dient vastgesteld te worden in hoeverre een mogelijke asbestverontreiniging zich over het terrein heeft verspreid. Mocht bij herinrichting grond vrijkomen dan wordt aanbevolen deze grond op eigen locatie her te gebruiken. Bij toepassing van de grond in een werk elders, is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing.

Onderzoek en conclusie

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in geval van een functiewijziging de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Aangezien het bestemmingsplan consoliderend van aard is, kan bodemonderzoek achterwege blijven. Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

Voor de herontwikkeling aan de Grotestraat 214 dient, gelet op het vorenstaande, nog aanvullend onderzoek plaats te vinden. Dit onderzoek zal voor rekening en risico van initiatiefnemer moeten worden uitgevoerd bij realisatie van het bouwplan.