direct naar inhoud van 5.4 Archeologische en cultuurhistorische waarden
Plan: Bestemmingsplan Bornsche Maten, uitwerkingsplan Bornsche Beekpark
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBMuw002-0h01

5.4 Archeologische en cultuurhistorische waarden

Voor de gehele locatie Bornsche Maten is in 2002 een archeologische verwachtingskaart opgesteld en een beknopte veldinspectie uitgevoerd (Plangebieden Bornsche maten en Veldkamp, gemeenten Borne en Hengelo; een archeologische verwachtingskaart en veldinspectie, Plangebieden Bornsche Maten en Veldkamp, Gemeenten Borne en Hengelo, een archeologische verwachtingskaart en veldinspectie, RAAP Archeologisch adviesbureau, september 2003, zie Bijlage 6).

Voor het plangebied van het uitwerkingsplan voor het Bornsche Beekpark kan de archeologische verwachtingswaarde als volgt worden gekenmerkt. Het overgrote deel van het plangebied is een beekoverstromingsvlakte en heeft een lage archeologische verwachtingswaarde. De locatie De Docterskamp is gelegen ten zuiden van de Slangenbeek en ten oosten van de Bornsebeek kan worden omschreven als een lage dekzandwelving, met een 40 tot 50 cm dik cultuurdek. Het gebied heeft een middelmatige archeologische verwachting. De locatie De Bongerd wordt gekenmerkt als dekzandrug en -kop en heeft hierdoor een hoge archeologische verwachtingswaarde. Om deze dekzandrug en -kop is een lage dekzandwelving gelegen welke een middelmatige archeologische verwachtingswaarde heeft. Ten zuiden van de Hesselerbeek en ten oosten van de Bornsebeek is de locatie Vondermeden gelegen. Het betreft hier een lage dekzandwelving met een middelmatige archeologische verwachting.

De locatie De Bongerd wordt tevens gekenmerkt als 18e eeuws industrieel archeologisch object.

Voor beekoverstromingsvlakten (lage archeologische verwachtingswaarde) wordt karterend booronderzoek aanbevolen voorzover deze grenzen aan terreinen met bekende archeologische vindplaatsen. In het plangebied van het uitwerkingsplan voor het Bornsche Beekpark is hier geen sprake van. Karterend booronderzoek is hierdoor niet noodzakelijk.

Voor gebieden met een hoge en middelmatige archeologische verwachting wordt inventariserend archeologisch onderzoek aanbevolen.

Naar aanleiding van het hiervoor genoemde onderzoek is een archeologisch vooronderzoek (Plangebied Bornsche Maten, gemeente Borne; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (kartering en proefsleuven, RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V, mei 2006, zie Bijlage 7) uitgevoerd. Deze bestaat uit een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek.

Op de locatie Docterskamp heeft oppervlaktekartering en karterend booronderzoek plaats gevonden omdat hier sprake is van een archeologische vindplaats. Bij de locatie de Vondermeden is hier geen sprake van, daardoor heeft geen oppervlaktekartering en karterend booronderzoek plaatsgevonden. Er is geen juridische regeling getroffen in het uitwerkingsplan voor deze locatie.

Landschappelijk gezien ligt de vindplaats De Docterskamp op een lage welving te midden van een relatief vlak deel van het plangebied. Uit boringen blijkt dat de natuurlijke bodem een beekeerdgrond is. Geconstateerd is dat meer dan de helft van het desbetreffende perceel tot 85 cm-mv is verstoord.

Voor wat betreft de archeologische aspecten kan worden geconcludeerd dat er vondsten zijn aangetroffen van aardewerk uit de IJzertijd, Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd tijdens een oppervlaktekartering. De aard van de vondsten is niet duidelijk. Het betreft vermoedelijk met mest aangevoerd materiaal. Booronderzoek heeft geen aanvullende vondsten opgeleverd.

Voor de locatie De Docterskamp wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen. Hierdoor is in het uitwerkingsplan voor deze locatie geen juridische regeling getroffen.

Voor de locatie De Bongerd wordt aanbevolen dat wanneer deze in de planvorming wordt betrokken, alsnog een vorm van archeologisch onderzoek te overwegen. De aard van eventueel archeologisch onderzoek is uiteraard afhankelijk van het karakter en de omvang van eventuele ingrepen. Als op het terrein van De Bongerd grootschalig grondverzet zal plaatsvinden, heeft een proefsleuvenonderzoek van een beperkte omvang de voorkeur. Deze vorm van onderzoek zal namelijk een betere indruk verschaffen van de aard en kwaliteit van de te verwachten 18e-eeuwse archeologische resten dan booronderzoek.

Op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart, welke is vastgesteld in 2009, (Gemeente Borne, Archeologische verwachtings- en advieskaart, RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2008) blijkt dat het overgrote deel van het plangebied wordt gekenmerkt als beekdalen en overige laagten. Deze hebben lage verwachtingswaarde. In het plangebied hebben de locaties Docterskamp, Vondermeden en de Bongerd een middelhoge verwachting, het betreffen dekzandwelvingen en -vlakten. De locatie de Bongerd kent tevens een hoge verwachtingswaarde, hier is een dekzandhoogte en -rug aanwezig. Gezien de hiervoor genoemde conclusies voor locaties de Docterskamp en Vondermeden is een nadere juridische regeling niet noodzakelijk.

In het uitwerkingsplan is op de plankaart ter plaatse van de locatie De Bongerd een dubbelbestemming toegekend aan de hoge archeologische verwachtingswaarde en de middelmatige archeologische verwachtingswaarde. In de regels is de voorwaarde gekoppeld dat alvorens er graafwerkzaamheden op deze locatie plaatsvinden een archeologisch onderzoek dient te zijn uitgevoerd.