direct naar inhoud van 5.6 Milieuzonering
Plan: Buitengebied Borne, herziening Elhorsterweg 3-5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz016-vg01

5.6 Milieuzonering

5.6.1 Algemeen

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kunnen de richtlijnen in de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009) gehanteerd worden. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.

Hoewel de richtafstanden in 'Bedrijven en milieuzonering' indicatief zijn, worden deze afstanden wel als harde eis gezien door de Raad van State bij de beoordeling of bedrijven op een passende afstand van woningen worden gesitueerd.

5.6.2 Gebiedstypen

In de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering is een tweetal gebiedstypen te onderscheiden; 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Overige functies komen vrijwel niet voor. Langs de randen is weinig verstoring van verkeer.

Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.

De richtafstanden uit het omgevingstype rustige woonwijk kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsmaat worden verlaagd indien sprake is van gemengd gebied. Daarbij wordt in de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' opgemerkt dat het vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik de voorkeur verdient functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.

In het voorliggende geval is de omgeving van het plangebied aan te merken met het gebiedstype 'rustige woonwijk'.

Milieucategorie   Richtafstanden tot omgevingstype rustige woonwijk   Richtafstanden tot omgevingstype gemengd gebied  
1   10 m   0 m  
2   30 m   10 m  
3.1   50 m   30 m  
3.2   100 m   50 m  
4.1   200 m   100 m  
4.2   300 m   200 m  
5.1   500 m   300 m  
5.2   700 m   500 m  
5.3   1.000 m   700 m  
6   1.500 m   1.000 m  
5.6.3 Onderzoeksresultaten milieuzonering
5.6.3.1 Algemeen

Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. De VNG uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen.

Zoals reeds hiervoor genoemd wordt bij het realiseren van nieuwe bestemmingen gekeken te worden naar de omgeving waarin de nieuwe bestemmingen gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol:

  • 1. past de nieuwe functie in de omgeving? (externe werking);
  • 2. laat de omgeving de nieuwe functie toe? (interne werking).

5.6.3.2 Externe werking

Hierbij gaat het met name om de vraag of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een situatie die, vanuit hinder of gevaar bezien, in strijd is te achten met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Daarvan is sprake als het woon- en leefklimaat van omwonenden in ernstige mate wordt aangetast. De meest nabijgelegen gevoelige objecten betreffen de woningen Elhorsterweg 2, Almelosestraat 2 en 4.

Op basis van de VNG-brochure kan de inrichting worden vergeleken met 'Fokken en houden van overige graasdieren - paardenfokkerij'. Hiervoor gelden volgende richtafstanden:

Omschrijving   Afstanden (in meters)   Milieucategorie  
  Geur   Stof   Geluid   Gevaar   Grootste afstand    
'Fokken en houden van overige graasdieren - paardenfokkerij'   50   30   30   0   50   3.1  

Geur

Bij agrarische bedrijven geldt, op basis van de VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’, de grootste richtafstand veelal voor het aspect geur. Bij agrarische bedrijven zijn echter niet de adviesafstanden maar de wettelijk aan te houden afstanden of de berekenende geuremissiecontouren voor vergunningplichtige veebedrijven bepalend. Hier wordt in paragraaf 5.7 nader op ingegaan. In deze pagraaf wordt geconstateerd dat het geuraspect geen belemmering vormt voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling.

Stof

Voor het aspect 'stof' geldt een richtafstand van 30 meter. Het stof wordt voornamelijk veroorzaakt door de buitenbakken aan de noord- en zuidzijde van het plangebied, die zijn gelegen op een grotere afstand dan 30 meter van gevoelige objecten. Daarbij komt dat deze buitenbakken zijn voorzien van een 'Agterberg bodem'. Deze bodem bestaat uit een laag zand en een drainagesysteem, daarboven een laag puin en lavasteen. De toplaag wordt gevormd door geomix of een geofibremix. De gehele laag is hierdoor stevig en waterdoorlatend en veroorzaakt weinig stof. De rijhal is gelegen op kortere afstand dan 30 meter. Vanuit de rijhal vindt geen stofhinder plaats. Er is sprake van een modern, gesloten gebouw, waarbij het stof het gebouw niet verlaat.

Geluid

Op korte afstand van de uitbreiding is een woonhuis van derden gelegen. In de huidige situatie ligt de rijhal op 22 meter afstand. In de toekomstige situatie zal dit 18 meter zijn. In onderhavig geval wordt een uitbreiding beoogd van een binnenrijhal, waarin paarden gereden zullen worden. Het betreft een gesloten gebouw, waarbij geen sprake zal zijn van geluidshinder. Het trainen van paarden produceert nagenoeg geen geluid. Het overige geluid afkomstig van de inrichting zoals dat van vrachtwagens en ander materieel zal niet toenemen of veranderen door de verlenging van de rijhal. Dit komt doordat er niet meer paarden zullen worden getraind of gehouden op dit bedrijf dan in de huidige situatie.

Voor wat betreft de overnachtingen ter plaatse van grooms en stagiairs kan gesteld worden dat hierbij hooguit sprake kan zijn van verkeersbewegingen met een enkele personenauto. Omdat het woonhuis van derden aan de andere zijde van de Elhorsterweg is gelegen kan gesteld worden dat de verkeersbewegingen behorende bij deze activititeit, zullen opgaan in het huidige verkeersbeeld van de Elhorsterweg en derhalve zo'n geringe invloed zullen hebben dat er geen sprake zal zijn van hinder. Omdat met de uitbreiding van de rijhal geen toename van de geluidbelasting is gemoeid, zal dit echter geen negatief effect op het woonhuis veroorzaken.

Gevaar

Voor het aspect gevaar geldt een richtafstand van 0 meter. Dit aspect vormt geen belemmering.

Lichthinder

Ten aanzien van het aspect lichthinder kan het volgende worden gesteld. Hoewel de rijhal ook met tijden 's avonds gebruikt zal worden, treedt hierdoor niet meer lichthinder op dan in de huidige situatie reeds van de inrichting wordt ervaren. Bij de uitbreiding wordt rekening gehouden met de plaatsing van lichtplaten. Aan de zijde waar het woonhuis is gelegen zullen geen lichtdoorlatende platen in het gebouw worden geplaatst. Hiermee wordt voorkomen dat er eventueel licht kan worden waargenomen vanuit dit nieuwe gedeelte van het gebouw. Omdat het gebouw tussen het woonhuis en de overige voorzieningen op het terrein wordt geplaatst, zal hierdoor sprake zijn van minder waarneembaar licht op het binnenterrein. Het bedrijf zal hierdoor uiteindelijk minder hinder veroorzaken aan het op zeer korte afstand gelegen woonhuis.

5.6.3.3 Interne werking

Hierbij gaat het om de vraag of de nieuwe functies binnen het plangebied hinder ondervinden van bestaande functies in de omgeving. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen functies aanwezig die van invloed zijn op de ontwikkeling in het plangebied.

5.6.4 Conclusie

Gezien het vorenstaande vormt het aspect milieuzonering geen belemmeringen voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling.