direct naar inhoud van 5.2 Geluid
Plan: Buitengebied Borne, herziening Elhorsterweg 3-5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz016-vg01

5.2 Geluid

5.2.1 Algemeen

De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai en industrielawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een omgevingsvergunning indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. De functie 'wonen' is bijvoorbeeld aan te merken als een geluidsgevoelige functie.

In het voorliggende geval is het aspect railverkeerslawaai niet van toepassing aangezien er in de omgeving van het plangebied geen sprake is van de aanwezigheid van een spoorwegtraject. Het geluid afkomstig van de inrichting wordt beschreven in paragraaf 5.6.3. In deze paragraaf wordt geconcludeerd dat met de uitbreiding van de rijhal geen toename van de geluidbelasting is gemoeid. Verwezen wordt naar de uitgebreide toelichting in deze paragraaf. Op het aspect wegverkeerslawaai wordt hierna ingegaan.

5.2.2 Wegverkeerslawaai

Op basis van artikel 77 van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Het akoestisch onderzoek bepaalt de geluidsbelasting aan de gevel van de geluidsgevoelige bestemming die vanwege de weg wordt ondervonden. Het onderzoek is alleen noodzakelijk als de geluidsgevoelige bestemming binnen de wettelijke geluidszone van de weg gesitueerd is.

Er worden geen geluidsgevoelige objecten opgericht binnen de geluidszone van een weg met een geluidzone. Het oprichten van een overnachtingsgelegenheid/rustruimte voor grooms en stagiairs, welke direct tot doel heeft de bedrijfsvoering te optimaliseren, staat zo direct in relatie tot het bedrijf dat deze gelijk gesteld mag worden aan een dienstwoning. Voor dienstwoningen geldt geen bijzonder beschermingsregime als het hinder vanuit de eigen onderneming betreft.

5.2.3 Conclusie

De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de realisatie van het planvoornemen.