direct naar inhoud van 4.1 herinrichting Bornsebeek
Plan: Buitengebied Borne, herziening Erven Borne Hertme 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz010-vg01

4.1 herinrichting Bornsebeek

Het waterschap Regge en Dinkel heeft de opgave om voor 2016 het waterlichaam Bornsebeek te (her)ontwikkelen conform de Europese Kader Richtlijn Water (KRW). Het plan voor de (her)ontwikkeling van de Bornsebeek wordt uitgevoerd in deeltrajecten, waarvan het realiseren van stapstenen langs de Bornsebeek één van de deeltrjacten is. Twee van de negen in te richten stapstenen liggen in het plangebied van onderhavig bestemmingsplan. Het betreft de stapstenen 1 en 2.

4.1.1 Stapsteen 1

Deze stapsteen grenst aan de wijk Stroomesch. Het gaat om een strook met een breedte van 20 meter, direct grenzend aan de Bornsebeek. Het beekpark elders in Borne vormt een referentiebeeld voor de stapstenen 1 en 2. omdat hier hetzelfde op en afwisselende karakter gewenst is met een optimale beleving van het water.

De buitenbocht in de Bornsebeek wordt versterkt door de beek hier te verbreden. De rechteroever zal worden vergraven tot een flauwe oever met riet- en oevervegetatie, geleidelijk oplopend in een bosoever (hakhoutsingel) met een doorworteld onderwaterprofiel. De huidige beschoeiing wordt verwijderd. Bij de inhammen van de stapsteen, daar waar de beek verbreed en later weer smaller wordt, wordt de oever vastgelegd door middel van een nieuwe beschoeiing van wilgentenenschermen. Door het verbreden van de beek zal de natte bosoever met bomen in het water zich kunnen ontwikkelen buiten het huidige natte profiel van de beek en hierdoor geen belemmering vormen in de bergingscapaciteit en doorstroming van de Bornsebeek. De bosoever kan zich zelfstandig ontwikkelen door een natuurlijke successie van de natuuroever, maar een aanzet door aanplant van wilg en/of zwarte els zal sneller resultaat opleveren.

Landschappelijk gezien wordt het beeld van de bosoever vanaf de Stroomesch doorgezet, maar wel met onderbrekingen voor landschappelijke doorkijkjes. Naast de beek ontstaat een brede zone met een grote variatie in gradiënten en dus beleving. In deze zone wordt een ondiepe nevengeul aangelegd, die in verbinding staat met de beek door middel van duikers. Tussen beek en nevengeul is een smal pad voorzien, zodat het gebied altijd bereikbaar is voor incidtenteel (handmatig) onderhoud. Bovendien biedt dit pad een spannend alternatief voor de wandelroute over het brede onderhoudspad. In de zones naast de nevengeul kan nat grasland, hooiland en struweeel tot ontwikkeling komen waarbij maximaal 40 % boomvormers wordt toegestaan. De hoofdsoorten zijn eiken langs het beheer- en onderhoudspad, els en wilg langs de waterkant beek, en es en els in de tussenliggende zones.

Het onderhoudspad ligt niet direct langs de beekoever maar loopt langs de oostrand van de stapsteen, van het naastliggende bouwland, gescheiden door een transparante hakhoutsingel met incidenteel boomvormers. Een dichte houtwal of houtsingel is niet wenselijk in verband met doorzichten op het achterliggende landschap en zichtlijnen vanaf het knooperf op de Bornsebeek. Het is dus van belang dat de singel niet aaneengesloten is, maar voldoende "openingen" kent. Het onderhoudspad is tevens wandelpad, aansluitend op de wijk Stroomesch en de wandelroute vanuit het nieuwe knooperf.

4.1.2 Stapsteen 2

In principe wordt de beek hier niet verbreed. Toch wordt ook hier de rechteroever iets vergraven om de ontwikkeling van een snelle, natte bosoever mogelijk te maken met behoud van de doorstromings- en bergingscapaciteit van de beek. De bosoever zorgt voor een doorworteld onderwatertalud. De huidige beschoeiing langs de beek zal worden weggehaald. Een tijdelijke vervanging door wilgenmatten om het talud vast te houden tot de boomwortels voldoende ontwikkeld zijn, dient te vervangen.

Het onderhoudspad wordt hier direct langs de beek gehouden, maar wel verlaagd. Bij piekafvoeren zal het water over het onderhoudspad stromen. Daarom wordt er tevens een hoger, op huidig maaiveld gelegen onderhoudspad achterlangs aangelegd, langs de oostgrens van de stapsteen. Dit betekent ook meer keuze en dus afwisseling in beleving voor de wandelaar.

In de zone naast de beek worden ondiepe, smalle, nevengeulen aangelegd met flauwe oevers. De geulen staan in directe verbinding met de beek, maar er zijn ook enkele doodlopende armen, waar meer verlanding zal optreden.Tussen de geulen liggen lage landtongen met struweel en incidenteel bomen. Op de oevers zal een riet- en oevervegetatie ontwikkelen oplopend in een hakhoutwal met landschappelijke doorkijkjes. Ontwikkeling van een dichte houtsingel over grote lengtes is ongewenst in verband met de gewenste doorkijk vanuit de stapsteen naar de omgeving en vanuit de omgeving op en over de beek.

In bijlage 1 van deze toelichting, 'Projectplan Waterlichaam Bornsebeek Deelgebied 5: Groene Poort', vindt u meer informatie over de voorgenomen herinrichting van de Bornsebeek.