direct naar inhoud van 4.2 Geluid
Plan: Buitengebied Borne, herziening Lodiek Landen 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz008-vg01

4.2 Geluid

4.2.1 Wettelijk kader

De Wet geluidhinder (Wgh) biedt een toetsingskader voor het geluidniveau op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen. De Wgh heeft tot doel om geluidhinder te voorkomen en te beperken. Om deze hinder te voorkomen en te beperken tot aanvaardbare geluidsniveaus zijn verschillende grenswaarden opgenomen in de Wgh. In de Wgh zijn twee soorten grenswaarden opgenomen; de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare gevelbelasting.

  • Voorkeursgrenswaarde: met deze waarde wordt voor geluidgevoelige bebouwing binnen de invloedssfeer van een geluidsbron (weg, spoorweg enz.) een vrij goede woon-/leefsituatie gegarandeerd.
  • Maximaal toelaatbare gevelbelasting: deze waarde geeft de maximaal toelaatbare gevelbelasting voor geluidgevoelige bebouwing binnen de invloedssfeer van een geluidsbron weer.

De hoogte van de maximaal toegestane gevelbelasting is onder andere afhankelijk van de geluidsbron (weg- of railverkeer) en de ligging van de geluidgevoelige bebouwing (stedelijk of buitenstedelijk gebied). Daarnaast is er in de wet een bovengrens opgenomen, de maximaal toelaatbare geluidbelasting. Indien de geluidbelasting hoger is dan deze waarde, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen in principe niet mogelijk.

Wanneer de geluidbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidbelasting ligt, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen aan beperkingen gebonden en alleen onder voorwaarden mogelijk. Dit wordt een ‘hogere waarde’ genoemd (‘hoger’ in de zin van hoger dan de voorkeursgrenswaarde) en wordt via een formele procedure vastgelegd.

Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) artikel 74 hebben alle wegen een geluidszone. Uitzondering hierop zijn woonerven en 30 km/uur gebieden. De zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en of een weg binnen of buitenstedelijk is gelegen. Voor de bepaling van de maximale vast te stellen geluidbelasting houdt de Wet geluidhinder rekening met de ligging van de geluidgevoelige bestemmingen en wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijk en buitenstedelijk gebied. Binnen stedelijk gebied gelden over het algemeen minder strenge normen.

4.2.2 Situatie plangebied

Bij nieuw te bouwen woningen moet rekening worden gehouden met geluidhinder afkomstig van het wegverkeer. Voor woningen mag de gevelbelasting in beginsel niet hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde volgens de Wgh. Voor wegverkeer is deze waarde in artikel 82 van de Wgh vastgesteld op 48 dB.

De woning wordt gebouwd op ongeveer 90 meter uit de weg Lodiek Landen. De Lodiek Landen is een rustige weg in het buitengebied/kom van de gemeente Borne. Het betreft een eigen, niet openbare, weg. De gemeente schat de verkeersintensiteit op enkele tientallen voertuigen per etmaal.

Op basis van de lage verkeersintensiteit op de Lodiek Landen, de lage verkeersintensiteit in combinatie met het geldende 60 km-regime en het wegdek (DAB), wordt bij de nieuw te bouwen woning geen overschrijding verwacht van de ambitiewaarde uit het geluidbeleid van Borne (48 dB) en ook niet van de wettelijke voorkeursgrenswaarde (48 dB). Een akoestisch onderzoek in het kader van de Wgh wordt dan ook niet nodig geacht.

Aangezien de werktuigenberging alleen voor eigen gebruik zal worden aangewend en de te bouwen woning bestemd is voor bewoning door één gezin, wordt er vanuit gegaan dat deze activiteiten geen onevenredige verkeershinder in het agrarisch buitengebied zullen veroorzaken.