direct naar inhoud van Regels
Plan: Wijzigingsplan Algemene herziening Borne, Watertorenerf
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpAHBwz001-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Algemene herziening Borne, Watertorenerf" met identificatienummer NL.IMRO.0147.BpAHBwz001-vg01 van de gemeente Borne.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.

1.3 bestemmingsplan "Algemene herziening Borne"

het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" met identificatienummer NL.IMRO.0147.BpAHB-vg01 van de gemeente Borne, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Borne op 13 november 2018;

1.4 bestaand hoofdgebouw

het hoofdgebouw zoals aanwezig is op het moment van het ter inzage leggen van dit plan;

1.5 verbeelding

de verbeelding van het "Wijzigingsplan Algemene herziening Borne, Watertorenerf" bestaande uit de kaart met identificatienummer NL.IMRO.0147.BpAHBwz001-vg01;

Voor het overige blijven de in het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" opgenomen begrippen onverkort van toepassing op dit plan.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" onverkort van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met daaronder begrepen beroep-aan-huis;
  • b. inwoning

de daarbij behorende:

  • c. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • d. tuinen en erven;
  • e. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal woningen binnen een bouwvlak bedraagt het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', het maximum aangegeven aantal woningen bedraagt;
  • b. hoofdgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de woningen mogen zowel aaneengebouwd als vrijstaand worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn toegestaan;
    • 2. uitsluitend aaneengebouwde woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn toegestaan;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)', maximaal de aangegeven goothoogte met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - bestaand hoofdgebouw' de maximale goothoogte over een breedte van maximaal 3 meter per woning mag worden doorbroken tot de bouwhoogte;
  • f. de maximale bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt de in sub e bedoelde maximale goothoogte vermeerderd met 6 meter;
  • g. de gebouwen worden vanaf de bovenkant van de goot (kniklijn) afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling maximaal 60° bedraagt, met dien verstande dat:
    • 1. tussen de toegestane (denkbeeldige) dakvlakken met een helling van 60°; één en ander overeenkomstig het Envelop-principe zoals vermeld in Bijlage 6 ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer dan 60° en rechtopstaande gevelconstructies, waaronder ook topgevels zijn toegestaan;
    • 2. overschrijding van de (denkbeeldige) 60°- lijn is toegestaan voor dakkapellen, schoorstenen en andere uitstekende bouwdelen van ondergeschikte betekenis. Bouwdelen van ondergeschikte betekenis aan de voorgevel beslaan maximaal tweederde van de breedte van het dakvlak;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder h zijn de ten tijde van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande afdekkingen, die hiervan afwijken, toegestaan;
  • i. ten aanzien van de bouwpercelen gelden de volgende minimale breedtematen:
    • 1. bij vrijstaande woningen: 12 meter;
    • 2. bij aaneengebouwde woningen: 6 meter;
  • j. de afstand van een vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan beide zijden minimaal 2,5 meter;
  • k. ten aanzien van het parkeren op eigen erf wordt per vrijstaande woning op eigen terrein ruimte gereserveerd voor minimaal één parkeerplaats.

3.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat de afstand van de voorgevelrooilijn en het bijgebouw minimaal 1 meter bedraagt;
  • b. het gezamenlijke oppervlak van gebouwen, carports en overkappingen bedraagt maximaal 60% van het oppervlak van het bouwperceel;
  • c. het gezamenlijke oppervlak van bijgebouwen bedraagt (met inachtneming van het bepaalde in sub c) maximaal:
    • 1. 55 m² op een bouwperceel met een oppervlakte tot en met 500 m²;
    • 2. 65 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 501 tot en met 750 m²;
    • 3. 75 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 751 tot en met 1000 m2;
    • 4. 90 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 1001 m² tot en met 1500 m²;
    • 5. 100 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 1501 m² tot en met 2000 m²;
    • 6. 125 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 2001 m² tot en met 3000 m²;
    • 7. 145 m² op een bouwperceel met een oppervlakte van 3001 m² en groter;

met dien verstande dat overkappingen en carports niet worden meegerekend met het maximaal toelaatbaar oppervlak aan bijgebouwen;

  • d. de maximale oppervlakte per bijgebouw bedraagt maximaal 100 m²;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 6 meter;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,6 meter, met dien verstande dat de goothoogte van een met het hoofdgebouw verbonden bijgebouw maximaal bedraagt:
    • 1. 3,6 meter of;
    • 2. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag of
    • 3. de bouwhoogte van het verlengde van de dakhelling van het hoofdgebouw;
    • 4. de bouwhoogte van autoboxen bedraagt maximaal 3 meter;

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen carports of overkappingen zijnde, gelden de volgende regels, met uitzondering van het gestelde onder 3.2.4:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde v bedraagt maximaal 1 meter oor de voorgevelrooilijn en maximaal 2 meter achter de voorgevellijn, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt maximaal 3 meter;
    • 2. de bouwhoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 3 meter;

3.2.4 Carports en overkappingen

Voor het bouwen van carports en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. carports mogen gebouwd worden met een maximaal oppervlak van 30 m² en een maximale bouwhoogte:
    • 1. 3 meter of;
    • 2. de hoogte van de eerste bouwlaag.

met dien verstande dat het gezamenlijk oppervlak van hoofdgebouwen en bijgebouwen, carports en overkappingen ten hoogste 60% van het oppervlak van het bouwperceel bedraagt;

  • b. overkappingen mogen worden gebouwd met een maximaal oppervlak van 30 m2 en een maximale bouwhoogte van:
    • 1. 3 meter of;
    • 2. de hoogte van de eerste bouwlaag;

met dien verstande dat het gezamenlijke oppervlak van hoofdgebouw en bijgebouwen, carports en overkappingen ten hoogste 60% van het oppervlak van het bouwperceel bedraagt.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de aanleg en omvang van parkeergelegenheid;
    • 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. ter waarborging van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
    • 3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
    • 4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
    • 5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijking van de bouwregels
3.4.1 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 sub a voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (zoals erfafscheidingen), voor de voorgevelrooilijn met een maximale bouwhoogte van 2 meter, met dien verstande dat er vanaf 1 meter hoogte sprake dient te zijn van een open constructie (minimaal 80% open).

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Beroep-aan-huis

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken voor een beroep-aan-huis gelden de volgende regels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van een beroep-aan-huis mag maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en bijgebouw bedragen met een maximum van 45 m2;

3.5.2 Strijdig gebruik
  • a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het slopen en nieuwbouw van een hoofdgebouw ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - bestaand hoofdgebouw'.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'bestaand hoofdgebouw' het bestaande hoofdgebouw wordt gesloopt en een nieuw hoofdgebouw ten behoeve van aaneengebouwde woningen wordt gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. het nieuwe hoofdgebouw binnen het bouwvlak wordt opgericht;
    • 2. er in de nieuwe situatie sprake is van een verbetering van de stedenbouwkundige- en beeldkwaliteit ter plaatse. Daartoe dient de aanvrager een door B&W goedgekeurd beeldkwaliteitsplan op te stellen.
  • c. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval het gebruik van, of laten gebruiken van de in de bestemming aangegeven gronden en bouwwerken voor:
    • 1. wonen in vrijstaande bijgebouwen;
    • 2. seksinrichtingen.
3.6 Afwijking van de gebruiksregels
3.6.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.1 voor de uitoefening van een bedrijf-aan-huis in het hoofd- of bijgebouw met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. een omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit);
    • 2. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. parkeren dient zoveel mogelijk op eigen terrein plaats te vinden;
  • e. dat detailhandel uitsluitend in de volgende vormen is toegestaan:
    • 1. een beperkte verkoop in het klein in verband met de uitoefening van het bedrijf-aan-huis in of bij het hoofdgebouw;
    • 2. detailhandel waarbij de verkoop uitsluitend via elektronische weg plaatsvindt en ter plaatse geen goederen worden uitgestald of aan particulieren worden afgeleverd;
  • f. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van een bedrijf-aan-huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 45 m².

Artikel 4 Waarde - Archeologie hoog

De bestemming "Waarde - Archeologie hoog" (artikel 32) van het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" is onverkort van toepassing op dit plan

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" blijven onverkort van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

Het overgangsrecht zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Algemene herziening Borne" blijft onverkort van toepassing op dit plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Algemene herziening Borne, Watertorenerf"