Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Muldersweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0141.BP00109-0401

4.8 Bodem

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Kruse Milieu B.V. uit Geesteren heeft op de locatie een verkennend en een nader bodemonderzoek uitgevoerd. De bevindingen van het onderzoek zijn beschreven in de rapportage van oktober 2012 (projectcode 12038410). Onder verwijzing naar het volledige rapport dat als bijlage aan de toelichting is gekoppeld, worden hierna in het kort de bevindingen en de conclusies beschreven.
 
De aanleiding van het onderzoek is de bestemmingsplanwijziging en de geplande nieuwbouw van een woning. Het onderhavige rapport beschrijft het verkennend en afperkend bodemonderzoek op een deel van het terrein aan de Muldersweg (ten noorden van huisnummer 10) in Bornerbroek. Voorafgaande aan het bodemonderzoek heeft een standaard vooronderzoek plaatsgevonden op basis van de NEN 5725. Uit de resultaten van dit vooronderzoek is gebleken dat de locatie als onverdacht kan worden beschouwd. De onderzoeksopzet gaat uit van NEN 5740, "Bodem. Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek" . De doelstelling van het onderzoek op een onverdachte locatie is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond of het freatisch grondwater. De onderzoekslocatie is onbebouwd en onverhard (weiland). De onderzoekslocatie omvat circa 1180 m².
 
Uit de chemische analyses blijkt dat er verontreinigingen zijn in de bovengrond (boring 4) en het grondwater.
Bovengrond
In de bovengrond zijn verontreinigingen aangetroffen met cadmium, koper, kwik, lood, zink en PAK. De oorzaak voor de licht tot matig verhoogde gehalten wordt gezocht in de waargenomen bodemvreemde materialen. Navraag bij de terreineigenaar wees uit het hier mogelijk opgebrachte grond (ter plaatse van boring 4, van voor 1970) betreft. De herkomst hiervan is onbekend. De opdrachtgever heeft aangegeven dat de locatie waarop zich de verontreiniging bevindt geen deel uitmaakt van de bouwlocatie en onderdeel uit zal maken van de tuin.
Naar aanleiding van het matig verhoogde zinkgehalte in het grondmonster boring 4 is in overleg met de opdrachtgever besloten aanvullend onderzoek te verrichten.
 
Grondwater
In het grondwater is barium aangetroffen. Het aangetoonde licht verhoogde bariumgehalte in het grondwater is mogelijk te wijten aan een (natuurlijk) verhoogde achtergrondwaarde. In de ondergrond zijn roesthoudende lagen waargenomen, wat duidt op de natuurlijke aanwezigheid van metalen in de bodem. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet
noodzakelijk geacht.
 
Aanvullend onderzoek
Op basis van het aangetroffen verhoogde zinkgehalte is conform NTA 5755 een conceptueel model opgesteld, waarbij de aandacht vooral uit gaat naar de omvang van de verontreiniging. 
In geen van de onderzochte (meng)monsters uit de afperkende boringen zijn verhoogde gehalten ten opzichte van de achtergrondwaarde aan zink aangetoond. Uit de resultaten van de chemische analyses blijkt dat de aangetoonde verontreiniging zowel in horizontale als in verticale richting in voldoende mate is afgeperkt. Er is derhalve geen saneringsnoodzaak.
 
Conclusies
Er dient voorkomen te worden dat er vermenging ontstaat met schone grond. Tevens mag de verontreinigde grond niet worden verminderd of verplaatst zonder toestemming van bevoegd gezag (gemeente Almelo). Indien de grond alsnog wordt afgevoerd dient dit in overleg met de
gemeente te geschieden. Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen. Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dient te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente).
Uit milieukundig oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en de nieuwbouwplannen, aangezien de vastgestelde verontreinigingen geen risico's voor de volksgezondheid opleveren. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).