direct naar inhoud van 4.8 Flora en fauna
Plan: Tusveld 77
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00089-0601

4.8 Flora en fauna

Bij ruimtelijke ingrepen zoals de sloop van bestaande bebouwing en realisatie van gebouwen, moet wettelijk gezien rekening worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Het onderzoek naar de natuurwaarden dient enerzijds aan te geven of deze waarden er zijn en anderzijds of de nieuwe ontwikkeling de aanwezige natuurwaarden aantast.

Er is een quickscanonderzoek (veldonderzoek) uitgevoerd naar de noodzaak en mogelijkheden voor gebied- en soortenbescherming. Dit onderzoek is een eerste beoordeling van de verwachtingswaarde voor natuurlijke groeiplaatsen voor planten en vaste rust- en verblijfsplaatsen voor dieren. Hierna volgt een korte beschrijving van de resultaten.

4.8.1 Onderzoek

De locatie maakt geen onderdeel uit van een ecologische hoofdstructuur of een om zijn natuurwaarde te beschermen gebied. Ook maakt de locatie geen onderdeel uit van een lokale ecologische verbindingszone. Ingrepen in het gebied leiden niet tot aantasting van een beschermd natuurgebied of hoge natuurwaarde. De onderzoekslocatie bevindt zich binnen een stadsrandgebied met mixlandschap met landbouw, natuur, water en wonen als goede buur (zie kaart, natuurbescherming).

Er is een verkennend veldonderzoek uitgevoerd. Tijdens dit veldonderzoek is gekeken naar de in het gebied voorkomende soorten en de mogelijkheid dat de ontwikkeling een invloed heeft op voorkomende soorten of een leefgebied verstoord.

Om de ontwikkeling mogelijk te maken zal een bestaande schuur worden gesloopt. Het is niet nodig om bestaande bomen weg te halen. Wel zal de bestaande schuur moeten worden gesloopt. De nieuwe woning zal gerealiseerd worden op de plaats van de huidige schuur. Tijdens het veldonderzoek zijn er ter plaatse geen rust- en verblijfplaatsen aangetroffen van zoogdieren, reptielen, vleermuizen, vogels of andere te beschermen diersoorten. Het is echter niet uit te sluiten dat de te slopen schuur een vaste broed en verblijfsplaats is voor vleermuizen of andere zoogdieren. De omgeving van de schuur is akkerland, erf en weide.

Om te kunnen bepalen of er sprake is van een ‘goede ruimtelijke ordening’, is een onderzoek nodig om te bepalen of de voorgenomen activiteit past binnen de regels van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Om deze beoordeling mogelijk te maken is een onderzoek (zie Bijlage 2) uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde planten en dieren, evenals nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten die door de uitvoering van de voorgenomen activiteiten vernield of verstoord worden. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de voorgenomen activiteit in strijd is met de natuurbeschermingswet.

4.8.2 Beoordeling en conclusie

Het veldonderzoek heeft geen waarnemingen opgeleverd van te beschermen planten- en diersoorten opgeleverd. De bestaande bebouwing (schuur) zal in zijn geheel worden gesloopt. Er zullen geen bomen worden gekapt of groen worden gerooid. Oude natuurlijke elementen en moeilijk vervangbare natuurwaarden zijn op de bouwlocatie niet aanwezig.

Quickscan Flora en Fauna

Voorgenomen activiteit wordt gezien als ‘ruimtelijke ontwikkeling’. Voor het verstoren van soorten van tabel 1 van de Ff-wet geldt een algemene vrijstelling, idem voor soorten van tabel 2 mits er gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode. Alle soorten van tabel 3 zijn strikt beschermd, evenals bezette vogelnesten en jaarrond beschermde nesten en nestlocaties.

Vanwege de aanwezigheid van bezette vogelnesten in de stallen, wordt geadviseerd om de stallen buiten de broedtijd te slopen. De broedtijd duurt van begin maart tot half september. Het plangebied wordt niet gebruikt als broedplaats door soorten waarvan de nestplaats jaarrond beschermd is.

Er zijn geen beschermde soorten uit tabel 2&3 van de Ff-wet in het plangebied aangetroffen. Zeer waarschijnlijk worden de gebouwen niet gebruikt als vaste verblijfplaats van vleermuizen. De aanwezigheid van één of enkele individuen kan op basis van het uitgevoerde onderzoek niet uitgesloten worden. Het lijkt uitgesloten dat het gebouw fungeert als winterverblijf, kraamkamer of zomerverblijf voor groepen vleermuizen. De functionaliteit van het gebouw als paarplaats van één of enkele vleermuizen kan niet uitgesloten worden op basis van het uitgevoerde onderzoek, maar dit lijkt niet aannemelijk op basis van de staat van onderhoud, bouwstijl en de gebruikte bouwmaterialen van de gebouwen. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.

Het plangebied ligt niet in de Ecologische Hoofdstructuur, Natura2000-gebied of een beschermd natuurmonument. Aangenomen wordt dat de voorgenomen activiteit geen aantoonbaar significant negatief effect op beschermde natuurgebieden heeft.