direct naar inhoud van 3.4 Bodem
Plan: Nijrees Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00037-0401

3.4 Bodem

Mos Grondmechanica heeft in 2008 (datum rapport 3 juli 2008) een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd voor de gronden gelegen binnen het plangebied. Doel van het onderzoek was het krijgen van een inzicht in de actuele bodem- en grondwaterkwaliteit ter plaatse. Uit het onderzoek blijkt het volgende:

Vanaf het maaiveld (mv) is tot een diepte van 0,5 rn-mv matig fijn, zwak siltig en sterk humeus zand aangetroffen. Daaronder bevind zich tot aan de verkende diepte van 3,0 m-mv een laag van matig fijn, zwak siltig zand met af en toe leemlaagjes. Aan de opgeboorde grondslag zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen die duiden op een mogelijke bodemverontreiniging. De grondwaterstand bevond zich ten tijde van de monsterperiode globaal op 2 m-mv.

In de samengestelde mengmonsters van de bovengrond zijn licht verhoogde gehaltes boven de streef cq. “trigger” waarde aangetroffen aan koper, kwik, PAK en EOX. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond.

Het grondwater is licht verontreinigd met chroom en koper en sterk verontreinigd met cadmium, nikkel en zink. Omdat de aangetoonde concentraties in het grondwater de streefwaarde overschrijden is de onderzoekshypothese “onverdachte locatie” verworpen. De aangetoonde concentraties overschrijden de interventiewaarde, waardoor er vanuit de Wet bodembescherming aanleiding is tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

In het kader van het nader onderzoek heeft er overleg plaatsgevonden met de gemeente Almelo. Uit de door de gemeente verstrekte informatie is gebleken dat in de directe omgeving van het onderzoeksgebied “van nature” vaker verhoogde gehaltes aan zware metalen in het grondwater zijn gemeten. De sterk verhoogde gehalten aan zware metalen – in dit geval cadmium, nikkel en zink – in het grondwater tussen de Nijreesweg en de Weezebeek zijn mogelijk van nature aanwezig. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het zwak zure karakter van het grondwater met gemeten pil-waarden vanaf pil = 6 met uitschieters naar beneden, waardoor de mobiliteit van zware metalen wordt bevorderd. Deze hypothese wordt bevestigd door het feit dat zowel in de boven- als ondergrond geen cadmium, nikkel en zink boven de streefwaarde worden aangetroffen.

Ten aanzien van de verhoogde gehaltes aan zware metalen in het grondwater (met name cadmium, nikkel en zink) zijn geen aanvullende maatregelen benodigd. Vanwege het natuurlijk karakter kunnen sterke fluctuaties in de pH-waarden optreden waardoor de concentraties aan zware metalen (bijvoorbeeld cadmium, nikkel en zink) kunnen variëren. De risico's voor de volksgezondheid zijn nihil. Contactmogelijkheden met verontreinigd grondwater zijn gering. Geadviseerd wordt ter plaatse geen grondwater te onttrekken ten behoeve van consumptie.

Asbestonderzoek
Van de opgeboorde grondslag is 1 mengmonsters samengesteld van circa 10 kilogram elk, die conform de NEN 5707 zijn geanalyseerd op het voorkomen van asbest. Uit het analytisch onderzoek blijkt dat er in deze monsters van RE A t/m K geen asbest voorkomt in een concentratie > 2 mg/kgds serpentijn equivalent, hetgeen ruim lager is dan de wettelijke norm van 100 mg/kgds serpentijn equivalent.

Conclusie

De gemeente Almelo heeft het bodemonderzoek in december 2011 beoordeeld. De gemeente bevestigt daarbij de bovenbeschreven conclusies van het onderzoek en stelt vast dat het bodemonderzoek een goed beeld geeft van de kwaliteit van de bodem van het te bebouwen gebied. De aangetoonde concentraties zware metalen in het grondwater hebben een natuurlijke oorsprong en zijn van dien aard dat er geen bijzondere voorwaarden aan het toekomstige gebruik van het gebied als woningbouwlocatie hoeven te worden gesteld.