direct naar inhoud van 7.3 Verantwoording van de regels
Plan: Hoek Kerkhofsweg_Ootmarsumsestraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00032-0601

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Tuin ( Artikel 3)

Functie

De voor 'Tuin' bestemde gronde n zijn bedoeld voor tuinen, bijbehorende bouwwerken ten behoeve van wonen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water. Daarnaast zijn deze gronden tevens bedoeld voor de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, verhardingen, tuinafscheidingen en overige bijbehorende voorzieningen.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 meter bedraagt en in de overige gevallen maximaal 2 meter bedraagt.

Verkeer (Artikel 4)

Functie

Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor onder andere wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden, groen- en speelvoorzieningen, voorzieningen ter wering van het verkeerslawaai, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, straatmeubilair zoals lichtmasten en verkeerslichtinstallaties, alsmede abri's, reclame- en informatieobjecten, kunstwerken, vlaggenmasten en dergelijke, bovengrondse en/of ondergrondse voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water. Eén en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen en overige bijbehorende voorzieningen.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen enkel gebouwen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen. De regeling spitst zich vooral toe op bouwwerken, geen gebouwen zijnde waarvan de bouwhoogte van kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging maximaal 10 meter mag bedragen. De bouwhoogte van speelinstallaties en ballenvangers mag niet meer dan 6 meter bedragen en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 meter bedragen.

Wonen ( Artikel 5)

Functie

Gronden met de bestemming 'Wonen' zijn bedoeld voor het wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit. Daarnaast zijn deze gronden tevens bedoeld voor tuinen en erven en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water. Eén en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere bijbehorende voorzieningen.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming 'Wonen' is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

De hoofdgebouwen, uitsluitend grondgebonden woningen moeten binnen het bouwvlak gebouwd worden waarbij per bouwvlak een maximaal aantal toegestane woningen is bepaald. De goot- en bouwhoogte van een woning mag respectievelijk niet meer bedragen dan 6 en 9 meter.

Aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen bij recht een maximale goothoogte/bouwhoogte hebben van 3,3 meter. Vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen een maximale goothoogte van 3,30 meter hebben en een maximale bouwhoogte van 5 meter. Bijbehorende bouwwerken worden minstens 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd. De gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 75 m².

Tot slot zijn binnen deze bestemming bouwwerken, geen bouwwerken zijnde toegestaan waarbij in de regels is opgenomen dat de hoogte hiervan voor (het verlengde van) de voorgevel maximaal 1 meter mag bedragen. In de overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2 meter.

Leiding - Gas (Artikel 6)

Functie

Deze dubbelbestemming is gericht op de bescherming van de gasleiding. De dubbelbestemming schort de werking van de onderliggende (basis)bestemming op.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen bij recht geen gebouwen worden gebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 3 meter. Middels een afwijking is het mogelijk om ten behoeve van de onderliggende (basis)bestemmingen te bouwen. De omgevingsvergunning om af te wijken kan alleen worden verleend, mits het functioneren van de leiding niet in het geding komt.