direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Meppel - Nieuwveense Landen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.NieuwveenseLanden-BPC1

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderopvang;
  • b. een centrum waar werkzoekenden werkzaamheden verrichten en van waaruit de werkzaamheden voor derden gecoördineerd worden met bijbehorende leslokalen, werkruimten, kantoor en opslagruimte;
  • c. een informatiecentrum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', tevens ambachtelijke bedrijven tot en met categorie 2 van Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten Maatschappelijk;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens het wonen in één bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. detailhandel en restauratieve voorzieningen ten behoeve van de bestemming;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. wegen en paden;
  • l. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • m. tuinen en terreinen;
  • n. bebouwing;

met dien verstande dat, met uitzondering van het bepaalde onder e, geluidgevoelige functies niet zijn toegestaan.

8.2 Bouwregels

Op of in de voor 'Maatschappelijk ' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de onder 8.1 genoemde voorzieningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten.
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van de onder 8.2 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage ten hoogste het aangegeven percentage bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde mogen worden overschreden door:
    • 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    • 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    • 3. (hoek)erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits over niet meer dan de halve gevelbreedte en mits de (verlengde) grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,5 meter worden overschreden;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden;
  • f. per gebouw moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
8.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van een bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken de volgende bepalingen gelden:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag ten hoogste 250 m² bedragen;
  • b. de goot- respectievelijk bouwhoogte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 4,5 respectievelijk 12 meter bedragen;
  • c. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 3 meter bedragen en van een carport niet minder dan 1 meter;
  • d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
  • e. de dakhelling van een bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 60º bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 5 meter bedragen.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 meter bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte ten hoogste 6 meter bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Wijzigingsbevoegdheid
8.4.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming wijzigen in ' Wonen ', met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er is niet meer dan 1 hoofdgebouw toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen bedraagt niet meer dan 250 m²;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 4,5 respectievelijk 12 meter;
  • d. de dakhelling van een hoofdgebouw mag ten hoogste 60° bedragen;
  • e. voor de voorgevelrooilijn van bestaande gebouwen mogen geen gebouwen worden gebouwd.