direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Meppel - Winkelcentrum Koedijkslanden e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.KoebergZuid-BPC1

4.1 Milieu

De ontwikkeling in het plangebied levert mogelijk milieuhinder op voor de woningen in de omgeving ervan. In deze paragraaf wordt dit beschreven.

4.1.1 Bedrijven en milieuzonering

Een eerste indicatie van mogelijke hinder is te achterhalen door het raadplegen van de VNG publicatie "Bedrijven en milieuzonering".

De bedrijven in het plangebied betreffen vooral detailhandelsfuncties die vallen in de categorieën 1 en 2. Dit zijn categorieën met een richtafstand van respectievelijk 10 en 30 meter ten opzichte van een rustige woonwijk, of een rustig buitengebied. Deze bedrijfscategorieën zijn goed verenigbaar met woningen.

Daarnaast is bij het plangebied sprake van een gemengd gebied en niet van een stille woonwijk, door de aanwezigheid van verschillende functies. Hierdoor is een reductie van de afstanden met één categorie mogelijk. Dit betekent dat de hinderafstand van 30 meter gereduceerd kan worden naar 10 meter. Alle woningen in de omgeving van het plangebied liggen buiten deze indicatieve hinderzone. Hinder van de aspecten geluid, geur, stof en gevaar vanaf het plangebied is daarom in eerste instantie niet aannemelijk.

Wel is het aspect geluid een aandachtspunt, in verband met onder andere het laden en lossen en wordt daar nader op ingegaan in 4.1.2.

4.1.2 Geluid

Het aspect geluid is in het plangebied van belang voor het laden en lossen van vrachtwagens bij de supermarkt (Activiteitenbesluit). Hoewel het plangebied ogenschijnlijk aan doorgaande wegen (Rembrandtlaan en Zuiderlaan) ligt, is onderzoek naar wegverkeerslawaai niet nodig. De wegen hebben namelijk geen wettelijk vastgelegde geluidszone, omdat ze gecategoriseerd zijn als erftoegangsweg en een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben (Wet geluidhinder). Bovendien valt het plangebied ook buiten de inventarisatieafstand voor geluid van de snelweg A32 en de spoorlijn Meppel-Zwolle. Daarnaast is industrielawaai niet van toepassing. Het plangebied valt buiten de zones van het gezoneerde industrieterrein Oevers.

Het laden en lossen voor de supermarkt valt onder het Activiteitenbesluit. Hiervoor is een akoestisch onderzoek uitgevoerd en bijgevoegd in de bijlagen bij dit plan. Het onderzoek is bedoeld voor het vaststelling van de geluidsemmissie van de bedrijven (winkels, etc) op de omgeving, het vaststellen van de geluidsbelasting op de omgeving en het toetsen van de berekende geluidsniveaus aan de betreffende voorschriften. Daarbij gaat het om langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidsniveaus als gevolg van de representatieve bedrijfssituatie.

Uit het onderzoek naar de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus blijkt dat er overdag voldaan wordt aan deze niveaus. Overschrijdingen door installaties kunnen worden voorkomen door het nemen van de nodige maatregelen. Andere overschrijdingen die plaatsvinden worden vooral veroorzaakt door personenauto's die van en naar het winkelcentrum rijden. Dit geldt vooral in de dag- en avondperiode. De geluidswering van de woningen is toereikend om een acceptabel binnenniveau te handhaven.

Het maximale geluidsniveau wordt veroorzaakt door het optrekken en remmen van vrachtwagens van en naar het winkelcentrum en het sluiten van portieren van personenauto's. De piekgeluiden hiervan worden beperkt tot de dagperiode, omdat tijdens deze periode de bevoorrading plaatsvindt en de meeste bezoekers naar het winkelcentrum komen. Bezoekers zijn in de dag- en avondperiode onvermijdelijk, in verband met de openingstijden van de winkels. In de nachtperiode zijn de piekniveaus acceptabel, omdat de hinder ten gevolge van het sluiten van de portieren dan beperkt is. Het aantal bezoekers is immers minimaal.

4.1.3 Bodem

Bodem is een belangrijk toetsingskader op het moment dat nieuwe ontwikkelingen spelen. Vooral bij nieuwe woningbouwontwikkelingen moet aangetoond worden dat woningen op een bodem van voldoende kwaliteit worden gebouwd. Omdat het plangebied op dit moment nog bebouwd is, is het niet mogelijk om al een bodemonderzoek uit te voeren in het gehele plangebied. Wel is een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd voor die delen van het plangebied waar dit mogelijk was. Vervolgens is een nader bodemonderzoek uitgevoerd, dit laatste is toegevoegd in de bijlagen bij dit plan. In de bijlagen bij dat onderzoek is ook het verkennend milieukundig bodemonderzoek gevoegd.

Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de resultaten van het verkennend milieukundig onderzoek (augustus 2012). Het verkennende onderzoek had tot doel inzicht te geven in de kwaliteit van de bodem, in verband met de gewenste ontwikkeling in het plangebied. Uit het verkennend milieukundig onderzoek blijkt dat het plangebied over het algemeen milieukundig onverdacht is en dat geen aanvullend onderzoek nodig is. Dit omdat er of geen overschrijding plaatsvindt van streef-, detectie- en/of tussenwaarden.

Voor de specifieke locatie Rembrandtlaan 24 is een aanvullend onderzoek uitgevoerd, om inzicht te geven in de mate van een bekende verontreiniging in het grondwater bij dat perceel. Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een ernstige verontreiniging. Maar omdat deze veroorzaakt is voor 1987 is sanering niet spoedeisend. Dit volgt uit de kaders van de Wet bodembescherming.

4.1.4 Luchtkwaliteit

Een goede luchtkwaliteit is van belang voor een goed leefklimaat. In de huidige situatie heeft de lucht in het plangebied een goede kwaliteit. Door de ontwikkeling in het plangebied neemt het aantal verkeersbewegingen toe. Een wijziging in de luchtkwaliteit is daarom niet uitgesloten. Voor de luchtkwaliteit is een worst-case berekening gemaakt met behulp van de Nibm-tool (beschikbaar via het ministerie). Uit die berekening blijkt dat de bijdrage van het verkeer mogelijk in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Voor de exacte bijdrage is een nader onderzoek nodig. Dit onderzoek is uitgevoerd en bijgevoegd in de bijlagen.

Onderzoek

De Wet milieubeheer luchtkwaliteiteisen vormt geen belemmering vormt voor de uitvoering van het bestemmingsplan. Dit blijkt uit de uitkomsten van het onderzoek. Het extra verkeer leidt tot een toename van de concentraties luchtverontreinigende stoffen, maar in geen geval tot overschrijding van de normen.