direct naar inhoud van 4.4 Waterhuishouding
Plan: Meppel - Centrumschil
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2

4.4 Waterhuishouding

4.4.1 Europees beleid

De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW is sinds december 2000 Europees van kracht en maakt het mogelijk om waterverontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal aan te pakken. De kaderrichtlijn is geen vrijblijvende richtlijn, ze vormt een Europese verplichting, waar de waterbeheerder (Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten) niet omheen kan. De belangrijkste doelstellingen van de KRW zijn:

  • van water afhankelijke ecosystemen in stand te houden en te verbeteren;
  • de beschikbaarheid van water veilig te stellen en het duurzaam gebruik te bevorderen;
  • het aquatisch milieu in stand te houden en te verbeteren door het voorkomen van verontreiniging;
  • de gevolgen van overstroming en droogte te beperken.

Via de Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water is de KRW vertaald in de Nederlandse wetgeving. De Implementatiewet is gepubliceerd in het Staatsblad 2005, nr. 303. De wet, een wijzigingswet, regelt dat stroomgebiedbeheerplannen en maatregelenprogramma's een plaats vinden in het planstelsel van de Wet op de waterhuishouding. Verder regelt de wet dat de milieudoelstellingen van de KRW zullen worden geconcretiseerd als milieukwaliteitseisen in het kader van de Wet milieubeheer. Het bindende karakter van de KRW-doelstellingen vereist vastlegging van de doelstellingen in wettelijke voorschriften. Het gaat daarbij om een algemene maatregel van bestuur en provinciale verordeningen op basis van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer, waarin ook de doorwerking van de doelstellingen naar vergunningverlening en andere besluiten van overheidsinstanties wordt geregeld.

In de Europese Kaderrichtlijn Water is de Europese Unie opgedeeld naar de stroomgebieden van de grote rivieren. Eén daarvan is de Rijn. De EU heeft het lange traject van Rijn naar Noordzeedelta onderverdeeld in vier stroomgebieddistricten. Die zijn weer gesplitst in deelstroomgebieden, waarvan Rijn Oost er één is. In het Regionaal Bestuurlijk Overleg werken de gemeente Meppel en het waterschap Reest en Wieden samen met diverse andere overheden en bij het waterbeheer betrokken instanties.

4.4.2 Rijksbeleid

Het Rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in het nationaal waterplan (2009). Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2009-2015. Het NWP beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.

Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. Het NWP bouwt voort op de nota Waterbeheer 21e eeuw. Hierin wordt gesteld dat aan het watersysteem meer aandacht moet worden gegeven om de natuurlijke veerkracht te benutten. Het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie “vasthouden - bergen - afvoeren” staat hierbij centraal. Van belang is dat overtollig water zoveel mogelijk wordt vastgehouden in de "haarvaten" van het bestemmingsplangebied. Wanneer dit ontoereikend is moet worden gezocht naar bergingsmogelijkheden. Pas in laatste instantie is afvoer van overtollig water naar benedenstroomse gebieden aan de orde.

4.4.3 Regionaal beleid

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's waar het waterschap zich mee bezighoudt:

  • Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld. Het plangebied ligt gedeeltelijk in de zone van hydrologische beïnvloeding. De zone is bedoeld als signaal voor mogelijke knelpunten in het uitvoeren van het dagelijkse waterbeheer;
  • Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we de nota Waterbeheer in de 21e eeuw (WB21). Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert. Het plangebied Centrumschil ligt in een beekdal of in de lagere delen van het beheergebied van Reest en Wieden. In het beekdal kunnen extreme omstandigheden nadrukkelijk leiden tot wateroverlast en schade. Ook komen natuurlijke laagtes in het gebied voor waar plaatslijk wateroverlast een rol kan spelen;
  • Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. In of in de nabijheid van het plangebied zijn enkele waterlichamen aanwezig waarop de doelen direct van toepassing zijn, dat zijn het Meppelerdiep, de Reest en de Wold Aa.

Conserverende plannen die geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken hebben in beginsel geen invloed op de waterhuishouding. Het waterschap gaat akkoord met dergelijke plannen onder de volgende voorwaarden:

  • In de waterparagraaf wordt een goede omschrijving van de waterhuishouding (ook van het bestaan van huidige knelpunten) opgenomen, evenals van het huidige waterbeleid.
  • In geval van ontwikkelingsmogelijkheden d.m.v. een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsbevoegdheid wordt als uitgangspunt genomen dat de bestaande waterhuishouding niet mag verslechteren als gevolg van de ontwikkeling. Deze voorwaarde dient in de regels te worden opgenomen. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkeling wordt het waterschap betrokken.
  • Alleen de belangrijkste waterlopen worden bestemd op de plankaart.

Afbeelding 14: Fragment beleidskaart water (bron: Waterschap Reest en Wieden).
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2_0014.jpg"

4.4.4 Gemeentelijk beleid

Stedelijke wateropgave Meppel
De stedelijke wateropgave is een concretisering van het Waterplan van gemeente, waterschap en Vitens uit 2001. De wateropgave bestaat uit de aanpak van wateroverlast door overstromend oppervlaktewater, van de wateroverlast in relatie tot rioolcapaciteit en van grondwateroverlast. In het geactualiseerde Nationaal bestuursakkoord Water is afgesproken dat het waterschap en de gemeente de stedelijke wateropgave gezamenlijk in kaart brengen en afspraken maken over een maatregelenprogramma en bijbehorende financiering. Het waterschap is verantwoordelijk voor het regionale watersysteem en daarmee ook voor de wateroverlast door overstromend oppervlaktewater. De gemeente kent enkele zorgplichten ten aanzien van hemelwater, grondwater en oppervlaktewater. Met betrekking tot de stedelijke wateropgave maakt de gemeente daarom inzichtelijk wat de riolerings- en grondwateropgaven is.

(Verbreed) gemeentelijk rioleringsplan
Het vGRP beschrijft de beleidsvoornemens en (bijbehorende) maatregelen voor inzameling, transport en verwerking van stedelijk afval-, hemel- en grondwater in de gemeente Meppel voor de periode 2011 tot en met 2015. Het vGRP vertaalt de voorgenomen maatregelen in een kostendekkingsplan en geeft aan welke gevolgen dit heeft voor de rioolheffing en de organisatie. In tegenstelling tot het voorgaande GRP is dit vGRP meer geschreven vanuit de beleidskaders in plaats van vanuit het operationele programma (de activiteiten).

4.4.5 Watersysteem

Het waterschap Reest en Wieden is verantwoordelijk voor het regionale watersysteem en daarmee ook voor de wateroverlast door overstromend oppervlaktewater. De gemeente Meppel kent enkele zorgplichten ten aanzien van hemelwater, grondwater en oppervlaktewater. De gemeente Meppel en het waterschap Reest en Wieden hebben gezamenlijk besloten voor een integrale benadering van de stedelijke wateropgave waarbij de knelpunten op het vlak van oppervlaktewater, hemelwater en grondwater integraal worden opgelost.

Regionale watersysteem
In het gebied ten oosten van Meppel is door opstuwing van landijs een

aaneengesloten keileempakket ontstaan, dat relatief hooggelegen is: het Drents

Plateau. Regenwater infiltreert op het hoger gelegen Drents Plateau en komt als kwel ten westen van Meppel (De Wieden en Nijeveense Polder) weer omhoog. Daarnaast zijn er plaatselijke ondiepe systemen (regionale kwel). Bijvoorbeeld langs de rand van het beekdal van de Reest ligt een zandrug waar water infiltreert dat in het beekdal opkwelt. De Reest wordt zo vooral gevoed door kwelwater. Rondom de Wold Aa speelt regionale kwel nauwelijks een rol.

In Meppel komen verschillende beken en kanalen bij elkaar. De wateren stromen uit het noorden en oosten en komen bij Meppel samen. Het water wordt uiteindelijk afgevoerd via het Meppelerdiep in de richting van het Zwarte water, via het gemaal bij Zwartsluis. De wateroverlast in Meppel wordt onder meer veroorzaakt door een te geringe afvoercapaciteit in extreme situaties van met name de Wold Aa en het Meppelerdiep en door de opstuwing die plaats vindt in het Mallegat. Onder meer door de kanalisering van beken stroomopwaarts van Meppel en verharding van oppervlakken is de afvoer van regenwater versneld. Een specifiek knelpunt in Meppel is het Meppelerdiep, waar bij harde westenwind opstuwing kan plaatsvinden.

Afbeelding 15: Laag gelegen gebieden en waterkeringen.
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2_0015.jpg"

Om wateroverlast in het stedelijke gebied te voorkomen wordt Meppel op enkele punten beschermd met keringen. De hoogte van deze keringen worden afgestemd op de maatgevende hoogwaterstand. Deze is bij Meppel 70 cm boven NAP.

In Meppel komen enkele gebieden voor met puthoogtes lager dan de maatgevende hoogwaterstand van 70 cm boven NAP. Deze gebieden zijn Oevers D, Blankenstein en Slingenberg. Binnen het onderhavige plangebied betreft het een deelgebied rond het Jufferenpad/Blankensteinweg. Zoals op onderstaande afbeelding is te zien worden enkele van deze gebieden beschermd door een waterkering die op de legger van het waterschap Reest en Wieden is vastgelegd.

Stedelijk watersysteem
Het grondwater in stedelijk gebied wordt minder direct beïnvloed door oppervlaktewaterpeilen dan in het landelijk gebied. De grondwaterstand in Meppel ligt gemiddeld op ongeveer 1,00 meter onder maaiveld. Door plaatselijke omstandigheden, zoals het watersysteem, bodemsamenstelling of bouwwijze, komen hogere grondwaterstanden voor.

Afbeelding 16: Bestaande waterhuishouding.
afbeelding "i_NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2_0016.jpg"

Een groot deel van Meppel watert af op het waterpeil van het Meppelerdiep (73 cm boven NAP). Enkele deelgebieden, die buiten het voorliggende bestemmingsplan zijn gesitueerd, worden onderbemalen.

Het rioolstelsel van de kern Meppel bestaat uit 16 deelgebieden en is deels onder vrijverval aangesloten op het gemaal van de RWZI Meppel. In de kern komen allerlei stelseltypes voor; het grootste deel is gemengd.

4.4.6 Knelpunten

In mei 2008 is een knelpuntenanalyse uitgevoerd, die een globaal overzicht geeft van de knelpunten in het bestaande stedelijke gebied van de gemeente Meppel (Eerste uitvoeringsmodule Waterplan Meppel: Stedelijke wateropgave). De conclusie van deze analyse is dat in 14 deelgebieden in Meppel, Rogat en Nijeveen wateroverlast kan optreden in extreme situaties. Deze conclusie is gebaseerd op een quick-scan aan de hand van eenvoudige rekenmodellen. Wat betreft de waterketen en de afvoer van hemelwater is in veel deelgebieden met een gemengd stelsel de kans op water-op-straat in theorie aanwezig.

Voor het nu voorliggende bestemmingsplan Centrumschil zijn de volgende deelgebieden van belang (van noord naar zuid): Centrum - Wold Aa, Centrum - oude Hoogeveensche Vaart en Centrum - Reest. De genoemde gebieden hebben een oppervlaktewaterprobleem. Deels wordt dit veroorzaakt door te weinig ruimte voor waterberging of peilstijging, deels door het regionale watersysteem. Daarnaast heeft het deelgebied Centrum - Reest een probleem in verband met de beperkte afvoercapaciteit van de riolering.

Ten aanzien van het grondwater wordt er binnen het plangebied Centrumschil geen probleem geconstateerd.

4.4.7 Oplossingen voor de knelpunten

In de eerste uitvoeringsmodule van het Waterplan heeft de gemeente een pakket van 5 maatregelen vastgesteld ten behoeve van de stedelijke wateropgave. Eén daarvan betreft een oplossing voor het oppervlaktewaterprobleem.

De knelpunten voor het oppervlaktewater (een bergingstekort van ca. 26.000 m3) in de gebieden Centrum - Reest, Koedijkslanden-Noord en Koedijkslanden-Zuid worden aangepakt door het realiseren van meebewegende waterberging aan de zuid-oostzijde van de kern Meppel, in de stadsrandzone Meppel-Reestdal. De maatregelen worden direct gekoppeld aan het regionale watersysteem. De gemeente Meppel draagt specifiek bij aan het realiseren van de waterberging en inrichting voor natuur.

4.4.8 Watertoets

Op 15 augustus 2011 heeft het waterschap een Watertoetsdocument opgesteld, daarin wordt het volgende aangegeven.

Er bestaat tussen het waterschap Reest en Wieden en de gemeente Meppel een intensieve samenwerking op het gebied van water. In oktober 2008 is door het college van B&W van de gemeente Meppel en het Dagelijks Bestuur waterschap Reest en Wieden de “Eerste uitvoeringsmodule Waterplan Meppel: Stedelijke wateropgave” vastgesteld.

Binnen de kaders van het conserverende bestemmingsplan wordt vanwege de samenwerking en de documenten die beschikbaar zijn geen aanvullende informatie gevraagd. De problemen zijn bekend en de opgaven zijn onderkend (zie hierboven). In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro wordt het waterschap om een nadere reactie gevraagd.