direct naar inhoud van 5.4 Natuur en ecologie
Plan: Industrieterrein de Wieken, waboprojectbesluit Voltastraat 25
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20128012001-OH01

5.4 Natuur en ecologie

In het plan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationale wetgeving en beleid ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit plan zijn in beeld gebracht door adviesbureau Ecogroen Advies BV. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport 'Quickscan natuurtoets Voltastraat 25, Hoogeveen' (kenmerk: 11-213) van 4 juli 2011. Bijlage 4 Natuurtoets(Bijlage Ecologisch onderzoek)

Gebiedsbescherming
Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. Effecten van de ruimtelijke ontwikkeling op dergelijke gebieden zijn niet te verwachten en een vervolgtraject in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Nota Ruimte is dan ook niet aan de orde. Op basis van de ligging en de aard en omvang van het plan is aantasting van wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur (EHS), namelijk het beekdal Oude Diep, die op ruim 350 meter van het plangebied ligt niet aan de orde. Ook maakt het plangebied geen onderdeel uit van door de provincie aangewezen gebieden met specifieke natuurwaarden zoals weidevogel- of ganzegebieden.

Soortenbescherming
Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Er zijn, met uizondering van broedvogels, geen juridisch zwaarder beschermde soorten van de Flora- en faunawet (tabel 2 of 3 soorten) of ´bedreigde´ of ´ernstig bedreigde´ soorten van Rode lijsten bekend of aangetroffen.

Werkzaamheden die broedbiotopen van vogels verstoren of beschadigen dienen buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels te worden gestart. In het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Voor de meeste te verwachten soorten kan de periode tussen half maart en eind juli worden aangehouden als broedseizoen.

Door de uitvoering op te starten buiten het broedseizoen van de aanwezige vogels, is het mogelijk verstoring of beschadiging van broedbiotopen van vogels te voorkomen. Indien blijkt dat broedvogels afwezig zijn, is het ook mogelijk om binnen de broedperiode van vogels aan te vangen met de werkzaamheden.

Bij ruimtelijke ingrepen en activiteiten in het plangebied dient altijd rekening gehouden te worden met de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten uit de Flora- en faunawet. Voor elk voornemen waarvan niet met zekerheid is uit te sluiten dat er effecten op beschermde soorten optreden is een toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk.
Op basis van de aangetroffen biotopen en soorten wordt het bestemmingsplan op het punt van vigerende natuurwet- en regelgeving uitvoerbaar geacht.