direct naar inhoud van 5.6 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Buitengebied Zuid, waboprojectbesluit Zuideropgaande 129
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20128000005-VG01

5.6 Bedrijven en milieuzonering

5.6.1 Onderzoeksresultaten milieuzonering

Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. De feitelijke situatie betreft de realisatie van een rijhal inclusief recreatieappartementen. De VNG uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen.

Zoals al hiervoor genoemd wordt bij het realiseren van nieuwe functies gekeken te worden naar de omgeving waarin de nieuwe functie gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen en rol:

  • 1. past de nieuwe functie in de omgeving? (externe werking);
  • 2. laat de omgeving de nieuwe functie toe? (interne werking).

Ad 1

Hierbij gaat het met name om de vraag of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een situatie die, vanuit hinder of gevaar bezien, in strijd is te achten met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Daarvan is sprake als het woon- en leefklimaat van omwonenden in ernstige mate wordt aangetast.

De recreatieappartementen worden in het kader van het aspect milieuzonering gelijkgesteld met de functie wonen. Dit betreft een functie die niet aan te merken is als milieubelastende activiteit.

Een rijhal kan op basis van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' beschouwd worden als 'Manege'. Een dergelijk inrichting valt onder categorie 3.1. Voor een dergelijke categorie geldt in een 'gemengd gebied' als grootste richtafstand 30 meter.

In voorliggend geval bedraagt de onderlinge afstand tussen de ontwikkeling en het bouwvlak van het dichtstbijzijnde milieugevoelig object (woning Zuideropgaande 131) circa 50 meter. Hiermee wordt voldaan aan de grootste richtafstand.

Ad 2

Hierbij gaat het om de vraag of de nieuwe functies binnen de projectlocatie hinder ondervinden van bestaande functies in de omgeving.

In de nabijheid van de projectlocatie bevinden zich uitsluitend een grondgebonden veehouderij en een bandenbedrijf. Overige bedrijven zijn op grote afstand gelegen.

Voor de grondgebonden veehouderij, gelegen aan de Zuideropgaande 140, geldt op basis van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' een minimale richtafstand (met uitzondering van het aspect geur) van 30 meter. De grens van het bouwvlak van de grondgebonden veehouderij aan de Zuideropgaande 140 is op ruim 190 meter gelegen. Aan de gestelde richtafstand wordt derhalve ruimschoots voldaan. Bij agrarische bedrijven zijn echter niet de adviesafstanden maar de wettelijk aan te houden afstanden of de berekenende geuremissiecontouren voor vergunningsplichtige veebedrijven bepalend. Hier wordt in paragraaf 5.7 nader op ingegaan.

Daarnaast is nabij de projectlocatie een bandenbedrijf aanwezig. Deze inrichting wordt op basis van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' aangemerkt als "Handel in auto- en motorfietsonderdelen en –accessoires. Een dergelijke inrichting valt onder categorie 2, waarvoor als grootste richtafstand 10 meter geldt voor het aspect geluid. De grens van het bestemmingvlak van het bandenbedrijf is gelegen op ruim 230 meter afstand. Aan de gestelde richtafstand wordt derhalve ruimschoots voldaan.

5.6.2 Conclusie milieuzonering

Er wordt voldaan aan de richtafstanden ten opzichte van milieubelastende activiteiten.