direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Buitengebied Zuid, waboprojectbesluit Zuideropgaande 129
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20128000005-VG01

5.3 Water

5.3.1 Vigerend beleid

In het waterbeheer zijn drie grote beleidsthema's:

  • I. Voor het dagelijkse waterbeheer is dat het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld.
  • II. Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, wordt gebruik gemaakt van WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door enige goede redenen - de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken - niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert.
  • III. Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000-gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zo met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Er wordt zorggedragen dat het watersysteem tijdig op orde is, duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast, bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden, tegengaan van verdroging en rekening houden met de eisen vanuit de KRW.

Om aan deze punten te voldoen is in december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze waterwet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De instrumenten vanuit de Waterwet zijn Waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

5.3.2 Watertoets

Algemeen

Zoals in voorgaande paragrafen uiteen is gezet, wordt in het moderne waterbeheer (waterbeheer 21e eeuw) gestreefd naar duurzame, veerkrachtige watersystemen met minimale risico's op wateroverlast of watertekorten. Belangrijk instrument hierbij is de watertoets, die sinds 1 november 2003 in ruimtelijke plannen is verankerd. In de toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te worden opgenomen. Hierin wordt verslag gedaan van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie (watertoets).

Het doel van de watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang met hemelwater, lozingen op oppervlaktewater).

Watertoets proces

Waterschap Velt en Vecht is geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de digitale watertoets. De beantwoording van de vragen heeft er toe geleid dat de zogenoemde "normale procedure" van de watertoets van toepassing is. De toename van verhard oppervlak van meer dan 1.500 m2 heeft geleid tot deze "normale procedure".

Planbeschrijving

De projectlocatie bevindt zich aan de Zuideropgaande 129 te Hollandscheveld. Daarmee ligt het plan in het beheersgebied van Waterschap Velt en Vecht. Binnen of in de nabijheid van de projectlocatie bevinden zich geen schouwsloten of hoofdwatergangen van het waterschap. Op de grondwatertrappenkaart van het waterschap valt de projectlocatie in een gebied met grondwatertrap VI. De maximale grondwaterstand ligt tussen de 1.4-1.6 en 1.8-2.0 cm onder het maaiveld. Binnen het gebied zijn geen gevallen van grondwateroverlast bekend.

Riolering

Binnen de projectlocatie is een gemengd rioolstelsel aanwezig. De ontwikkelaar dient bij de bouw rekening te houden met de locatie en daarmee de aanwezigheid van dit riool.

Het hemelwater van daken kan direct naar het oppervlaktewater geleid worden. Om de kwaliteit van het grond- en oppervlakte water te waarborgen zal bij nieuwbouwprojecten daarom geen gebruik gemaakt worden van milieubezwaarlijke bouwmaterialen, die de kwaliteit van het water en de waterbodem negatief kunnen beïnvloeden. Uitlogende materialen zoals zinken, lood en dakmastiek behoren tot deze categorie.

Waterkwantiteit

Bij een toename van verhard oppervlak zoals daken en verharding, zal meer regenwater worden afgevoerd in plaats van infiltreren. Waterschap Velt en Vecht hanteert daarom dat, er 10% van het totaal verhard oppervlak in het plangebied gecompenseerd moet worden.

In dit geval wordt geen nieuw oppervlaktewater aangelegd. Het hemelwater wordt vertraagd afgevoerd naar het bestaande oppervlaktewater (vijver). Het schone hemelwater wordt in dit geval afgevoerd via een kavelgootje en een bodempassage naar het oppervlaktewater. Mogelijk wordt de verharding gedeeltelijk waterbergend. Hierdoor zal regenwater vertraagd worden afgevoerd. In dit plan wordt de verharding uitgebreid met ca. 2.600 m2. Dit betekent voor de compensatieregel de onderstaande rekensom:

Het nieuwe gebouw en parkeerplaatsen heeft met alle verharding een totaal oppervlakte van 2600 m2. De gemeente Hoogeveen hanteert voor elke nieuwe uitbreiding de randvoorwaarde van 25mm water per m2 verhard oppervlak

  • per toegevoegde vierkante meter verhard oppervlak. Dit komt neer op 0.025 x 2600 = 65 m3.

Binnen de projectlocatie is een vijver aanwezig. Indien deze wordt gebruik voor de benodigde wateropvang geldt het volgende:

  • De vijver heeft een oppervlakte van 510 m2. Deze vijver dient dan zo ingericht te worden dat het waterpeil minstens 65 / 510 = 0,13 m kan stijgen.

De bestaande vijver voldoet aan de maximale toevoeging van 65 m3 waterberging. Deze ruimtelijke onderbouwing is ten behoeve van nieuwbouw opgesteld en houdt rekening met de gestelde compensatieregeling.

Invloed op de waterhuishouding

Het plan bevindt zich niet in een beekdal of risicogebied en is er geen grote wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd. In het gebied zijn bij bestaande bouw geen gevallen van grondwateroverlast bekend. Het plan ligt niet in een zone van hydrologische beïnvloeding. Kleine wijzigingen in de grondwaterstand binnen het peilbeheer van het waterschap hebben geen directe invloed op de omliggende functies van het plan. Grotere verschillen in de grondwaterstand kunnen eventueel wel invloed op de omliggende functies hebben.

Proces

Het waterschap is tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Indien tijdens de uitvoering waterhuishoudkundige aspecten aan bod komen, wordt het waterschap daarover ingelicht.

Wateradvies Waterschap Velt en Vecht

Door de toename van meer dan 1.500 m2 aan verhard oppervlak, heeft de watertoets geleid tot een 'normale procedure'. De uitgangspuntennotitie is opgenomen in bijlage 2. Waterschap Velt en Vecht is voornemens een positief wateradvies te geven.