direct naar inhoud van 5.5 Geluid
Plan: Buitengebied Zuid, waboprojectbesluit Zuideropgaande 129
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.PB20128000005-OH01

5.5 Geluid

5.5.1 Algemeen

De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai en industrielawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een omgevingsvergunning indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen.

5.5.2 Geluidgevoelig object

Het initiatief bestaat uit realisatie van een rijhal inclusief recreatieappartementen. Een rijhal wordt in de Wgh niet aangemerkt als geluidgevoelig object.

Op basis van jurisprudentie ten aanzien van vakantie-/recreatiewoningen wordt het volgende gesteld; 'Vakantiewoningen die naar hun aard niet bestemd zijn voor bewoning in de zin van de Wet geluidhinder doch voor recreatief verblijf hoeven niet bij de besluitvorming te worden betrokken'. (Bron: ABRvS 30 mei 2000, nr. 199901166/1, Geluid, september 2000)

Geconcludeerd wordt dat het gebouw (rijhal en recreatieappartementen) niet wordt aangemerkt als geluidgevoelig object.

5.5.3 Conclusie

Een akoestisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.