direct naar inhoud van 3.8 Externe veiligheid
Plan: Stadscentrum, wijzigingsplan De Kaap 2011
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BPW20118017001-VG02

3.8 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied.

Het PR schetst de kans dat een enkele onbeschermde persoon komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. Voor deze kans worden grens- en richtwaarden toegepast waarbij een grenswaarde een harde norm is die niet overschreden mag worden. Dit is voor nieuwe situaties de zogenaamde PR 10-6-contour waarbinnen geen kwetsbare objecten en bij voorkeur ook geen beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) aanwezig mogen zijn.

Het GR schetst de kans dat een groep van 10, 100 1000 enz. personen komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. Het GR wordt berekend binnen het invloedsgebied dat ligt tussen de risicobron en de lijn waar 1% sterfte optreedt. Bij de beoordeling van een berekend GR en de vraag of deze acceptabel is wordt de zogenaamde oriƫnterende waarde gehanteerd als ijk- en afweegpunt. Een geaccepteerde toename of overschrijding van de oriƫnterende waarde als gevolg van een bestemmingsplan dient in het desbetreffende plan verantwoord te worden. Hierbij wordt verder extra aandacht aan de bescherming van bijzonder kwetsbare groepen geschonken.

Stationaire bronnen

Binnen of in de nabijheid van het plangebied liggen geen risicovolle inrichtingen met bepaalde veiligheidsafstanden die in acht genomen moeten worden. Deze groep risicobronnen vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling.

Transport gevaarlijke stoffen

Naast stationaire bronnen kan het aspect van externe veiligheid een rol spelen bij (spoor/weg/auto)wegen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen. Dit geldt ook voor buis- en hoogspanningsleidingen.

Uit een inventarisatie van de risico's van transport van gevaarlijke stoffen zijn voor de huidige situatie echter geen knelpunten naar voren gekomen. Voor het vervoer van gevaarlijke (routeplichtige) stoffen over de weg is binnen Hoogeveen een beperkt aantal wegen aangewezen. Deze zijn afgestemd op het provinciale en landelijke netwerk. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze route is toegestaan zonder ontheffing. Binnen en in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen vastgestelde transportroutes voor gevaarlijke stoffen over de weg, waarvoor op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Nota Risico Normering Vervoer gevaarlijke stoffen veiligheidsafstanden in acht moeten worden genomen voor de planontwikkeling.

Buisleidingen

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Dit betekent dat de planontwikkeling getoetst moet worden aan de regelgeving die is opgenomen in dit Besluit. Het plangebied ligt niet binnen het plaatsgebonden risicocontour of binnen het invloedsgebied van een hoge druk aardgasleiding of andere buisleidingen waarop het Besluit van toepassing is.

Samengevat kan worden gesteld dat wat betreft externe veiligheid, geen problemen zijn voor de herinvulling van het plangebied.