direct naar inhoud van 5.9 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Nijstad 11a, 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118006006-VG01

5.9 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied.

Stationaire bronnen

Om te bepalen of in de nabijheid van het plangebied risicovolle inrichtingen aanwezig zijn die een belemmering vormen voor de uitbreiding van het plangebied is de risicokaart van de provincie Drenthe geraadpleegd. De navolgende kaart betreft een uitsnede hiervan met daarop weergegeven de globale ligging van het plangebied. Vanwege de grote afstanden van risicovolle inrichtingen tot het plangebied (dichtstbijzijnde richting ligt op circa 400 m) valt het plangebied buiten de invloedssfeer van deze inrichtingen. Het ontwikkeling wordt niet belemmerd door de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen
Het plangebied ligt niet in de nabijheid van transportroutes voor gevaarlijke stoffen. De dichtstbijzijnde wegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd liggen op circa 700 m (ten noorden de spoorlijn Zwolle - Groningen en ten zuiden de A37). Er hoeft geen rekening gehouden te worden met het gestelde in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS, 2004) en de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen (2005).


Buisleidingen
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden met de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).

In en nabij het plangebied liggen hogedruk aardgasleidingen. Het betreft de volgende aardgasleidingen die in eigendom zijn van de Gasunie N.V.:

  • Zuidelijk deel: N-520-10-KR; druk 40 bar en diameter 6 inch. Deze leiding ligt in het plangebied en heeft geen plaatsgebonden risicocontour (10-6), maar wel een belemmeringenzone van 4 m die in acht moet worden genomen en waarbinnen geen bouwwerken mogen worden opgericht.
  • Oostelijk deel: A-502-KR; druk 66,2 bar en diameter 42 inch. Deze leiding ligt in het oostelijk deel van het plangebied. Deze leiding heeft ter plaatse van het plangebied geen plaatsgebonden risicocontour (10-6). De leiding heeft een belemmeringenzone van 5 m.
  • Oostelijk deel: A-501-KR; druk 66,2 bar en diameter 36 inch. Deze leiding ligt op ca. 30 meter van het zuidoostelijk deel van het plangebied en heeft geen plaatsgebonden risicocontour (10-6), maar wel een belemmeringenzone van 5 m die dient te worden aangehouden. Deze belemmeringenzone ligt voor een klein deel in het plangebied.
  • Oostelijk deel: A-514-KR; druk 66,2 bar en diameter 48 inch. Deze leiding ligt op circa 40 m ten oosten van het plangebied en heeft ter hoogte van de oostelijke grens een plaatsgebonden risicocontour (10-6). Deze contour ligt voor een zeer klein gedeelte in het plangebied (zie figuur 5.9). Het plaatsgebonden risico (10-6) van de aanwezige hoge druk aardgasleidingen vormt geen probleem voor de uitbreiding van het plangebied. Het plaatsgebonden risico (10-6) van de aanwezige hoge druk aardgasleidingen vormt geen probleem voor de uitbreiding van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118006006-VG01_0010.jpg"

Figuur 5.9: Leidinggegevens A-514-KR (geel: PR 10-6), (groen: PR 10-7) en blauw: PR 10-8)

Het plangebied ligt wel binnen het invloedsgebied (de 1%-letaliteitsgrens) van de aanwezige leidingen waarvoor een verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is (zie figuur 5.10).

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118006006-VG01_0011.jpg"

Figuur 5.10: Invloedsgebied buisleidingen (roze: 100% letaliteitszone en paars 1% letaliteitszone)

De melkrundveehouderij inclusief de bedrijfswoning liggen in de huidige situatie ook al binnen het invloedsgebied van de buisleidingen. Er is een groepsrisicoberekening uitgevoerd en daaruit is gebleken dat het groepsrisico nagenoeg nihil is. De vergroting van het plangebied in oostelijke richting verandert hier niets aan. Een eventuele uitbreiding van het bedrijf in oostelijke richting zal plaatsvinden met twee stallen en een melkgebouw. Het aantal personen in het invloedsgebied neemt niet toe als gevolg van deze ruimtelijke ontwikkelingen. De hoogte van het groepsrisico verandert niet als gevolg van dit plan. Een verdere uitgebreide verantwoording van het groepsrisico is niet noodzakelijk.

Kortom, externe veiligheid vormt geen belemmering voor de ruimtelijke ontwikkelling.