direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006003-OH01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. behoud van karakteristieke bebouwing en omliggende naar de weg gekeerde open erven ter plaatse van de aanduiding 'sba-2';

met daarbij behorende:

  • d. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. andere werken;
  • f. tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoofdgebouwen dienen qua bouwaanduiding, zoals genoemd in onderstaande matrix, het daarbij behorende woningtype, het aantal bouwlagen, de kapvorm en de maatvoering te voldoen aan de eisen die in de volgende matrix zijn gesteld, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte en dakhelling te bedragen, indien deze meer bedragen;

bouw- aanduiding   woning- type*   Aantal bouwlagen   Goothoogte (m)   Bouwhoogte (m)   Dakhelling (O)   Kapvorm **  
    min   max   min   max   min   max   min   max    
sba-1   vrij   2   2     4,5     10   40   60   LA  
sba-2   vrij   2   2   1,7   2     9   40   40   D  
                     

Woningtype*       Kapvorm **    
vrij   vrijstaand     D   dwarskap  
      LA   langskap  

  • c. de afstand tot de perceelgrens bedraagt ten minste 2,5 m;
  • d. bij verbouw dient te worden aangesloten bij de bestaande verschijningsvorm;
  • e. voor de woning ter plaatse van de aanduiding 'sba-2' geldt dat de bestaande uitwendige hoofdvorm, blijkend uit goot- en bouwhoogte en dakvorm, niet mag worden veranderd;
  • f. de oppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 200 m2, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze groter is.
4.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, gelden de volgende regels:

  • a. bij de woning ter plaatse van de aanduiding 'sba-2' mogen geen vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd;
  • b. de bijgebouwen moeten aansluiten bij de verschijningsvorm van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte van de bijgebouwen bedraagt maximaal 80% van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de maximale goothoogte bedraagt 3 m, dan wel ten hoogste de bestaande goothoogte;
  • e. indien een aanbouw wordt voorzien van een kap, bedraagt de dakhelling ten hoogste 60°;
  • f. een bijgebouw moet zijn voorzien van een kap, waarvan de helling minimaal 40° en maximaal 60° dient te bedragen;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de aanbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 250 m2; indien de oppervlakte van het bestaande hoofdgebouw groter is dan 200 m2, is maximaal 60 m2 aan aanbouwen en bijgebouwen toegestaan;
  • h. de afstand tussen het hoofdgebouw en de bijgebouwen bedraagt maximaal 30 m.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen geldt dat de hoogte:

  • a. maximaal 1 m mag bedragen; of
  • b. maximaal 2 m mag bedragen, mits meer dan 1 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in elk geval gerekend:
    • 1. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
    • 2. het gebruik of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
  • b. Gebruik van ruimten binnen de woning of in de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met bijbehorende bijgebouwen mag, indien dat niet meer dan 75 m² betreft, worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
    • 2. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in de woonomgeving;
    • 3. de activiteit mag niet vergunningplichtig, dan wel meldingsplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
    • 4. er mag geen detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit van de aan huis verbonden activiteit.
4.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
4.5.1 Vergunningplichtige werkzaamheden

Ter plaatse van de aanduiding 'sba-2' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk de volgende werkzaamheden uit te voeren:

a. het (gedeeltelijk) slopen van gebouwen.

4.5.2 Toegestane werkzaamheden

Het bepaalde in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:

a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

4.5.3 Toetsing

De in lid 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
b. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld;
c. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
d. het delen van een pand of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop waarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.