direct naar inhoud van 4.3 Ruimtelijke structuur
Plan: Buitengebied Zuid herziening 2007, deelplan Oosterveld-N48, 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01

4.3 Ruimtelijke structuur

4.3.1 Het oude ontwerp van de tunnel

Het oude ontwerp van de tunnel zou circa 70 meter ten noorden van de huidige oversteek komen te liggen vanwege de ligging van een gasleiding van de Gasunie direct naast de huidige oversteek.

Vanaf de tunnel wordt een nieuwe ontsluitingsweg gerealiseerd in zuidelijke richting naar het motorcrossterrein. Deze weg sluit over de Zuidwolder Waterlossing aan op de Alteveer. Door deze nieuwe ontsluiting krijgen de gebruikers van de huidige oversteken in het gebied een snellere route naar de tunnel vanuit zuidelijke richting zonder dat er ver omgereden hoeft te worden. Ook het motorcrossterrein is hierdoor goed ontsloten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01_0007.png"

Figuur 6: impressie situatie december 2010

4.3.2 Het nieuwe ontwerp

Zoals in de inleiding beschreven is, is er gekozen voor een nieuw ontwerp van de tunnel en aansluitende infrastructuur. De aanpassing is nodig gebleken omdat bij de verdere uitwerkingen van de variant uit december 2010 gebleken is dat de hellinghoeken te steil werden vanwege de gasleiding die er is.Hierdoor was teveel grond nodig en kwam bovendien de gasleiding te dichtbij.

Daarom is besloten door de betrokken overheden de tunnel naar het zuiden te verschuiven. Hierdoor worden problemen ten aanzien van hellingshoeken met de gasleiding voorkomen. Ook komt dat tegemoet aan de wens van de gemeente de Wolden om de kruising zo zuidelijk mogelijk te realiseren.

De tunnel moet nu wel door een aanwezige bossage aangelegd worden. Daarom is ook aanvullend ecologisch en archeologisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan worden in hoofdstuk 5 beschreven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01_0008.png"

Figuur 7: het definitieve ontwerp.

4.3.3 De N48 - Duurzaam veilig

Het verkeer kan gezien worden als een systeem van infrastructuur, regelgeving, voertuigen en verkeersdeelnemers. Het concept Duurzaam Veilig Verkeer - ook wel afgekort als DV - beoogt een reductie van het aantal verkeersslachtoffers door middel van een systeem waarin vorm, functie en gebruik op elkaar zijn afgestemd, en waarbij wordt uitgegaan van de beperkte mogelijkheden van de verkeersdeelnemer.

Binnen Duurzaam Veilig is sprake van een aantal thema's. Binnen deze thema's worden verschillende maatregelen onderscheiden. De thema's zijn: communicatie, educatie & voorlichting, handhaving, wetten, regels, normen en eisen, infrastructuur en voertuig. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat Duurzaam Veilig alleen maar infrastructuur is. Eén van de eisen die voortkomt uit een duurzaam veilig wegennet is dat de vormgeving van de wegen eenduidig en herkenbaar moet zijn. Daarom moet het aantal categorieën waarmee de weggebruiker te maken krijgt beperkt zijn. Bij de indeling van het wegennet worden drie categorieën onderscheiden: stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erf-toegangswegen (zie ook par. 4.1.3) .

Essentie van de categorie-indeling is het toekennen van functies aan wegen. Door per wegcategorie voorspelbare situaties te creëren wordt het de weggebruiker duidelijk van welke wegcategorie hij gebruik maakt en wat de functie is. Met het consequent en herkenbaar toepassen van de wegcategorieën wordt een sterke verbetering van de verkeersveiligheid verwacht. Bij het opstellen van een categoriseringsplan en het aanpassen van de inrichting daaraan zijn de volgende zaken van belang:

  • gemotoriseerd verkeer wordt zo veel mogelijk geconcentreerd op een beperkt aantal geschikte wegen, rekening houdend met andere belangen zoals leefbaarheid en bereikbaarheid;
  • in een plan zijn de wegen vanwege de herkenbaarheid en voorspelbaar weggedrag ingedeeld in een zeer klein aantal te onderscheiden categorieën;
  • in de loop van de tijd ontstane verschillen tussen vorm, functie en gebruik worden bijgesteld;
  • met een goede categorie-indeling kan het aantal kilometers minder veilige wegtypen worden verminderd voor elke weg moet de vorm gekozen worden die als veiligst voor een weg met een bepaalde functie geldt .

4.3.4 Wegcategoriën

Binnen de verkeersfunctie van wegen worden twee verkeersvormen onderscheiden:

  • 1.
    1. Stromen: zich doelgericht verplaatsen of voertuigen doen voortbewegen, in een min of meer constante richting en met een min of meer constante relatief hoge snelheid
    2. Uitwisselen: zich doelgericht verplaatsen of voertuigen doen voortbewegen, met wisselende snelheid en/of richting. Hier valt ook onder het verzamelen, verdelen en kruisen van verkeer, alsmede het vertrekken, keren, draaien, stoppen en stallen van voertuigen.

Stroomwegen

Stroomwegen zijn gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van relatief grote hoeveelheden verkeer met een hoge gemiddelde snelheid. Zowel op de wegvakken als de kruispunten wordt prioriteit gegeven aan doorstromen. Dit vereist onder andere gescheiden rijrichtingen, ontbreken van overstekend en kruisend verkeer en in- en uitvoegend verkeer bij aansluitingen.

Gebiedsontsluitingswegen

Gebiedsontsluitingswegen zijn gericht op het stromen op de wegvakken, terwijl het uitwisselen plaats vindt op kruispunten. De gebiedsontsluitingsweg vormt de verbindende schakel tussen stroomwegen en erftoegangswegen.


Erftoegangswegen

Erftoegangswegen zijn gericht op het toegankelijk maken van erven. Dit betreft alle manoeuvres die nodig zijn voor het bereiken van particuliere percelen, openbare percelen, het in- en uitstappen en het laden en lossen van goederen. Op zowel de wegvakken als de kruispunten is sprake van uitwisseling en moet de snelheid laag zijn.


afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20108000005-OH01_0009.jpg" Figuur 7: Schematisch overzicht categorie wegen