direct naar inhoud van 5.1 Archeologie
Plan: Bentinckspark 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01

5.1 Archeologie

Door archeologisch onderzoeks- en adviesbureau ARC is een inventarisatie gemaakt van eventuele archeologisch belangrijke en interessante locaties binnen het plangebied Bentinckspark. Hiervan is verslag gedaan in rapport nummer Archeologisch inventariserend veldonderzoek (2008-55) van 24 april 2008.

Het plangebied heeft een middelhoge archeologische verwachtingswaarde op basis van de IKAW. Deze verwachtingswaarde is gebaseerd op omliggende terreinen waarvan verwacht wordt dat potentieel prehistorische resten niet ver onder het oppervlak zouden kunnen worden aangetroffen indien de bodem min of meer onverstoord is. Uit het veldonderzoek is gebleken dat het terrein onderdeel uitmaakt van de veenontginningsvlakte. De bodem bestaat uit een keileemrug met daarop dekzand. Op het dekzand heeft zich veen afgezet. Dit veen is sinds de 17de eeuw afgegraven en het gebied is daarna in gebruik genomen als landbouwgrond. De huidige situatie is pas in de 20ste eeuw ontstaan.

Het veldonderzoek heeft aangetoond dat resten uit de Bronstijd tot Nieuwe Tijd niet meer op het terrein zijn aan te treffen Daarentegen boden de zones met intacte podzolbodem in het zand wel de mogelijkheid om resten uit de Steentijd aan te treffen. Tijdens het onderzoek zijn echter geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het onderzoek heeft wel aangetoond dat er in het westen van het plangebied vermoedelijk een pingoruïne aanwezig was.

In vervolg op het onderzoek van ARC heeft het archeologisch onderzoeksbureau De Steekproef een vervolgonderzoek uitgevoerd op de terreindelen met een intacte podzolbodem en ter plaatste van de vermoedelijke pingoruïne. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het onderzoeksrapport met kenmerk Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase) deel I en Archeologische invetariserend veldonderzoek (karterende fase) deel II van juni 2009.

Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat er een pingoruïne aanwezig is. De pingoruïne ligt deels onder woningbouw en infrastructuur en deels in het sportveld. Als gevolg van egalisatiewerkzaamheden in het verleden bij de aanleg van het sportveld en woningbouw is de oorspronkelijke ringwal van de pingoruïne met eventueel archeologische sporen verloren gegaan. De Steekproef adviseert om binnen de gele cirkel geen graafwerkzaamheden uit te voeren die dieper gaan dan 50 cm.

De kwaliteit van de pingoruïne is niet meer optimaal, aangezien de helft van de pingoruïne onder een woonwijk en parkeerterrein is gesitueerd. Dit betekent wel dat het overige deel, dat onder het sportveld is gelegen niet verder aangetast dient te worden. De provinciaal archeoloog heeft het advies van De Steekproef overgenomen. Dit betekent dat de bodem in het gebied dat binnen de gele cirkel ligt niet verder verstoord dient te worden dan 50 cm diepte. Uitzonderingen hierop zijn:

  • de vervanging van bestaande kabels, leidingen en riolering. Dit zal ter plaatse moeten worden vervangen. Aanbevolen wordt om nieuwe kabels, leidingen en riolering niet in het deel aan te leggen dat nog nagenoeg intact is;
  • de drainage in het gebied ligt op circa 90 cm. Vervanging van de drainage dient zoveel mogelijk op dezelfde plaats uitgevoerd te worden, waarbij het gebied voor het overige niet verstoord wordt;

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20098016001-OH01_0007.png"

Afbeelding 7: ligging pingoruïne

  • funderingen ten behoeve van de aanleg van een sportveld. Hierbij dient als uitgangspunt een diepte van 50 cm gehanteerd te worden met een maximale marge van circa 20 cm.