direct naar inhoud van 5.3 Duurzaamheid
Plan: Bentinckspark, deelplan Kalkoven 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20087016002-OH01

5.3 Duurzaamheid

Onder duurzaamheid wordt hier verstaan het creëren van een doelmatige, aantrekkelijke en veilige woon- en werkomgeving voor nu en op de lange termijn, waarbij de gebouwen functioneren met een minimaal energieverbruik, lage onderhoudslasten, waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van herwinbare energiebronnen. Er wordt gestreefd naar een maximale duurzaamheid waarbij de markt, de verkoopbaarheid van de woningen en verhuurbaarheid van het kantoorgebouw, de bovengrens zal stellen aan de ambitie.

Hieronder volgt een opsomming van de aspecten en oplossingen die in het project toegepast zullen worden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ontwerpoplossingen en installatievoorstellen. De installatievoorstellen zullen in de bouwvoorbereidingsfase van het project nader op effectiviteit berekend moeten worden. In dat proces kan een keuze gemaakt worden tussen de verschillende voorstellen. Voor de verbouw van het kantoorpand gelden hoofdzakelijk de installatievoorstellen omdat vanwege het bestaande casco de ontwerpoplossingen beperkt toepasbaar zijn.

Ontwerpoplossingen

1. Passieve zonne-energie

Zonder tussenkomst van installaties voorziet de zon in een deel van de warmtebehoefte van het gebouw. In de winter verwarmt de zon het gebouw gedeeltelijk met als gevolg minder stookkosten. Het binnenvallende zonlicht wordt daarnaast als prettig ervaren en werkt comfortverhogend. In de zomer zal zonwering de mogelijke oververhitting tegengegaan.

De gebouwen worden binnen de beperkingen van de situatie optimaal zongericht georiënteerd. Daarnaast zullen gemetselde wanden met een hoog soortelijk gewicht de warmte langer vasthouden.

2. Compact bouwen

De nuttige leef- en werkruimte zal binnen het stedenbouwkundig model efficiënt, dus compact, ontworpen worden met zo weinig mogelijk buitenwanden, waarbij inefficiënte vormen vermeden zullen worden. Aldus wordt gestreefd naar een gemakkelijker te klimatiseren gebouw met lagere investeringskosten door efficiënt materiaalgebruik en lagere stookkosten.

3. Voorkomen van wind

Windstroming langs de gevels van gebouwen veroorzaakt extra transmissieverlies. Variatie in gebouwtypologieën werkt positief. Windtunnels, langgerekte straatpatronen, moeten vermeden worden. Beperkte hoogbouw in de omgeving werkt positief. In deze stedenbouwkundige situatie zal het kantoorvolume een afschermende werking hebben op de woningen rondom.

4. Isoleren gevelopeningen

Het verbeteren van de isolatiewaarde voor glas en kozijnen heeft een extra energiebesparing tot gevolg. Standaard wordt HR++ glas toegepast met een U-waarde van 1,8 m2K/W. In dit project zal gestreefd worden naar de toepassing van verbeterde kozijnen met een U-waarde van 1,6 m2K/W. Dit geeft een lager energiegebruik en minder koudeval (hoger comfort).


5. Actieve zonne-energie

Actieve zonne-energie is het door middel van installaties opwekken van warmte en elektriciteit onder invloed van de zon. De dakoriëntatie moet daarvoor goed zijn en gericht zijn op het zuiden of westen. Het stedenbouwkundig ontwerp gaat uit van een west oriëntatie. De daken zijn dus in principe geschikt voor PV panelen of zonnecollectoren, die later worden beschreven. De daken moeten een hellingshoek hebben tussen de 30-45 graden. Schaduw moet hierbij vermeden worden.

Installatievoorstellen

6. Zelfregelende roosters of gebalanceerde ventilatie

Zorgvuldig ontworpen toevoer van (koude) ventilatielucht levert een lager energiegebruik op. In het project zal gekozen worden uit twee systemen: zelfregulerende roosters of gebalanceerde ventilatie. Bij zelfregulerende roosters in de gevel of kozijnopening zal bij een hoge stuwdruk op de gevel de opening worden verkleind om nagenoeg dezelfde hoeveelheid lucht door te laten dan wanneer een lage stuwdruk heerst. De afzuiging wordt verzorgd door een centrale afzuigunit die de lucht afzuigt in de keuken, het toilet en de badkamer.

Bij gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning wordt de warmte uit de afgezogen ventilatielucht gebruikt om de inblaaslucht voor te verwarmen. De overdracht van warmte vindt plaats door plaatsing van een lucht/warmtewisselaar. Met een dergelijke unit kan volgens de literatuur een temperatuurrendement behaald worden van 75 - 95%. Een goede gebruikersinstructie is echter noodzakelijk op gebied van bediening en onderhoud. Luchtfilters moeten tijdig vervangen worden en kanalen en ventilatoren moeten gereinigd worden.

De energiereductie bij gebalanceerde ventilatie is groter dan bij zelfregulerende roosters, maar het nadeel van gebalanceerde ventilatie zijn de hogere aanlegkosten en het onderhoud.


7. HR ketel

Een gecombineerde ketel voor warm tapwater en ruimteverwarming (combiketel) en geschikt voor laagtemperatuur verwarming is een energie-efficiënte keuze. De individuele combiketel wordt in de meest gevallen uitgevoerd als een gesloten verwarmingstoestel, wat betekent dat de luchttoevoer en rookgasafvoer direct van en naar buiten is. Dat heeft als voordeel dat de veiligheid van de bewoner gegarandeerd is.