direct naar inhoud van 3.4 Provinciaal beleid
Plan: Bentinckspark, deelplan Kalkoven 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20087016002-OH01

3.4 Provinciaal beleid

3.4.1 Omgevingsvisie provincie Drenthe

Het onderhavige plan is ontwikkeld in de periode dat de huidige provinciale Omgevingsvisie nog niet van kracht was. Op 2 juni 2010 is de nieuwe Omgevingsvisie door de provincie Drenthe vastgesteld.

De Omgevingsvisie van de provincie Drenthe beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna. Hoogeveen is hierin aangewezen als streekcentrum. De streekcentra zullen aantrekkelijke woon- en werkmilieus (verder) moeten ontwikkelen en daarnaast werken aan het ontwikkelen van innovatieve en klimaatneutrale strategieën. Om zich te kunnen onderscheiden ten opzichte van elkaar en andere steden, hebben de Drentse streekcentra elk een 'identiteitslabel' gekregen. Hoogeveen zal zich moeten toeleggen op activiteiten die de centrumfunctie/identiteit versterken.

Voor wat betreft wonen, moeten streekcentra voldoen aan zowel de lokale als de regionale vraag. Ook het oplossen van knelpunten in de woningmarkt is een speerpunt. Hiervoor is afstemming op regionaal niveau nodig. Hoogeveen maakt deel uit van de regio Zuidwest Drenthe (gemeenten Hoogeveen, De Wolden, Meppel en Westerveld). Voor de periode 2010-2019 gaat het om een netto toename van 5.100 woningen in deze regio. De uitwerking van het woonbeleid ligt bij gemeenten, die hiervoor woonplannen hebben opgesteld. Bij uitwerking van het woonbeleid van de gemeente toetst de provincie vooral op:

  • Regionale afstemming van woningbouwplannen;
  • Het stimuleren van herstructurering;
  • Het stimuleren van de ontwikkeling van specifieke, kleinschalige woonmilieus.

Het laatstgenoemde punt is van toepassing op het onderhavige bouwplan. Daarnaast sluit het plan aan op de aanbeveling van de provincie waarin de mogelijkheden tot het realiseren van specifieke, unieke woonmilieus, geënt op de gebiedskarakteristieken wordt benoemd. Met het onderhavige bouwplan wordt eveneens invulling gegeven aan het streven tot zorgvuldig ruimtegebruik ter voorkoming van stedelijke uitbreidingen aan de randen van de kernen.

Ten aanzien van de functie van bedrijvigheid is de doelstelling dat er in streekcentra voldoende mogelijkheden zijn voor vestiging van bedrijven op geschikte plekken, rekening houdend met de verscheidenheid in vraag naar soorten bedrijventerreinen/bedrijfslocaties.