direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitenvaart II, deelplan Hollandschedijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.2021BP8027006-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Met het bestemmingsplan Bedrijventerrein Buitenaart II, deelplan aansluiting Riegshoogtendijk, 2018, is een nieuwe rondweg ter ontsluiting van het bedrijventerrein Buitenvaart II en Riegmeer op de Riegshoogtendijk gerealiseerd. Deze rondweg loopt deels door de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden' van het bestemmingsplan Buitenvaart II. Hoewel binnen deze bestemming het mogelijk was de weg aan te leggen, wordt met het nu voorliggende bestemmingsplan de planologische situatie in overeenstemming gebracht met de feitelijk situaties.

1.2 Opgave bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan legt de feitelijke situatie van de Hollandschedijk planologisch vast. Tevens wordt enige ruimte geboden voor het kunnen realiseren van een goede ontsluiting van toekomstige bedrijfskavels door middel van het aanleggen van een tweetal rotondes.

1.3 Opbouw toelichting

Achtereenvolgens komen na deze inleiding (hoofdstuk 1) de volgende onderwerpen aan bod:

  • hoofdstuk 2 beschrijft de bestaande situatie en benoemt de huidige planologische regels;
  • hoofdstuk 3 bevat het beleidskader met relevant rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid;
  • hoofdstuk 4 geeft de gewenste ontwikkeling en de uitgangspunten van het plan weer;
  • hoofdstuk 5 gaat in op de randvoorwaarden en belemmeringen vanuit omgevings- en milieu aspecten, zoals bodem, geluid, luchtkwaliteit, water, etc.;
  • hoofdstuk 6 gaat in op de planologische regels en de daarbij behorende verbeelding;
  • hoofdstuk 7 gaat in op de handhaafbaarheid van het bestemmingsplan;
  • hoofdstuk 8 gaat in op de maatschappelijke en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

2.1 Plangebied

Het plangebied betreft de Hollandschedijk, vanaf de aansluiting met de Langedijk tot aan het plangebied van de aansluiting op de Riegshoogtendijk, waarvoor in 2018 een bestemmingsplan gemaakt is. Inmiddel is de destijds beoogde rondweg 'Hollandschedijk' feitelijk aangelegd en wordt daarmee ook planlogisch als 'Verkeer' bestemd.

Onderstaande figuur laat de ligging van de weg in ruimtelijke plannen zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.2021BP8027006-VG01_0001.png"

2.2 Vigerend recht

Op dit moment vigeren ter plaatse de bestemmingsplannen Bedrijventerrein Buitenvaart II, Bedrijventerrein Buitenvaart II, partiele herziening ex art 30 WRO en Bedrijventerrein Buitenvaart II, partele herziening uniformering bouwhoogtes, 2014. Met de vaststelling van voorliggend bestemmingsplan worden deze gronden volledig herzien en voorzien van een bestemming Verkeer in plaats van uitgeefbare bedrijfsgrond.

2.3 Ruimtelijke en functionele structuur plangebied

Onderliggend gebied valt binnen de plangrenzen van het huidige bestemmingsplan Bedijventerrein Buitenvaart II. De volgende beschrijving van de ruimtelijke- en functionele structuur van het gebied komt dan ook deels uit de toelichting van genoemd plan.

Ontwikkeling van Riegmeer

Het toekomstig bedrijventerrein Riegmeer ligt in het open landschap. Het veenkoloniale karakter is terug te vinden in deze openheid en het rechtlijnige patroon van kavels; noordelijk van de Langedijk, noord-zuid en zuidelijk van de Langedijk, oost-west gericht. Hierbij zijn de wijken op regelmatige afstand van elkaar gelegen en geven daarmee mede vorm aan het landschap. De lintbebouwing langs de Riegshoogtendijk en het Hollandscheveldse Opgaande geven blijk van de veenkoloniale historie. In de omgeving van het plangebied zijn enkele bospartijen aanwezig. De aanwezige bomengroepen passen in het landschap, doordat zij het slagenpatroon volgen en daarmee het beeld van de verkaveling versterken.

Randen van het te ontwikkelen Riegmeer

De autonomie, de eigen identiteit, van Riegmeer wordt voor een groot deel gemaakt door de functionele indeling, maar in de verschijning zal straks de buitenrand de grootste rol spelen. Een continue bomenrand van ca. 70 meter breed legt het interne patroon van kavels en straten vast in het landschap. De bomenrand geeft het blok zijn gezicht, zijn maat en zijn beleving. Men rijdt straks door een wijdmazig grid van bomen tussen enerzijds de bedrijfsgebouwen en anderzijds een continue bomenrand. Vanaf de Mr. Cramerweg is de watergang rond het bedrijventerrein niet in het zicht, omdat het achter het talud ligt, maar aan de zijde van de Langedijk en de Riegshoogtendijk is het water juist aan de buitenkant van de rand gesitueerd.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Provinciaal beleid

Ten aanzien van het inrichten van onderliggend plangebied met de inmiddels feitelijk gerealiseerde verkeersinvulling is er geen provinciaal beleid van belang.

3.2 Gemeentelijk beleid

Ten aanzien van het inrichten van onderliggend plangebied met inmiddels feitelijk gerealiseerde verkeersinvulling is er geen gemeentelijk beleid van belang.

Hoofdstuk 4 Gewenste ontwikkeling en uitgangspunten

4.1 Ruimtelijke structuur

Binnen het bestemmingsgebied wordt de oude structuur, zoals verwoord in paragraaf 2.3., zo veel mogelijk behouden. Het nieuwe wegprofiel wordt in het plangebied doorgezet. Dit houdt in dat de weg aan de noordkant en aan de zuidkant wordt begeleid met bomen. Aan de noordzijde blijven de bestemmingen Groen en Water uit het bestemmingsplan Buitenvaart II behouden. En ook met voorliggend bestemmingsplan kan deze beoogde landschappelijke inpassing worden afgerond. Hoewel er gekozen is voor flexibiliteit en het feitelijk bestemmen van de weg met de bestemming Verkeer, is binnen deze bestemming de aanleg van groenvoorzieningen en water volgens het oorspronkelijk plan nog steeds mogelijk.

4.2 Functionele structuur

Functioneel betreft dit bestemmingsplan de weg de Hollandschedijk, waarmee het bedrijventerrein Buitenvaart II en Riegmeer feitelijk al ontsluit op de Riegshoogtendijk. In de huidige planologische situatie ligt deze functie echter op bedrijfsgrond. Echter de feitelijke situatie maakt het niet meer mogelijk dat deze grond als bedrijfsgrond uitgegeven wordt. Daarnaast is het bouwen in de beoogde bebouwingslijn die nu feitelijk onder de weg ligt niet meer mogelijk.

Met voorliggend bestemmingsplan wordt de bestemming Bedrijfsdoeleinden en de gevelbouwgrens wegbestemd. Voor wat betreft de gronden gelegen ten zuiden van dit plangebied vervalt dan ook de regel met betrekking tot deze gevelbouwgrens (artikel 4, lid 4 onder a).

Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten

5.1 Inleiding

Voor de aanleg van de weg, bestemmingsplan Buitenvaart II, deelplan Riegshoogtendijk, 2018 is bodemonderzoek, archeologisch onderzoek, ecologisch onderzoek, akoestisch onderzoek, onderzoek naar luchtkwaliteit en een onderzoek externe veiligheid verricht. Daarnaast is een waterparagraaf opgesteld. Dit bestemmingsplan ziet slechts op het in overeensteemming met elkaar brengen van de feitelijke en planologische situatie ter plaatse van de gronden met een eerdere bedrijfbestemming, waarbinnen de weg al aangelegd kon worden. Er worden in het kader van dit bestemmingsplan, met uitzondering van het realiseren van een tweetal rotondes, geen werkzaamheden meer verricht. De feitelijke situatie blijft gelijk.

5.2 Water

Het bestemmingsplan legt de feitelijke situatie planologisch vast, daarnaast maakt het bestemmingsplan de aanleg van een tweetal rotondes mogelijk. Het plangebied is gelegen in het beheersgebied van het Waterschap Drents Overijselse Delta. Voor de locatie is een digitale watertoets uitgevoerd. De watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Na de indiening van de digitale watertoets gaat het waterschap akkoord met het bestemmingsplan. De detailuitwerking van het aspect water wordt meegenomen in het waterhuishoudkundig- en rioleringsplan dat voor het bedrijventerrein Riegmeer als geheel wordt opgesteld.

5.3 Externe veiligheid

Aan de westzijde van het plangebied liggen twee hoofdgastransportleidingen. Wanneer de rotondes binnen de belemmeringenstrook van 5 meter van de leiding (A 503 en A 509) wordt aangelegd, dient hiervoor een klic melding te worden gedaan en dient contact te worden opgenomen met de leidingbeheerder Gasunie.

Hoofdstuk 6 Planbeschrijving

6.1 Juridisch systeem

Het bestemmingplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit betekent dat het bestemmingsplan is opgezet volgens de huidige wettelijke regelgeving en volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. Deze nieuwe standaard is per 1 juli 2013 verplicht volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Het plan is technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet aan de eisen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. De digitale versie is voor (ontwerp)plannen die na 1 januari 2010 ter inzage worden gelegd verplicht op grond van de Wro. Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan.

6.2 Regels

De regels zijn vervat in artikelen die onderverdeeld zijn in vier delen. In de "Inleidende regels" zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn. In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In artikel 2 is vastgelegd op welke wijze dient te worden gemeten.

Door deze vaste omschrijving van de begrippen en van de wijze van meten wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot.

In de "Bestemmingsregels" zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven. Dit plan kent slechts 2 bestemming, te weten Verkeer en de dubbelbestemming Leiding- Gas 1. Deze bestemmingsregels worden in paragraaf 6.3 nader uitgewerkt.

In de "Algemene regels" staan artikelen benoemd, die voor alle of meerdere bestemmingen gelden. Het betreffen onder andere de voor alle bestemmingen geldende afwijkingsregels .

De algemene afwijkingsregels zorgen voor enige verruiming ten behoeve van de flexibiliteit van het plan. Deze afwijkingen zijn niet specifiek op één bestemming gericht. Zij kunnen gebruikt worden ten aanzien van alle bestemmingen.

De algemene aanduidingsregels geven de mogelijkheid voor algemene aanduidingen, die als een extra laag over meerdere bestemmingen liggen. In dit bestemmingsplan is 1 van deze algemene aanduidingen aanwezig, te weten:

Geluidzone - Industrie 50 dB(A): het betreft een zone die behoort bij het bedrijventerrein Buitenvaart II, zuidelijk blok, waar lawaaimakers zijn toegestaan. Binnen de zone moet men bij nieuwbouw rekening houden met grenswaarde van geluid vanwege de bedrijvigheid of een hogere waarde aanvragen.

In de "Overgangs- en slotregels" staan artikelen benoemd, die voor alle voorgaande regels gelden. Het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik is hierin geregeld alsmede de slotregel.

6.3 Verklaring van de bestemmingen

Verkeer

Onder deze bestemming vallen alle wegen, een gedeelte van de (vrijliggende) fietspaden en een gedeelte van de voetpaden binnen het plangebied. Tevens is binnen deze bestemming de aanleg van groenvoorzieningen en water mogelijk.

Dubbelbestemming Leiding - Gas 1

De in het plangebied aanwezige ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen hebben de dubbebestemming 'Leiding - Gas' gekregen. Binnen een zone van 5 meter mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming en gelden beperkingen voor grondwerkzaamheden.

Hoofdstuk 7 Handhaving

7.1 Algemeen

Het bestemmingsplan wil een sturend instrument zijn voor de ruimtelijke en functionele inrichting van het plangebied. Aan de hand van de in het bestemmingsplan opgenomen regels worden voorgenomen activiteiten (activiteiten en gebruik van gronden) getoetst.


Als blijkt dat zonder of in afwijking van de regels activiteiten danwel gebruik plaatsvinden en de afwijking niet op enige wijze kan worden gelegaliseerd en niet past binnen het gemeentelijk beleid, is handhaving in enge zin aan de orde, gericht op het ongedaan maken van een overtreding. Handhaving is belangrijk om de sturing die het bestemmingsplan beoogt tot haar recht te laten komen.

7.2 Beleidskeuzen

Door de gemeente Hoogeveen is een kadernota integrale handhaving vastgesteld. Deze nota is de start van programmatisch handhaven in de gemeente Hoogeveen.


Programmatisch handhaven is een structurele en integrale aanpak van de handhaving, waarbij de uitvoering onder andere is gebaseerd op een handhavingsprogramma. Daarbij worden door het bestuur de prioriteiten bepaald en worden handhavingsactiviteiten zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. In deze aanpak worden beleid en uitvoering opgevolgd door evaluatie en bijsturing. Programmatisch handhaven is daarmee een cyclisch, democratisch, integraal en transparant proces.

7.3 Inzet gemeentelijk apparaat

Aan de controle van het onderhavige plan wordt binnen de gemeente inhoud gegeven door een aantal ambtenaren die zich continu met handhaving bezighoudt.

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid

8.1 Economische uitvoerbaarheid

In het kader van artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient de financieel-economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijk plan te worden aangetoond. De kosten voor de aanleg van de rotondes en overige infrastructuur ten behoeve van Riegmeer zijn opgenomen in de op 9 december 2021 vastgestelde grondexploitatie Riegmeer Noord. Hiermee wordt het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar geacht.

8.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Met dit bestemmingsplan wordt de planologische situatie in het plangebied in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Nu de gronden niet meer als bedrijfsgrond uitgegeven kunnen worden, is het juist om deze bestemming te wijzigen.

Conform artikel 3.1.1 Bro is het conceptbestemmingsplan op 30 november 2021 voor overleg verzonden aan diverse overleginstanties. Hierop hebben de Provincie Drenthe en de Rendo een reactie gegeven en de Gasunie en het Waterschap Drents Overijsselse Delta een zienswijze ingediend.

Deze reacties zijn verwerkt in de reactienota (zie Bijlage 1 Reactienota). De zienswijze van de Gasunie heeft ertoe geleid dat het bestemmingsplan is aangepast door een beschermingszone van 5 meter op te nemen in de regels en op de verbeelding. De zienswijze van het waterschap heeft ertoe geleid dat een waterparagraaf aan de toelichting is toegevoegd. Voor het overige hebben de reacties niet tot aanpassing van het bestemmingsplan geleid.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 2 december 2021 tot en met 12 januari 2022 ter inzage gelegen. Gedurende 6 weken kon een ieder hierop zijn of haar zienswijze indienen. Er zien naar aanleiding van deze ter inzagelegging geen verdere zienswijzen binnengekomen.