Plan: | Noordscheschut, wijzigingsplan Boogerdweg ong. 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.2015BPW8015001-VG01 |
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN | |
nadere eisen alleen formuleren ten behoeve van aspecten, die te maken hebben met in het bp voorkomende regels (b.v. binnen bestemming wonen, nadere eis tbv verkeersveiligheid alleen opnemen indien er ook een regel in bp zit die te maken heeft met verkeersveiligheid). Let op: voor nadere eisen is er ook een procedure vereist. Per plan afwegen of het gewenst is of gebruik dient te worden gemaakt van nadere eisen. |
|
er kan ook een specificatie binnen de bestemmingen worden aangebracht d.m.v. het splitsen van bestemmingen: b.v. Horeca -1, Horeca -2, enz.. Dit splitsen kan onder andere zinvol zijn wanneer binnen dezelfde hoofdgroep diverse pakketten aan functies zijn te onderscheiden en er zonder splitsing een opeenhoping van functieaanduidingen zou ontstaan (zie voor volledige toelichting, bijlage 1: toepassing van de SVBP). | |
juridisch gezien, mag je aantallen personen benoemen in het bp, maar vanuit handhaving is het toch niet raadzaam om dat in bp op te nemen. | |
zie voor een toelichting op de veranderde insteek voor het regelen van de prostitutie, Bouwrecht van juni 2006. | |
in elk plan (tbv nieuwe ontwikkeling of herzien van bestaande situatie) zal steeds opnieuw moeten worden afgewogen hoe om te gaan met kabels en leidingen. Mogelijkheid is om kabels- en leidingenstrook middels een profiel op te nemen (indien profiel wordt opgenomen op de plankaart, dan is het juridisch bindend en kan er niet van worden afgeweken; kan ook in de toelichting worden verwerkt, dan is het niet juridisch bindend). Andere mogelijkheid is het opnemen van de functieaanduiding "leidingstrook" op de bedoelde locatie binnen de relevante bestemmingen. | |
archeologie:
uitgangspunt: op basis van gedegen archeologisch onderzoek wordt een planologische invulling geregeld in het bestemmingsplan. Indien de situatie er om vraagt, kan in de bouwvoorschriften een bepaling tbv archeologie worden opgenomen (zie voorbeeld artikel 27 Wonen) òf in het relevante bestemmingsartikel kan een aanlegvergunningsregels worden opgenomen (zie als voorbeeld artikel 3 Agrarisch). |
|
- via de algemene gebruiksregels is een kampeermiddel niet toegestaan;
- een tent valt niet onder het begrip "kampeermiddel" in de APV. |
|
indien in de bestemmingsomschrijving "nutsdoeleinden" wordt opgenomen, dan ook in de bouwvoorschriften een bepaling tbv de nutsdoeleinden opnemen (zie vb artikel 18 Maatschappelijk). | |
Geluidszones, zone luchtvaartverkeer, vrijwaringszone, veiligheidszones, milieuzones, Wro-zones en reconstructiewetzone zijn gebiedsaanduidingen. Gebiedsaanduidingen gaan vergezeld van een daarop betrekking hebbende regeling in de betreffende planregels (zie hiervoor blz. 14/15 SVBP 2008 en bijbehorende bijlage). | |
indien een bestemming wordt gebruikt dat geen functie betreft dat behoort tot een hoofdgroep uit de SVBP 2008, dan wordt de functienaam als bestemmingsnaam gebruikt en dient het gebruik van deze bestemming (in de hoofdgroep Overig) in de toelichting te worden gemotiveerd. | |
afhankelijk van het bp kan mantelzorg worden geregeld via het tevens toelaten van de woonfunctie in bijgebouwen òf middels een binnenplanse vrijstelling. | |
op dit moment zijn er geen woonboten in de gemeente, maar die discussie kan in de toekomst wel een rol gaan spelen. Indien nodig dan zal op dat moment een passende regel moeten worden geformuleerd voor het toestaan van woonboten en/of drijvende woningen. | |
let op zend-/ontvangstmasten ten behoeve van de openbare veiligheid (WAS = waarschuwing- en alarmeringssirenes) die binnen de bestemmingsomschrijving van bestemmingen dient te worden opgenomen waarbinnen zij liggen. | |
t.a.v. beeldkwaliteitsplannen wordt opgemerkt, dat de insteek wordt om het eventueel benodigde bkp niet in de regels, de nadere eisen (omdat daar weer een procedure voor nodig is) te benoemen, maar om tegelijkertijd met het bp een bkp op te stellen en vast te stellen en aan te merken als een herziening van de welstandsnota. Hierdoor vindt de toets aan een bkp wel plaats bij de bouwvergunningverlening, maar hoeft er geen procedure voor een nadere eis te worden doorlopen. Of deze werkwijze werkbaar is, zal de komende tijd moeten blijken. | |
in de begripsomschrijving van dwarskap is opgenomen dat het een kap betreft met de nokrichting haaks op de weg waaraan de woning is gelegen. Hier is niet opgenomen ".... waaraan de woning is genummerd", omdat het om een stedenbouwkundige afweging gaat hoe de woning is gelegen en niet om aan welke straat de woning is vernummerd. | |
let op: voor wat betreft flora en fauna wordt opgemerkt dat op dit moment een gedragscode flora- en faunawet in de maak is, die wellicht bij het opstellen van plannen en formuleren van regels aangaande dit onderwerp, van belang is. | |
monumenten: "Notitie sectorale monumentenzorg naar integraal omgevingsbeleid" (augustus 2009) --> karakteristieke panden in hoofdvorm handhaven + een sloopvergunningstelsel daaraan verbinden (in de relevante artikelen dus een sloopvergunningregel opnemen) . | |
voor evenementen geldt dat er planafhankelijk maatwerk dient teworden geleverd. òf "evenementen" wordt in de relevante bestemming inde bestemmingsomschrijving opgenomen (bij recht geregeld); òf in het plan worden evenementen via een ontheffing mogelijk gemaakt (zie voor een mogelijke regeling de algemene ontheffingen (zie tevens artikel 4.1.1 Bro). Een mogelijke (afhankelijk van het plan kunnen hier voorwaarden vwb bv duur en tijd worden toegevoegd) begripsbepaling voor evenement: een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals beurzen, bijeenkomsten, braderieën, beurzen, festivals, festiviteiten, kermissen, markten, wedstrijden en dergelijke. |
het wijzigingsplan Noordscheschut, wijzigingsplan Boogerdweg ong. 2015 met identificatienummer NL.IMRO.0118.2015BPW8015001-VG01 van de gemeente Hoogeveen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een bijgebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
woningen gekoppeld door middel van gebouwen;
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke –geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen- bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend;
het in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig of ontwerptechnisch dan wel daarmee gelijk te stellen gebied, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist(e) en mani- en/of pedicure, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie, hieronder mede begrepen Bed & Breakfast;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal of minimaal bebouwd mag/moet worden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. de levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, danwel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmeting, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de op het moment van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en conform de op dat moment geldende regels aanwezige gebouwen/ oppervlakten/ gebruik of waarvoor een bouwvergunning is verleend danwel een aanvraag om bouwvergunning is ingediend die kan worden verleend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats (Let op: indien van toepassing));
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of horizontale balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, metaal, of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect en duurzaam met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond);
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van prostitutie;
een kap met de nokrichting haaks op de weg waaraan de woning is gelegen;
de bouwlaag op de begane grond;
de oppervlakte van een bouwperceel binnen de bestemming “Wonen”, met uitzondering van de oppervlakte van het bouwvlak;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder mede een carport wordt verstaan;
blok van twee aaneengebouwde woningen;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
een gesloten en (overwegend) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk, bestaande uit ten minste één niet horizontaal vlak;
een kap met de nokrichting evenwijdig aan de weg waaraan de woning is gelegen;
een dak bestaande uit één hellend dakvlak;
de scheiding tussen percelen die niet aan eenzelfde eigenaar behoren danwel niet door eenzelfde gebruiker worden gebruikt;
een kap met een piramidevormige afdekking eindigend in één punt of met een korte nokbalk haaks op de weg;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de streefwaarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
het meest naar de zijde van de weg, waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gelegen, gekeerde deel van een hoofdgebouw;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één (of meerdere) huishouden(s);
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine (Let op: indien van toepassin).
de afstand tussen de perceelsgrens en het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De maximale bouwhoogte mag ten behoeve van deze ondergeschikte bouwwerken met ten hoogste 1 meter worden overschreden.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij ten dienste van de bestemming behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers;
Binnen deze bestemming zijn erkers bij woningen met een maximale diepte van … meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de voor- en/of zijgevel van het bijbehorende hoofdgebouw toegestaan, mits de hoogte van de erker ten hoogste gelijk zal zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan … meter bedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen geldt dat de hoogte:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 3.1 sub 1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
Voor het oprichten van bebouwing is, tenzij uit archeologisch onderzoek anders is gebleken, verkennend archeologisch onderzoek noodzakelijk indien de bebouwing meer bedraagt dan 500 m² en de bodemingreep dieper is dan 30 cm, met dien verstande dat:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen de volgende bepalingen gelden:
bouw- aanduiding | woning- type* | Aantal bouwlagen | Goothoogte (m) | Bouwhoogte (m) | Dakhelling (O) | Kapvorm ** | ||||
min | max | min | max | min | max | min | max | |||
sba-2 | 6 | 10 | 30 | 60 | D/LA |
Woningtype* | Kapvorm ** | |||
gs | gestapeld | D | dwarskap | |
tae | twee-aan-een | LA | langskap | |
aeg | aaneengebouwd | P | platdak | |
vrij | vrijstaand | S LE |
stolpkap lessenaarskap |
Voor het bouwen van bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, de volgende bepalingen gelden:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter mag bedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen geldt dat de hoogte:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 met maximaal 10%.
Lid 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 9.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Voor zover toepassing van lid
9.4 leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beeïndiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Noordscheschut, wijzigingsplan Boogerdweg ong. 2015.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van .............................................................
De voorzitter, De secretaris,
...................... ................................