direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied Emmen, facetregeling geitenhouderijen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2020020-B701

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanĀ Buitengebied Emmen, facetregeling geitenhouderijen met identificatienummer NL.IMRO.0114.2020020-B701 van de gemeente Emmen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Bestemmingregels

2.1 Vantoepassingsverklaring

Het bestemmingsplan Buitengebied Emmen met planidentificatienummer NL.IMRO.0114.2009072-0710 vastgesteld door de gemeenteraad op 30 oktober 2014.

2.2 Begripsbepaling

Voorliggend bestemmingsplan wijzigt

1. de begripsbepaling artikel 1.10 "agrarisch bedrijf niet grondgebonden" van het in artikel 2.1 genoemd bestemmingsplan en komt te luiden:

1.10: agrarisch bedrijf niet grondgebonden

agrarisch bedrijvigheid (bedrijfsvoering), zoals kalvermesterijen, pluimveehouderijen, varkensfokkerij, varkensmesterij, champignonkwekerij, geitenhouderij, e.a. naar de aard hiermee te vergelijken bedrijven die niet afhankelijk zijn van de groeikracht van de bodem waarop het bedrijf wordt uitgeoefend.

2. de begripsbepaling artikel 1.9 "agrarisch bedrijf grondgeboden" van het in artikel 2.1 genoemd bestemmingsplan en komt te luiden:

1.9 agrarisch bedrijf grondgebonden

agrarische bedrijvigheid (bedrijfsvoering), zoals akkerbouw, veeteelt en vollegrond tuinbouw die afhankelijk zijn van de groeikracht van de bodem waarop het bedrijf wordt uitgeoefend, uitgezonderd een boomkwekerij, een varkens-, pluimvee- en een geitenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen.

2.3 Specifieke gebruiksregels

De specifieke gebruiksregels van de bestemming 'Agrarisch - Grondgebonden 1' van het in artikel 2.1 genoemd bestemmingsplan worden als volgt aangevuld:

5.5.1 Geoorloofd gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend:

a. het houden van een grondgebonden geitenhouderij indien deze geitenhouderij ten tijde van de terinzage legging van het ontwerpplan beschikte over een omgevingsvergunning voor het houden geiten.

b.het houden van een grondgebonden geitenhouderij en kaasmakerij Spoorbaan 1 te Veeneerd binnen de bestaande agrarische bebouwing, met een maximale omvang van 492 dierplaatsen voor geiten (waarvan 105 dierplaatsen voor opfokgeiten)ā€¯.

De specifieke gebruiksregels van de bestemming agrarische grondgebonden 2 van het in artikel 2.1 genoemd bestemmingsplan worden als volgt aangevuld:

6.5.1 Geoorloofd gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend:

a. het houden van een grondgebonden geitenhouderij indien deze geitenhouderij ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan beschikt over een omgevingsvergunning voor het houden geiten.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen, facetregeling geitenhouderijen.