direct naar inhoud van 2.1 Rijksbeleid
Plan: Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99UW20121003A-C001

2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het schept ruimte voor ontwikkeling uitgaande van het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet" en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. Deze nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. "Ruimte voor ontwikkeling" betekent ook dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen.

Ter versterking van de kracht van de steden en ter verbetering van de internationale economische concurrentiepositie en de daarbij behorende ruimtelijk-economische structuur van Nederland, geeft het rijk prioriteit aan de ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en van veelal binnen deze netwerken gelegen economische kerngebieden. Groningen-Assen is in de Nota Ruimte aangewezen als nationaal stedelijk netwerk en deels als economisch kerngebied. Assen-Zuid valt binnen dit aangewezen gebied. De regio rond Groningen en Assen vormt de belangrijkste concentratie van bevolking en werkgelegenheid in Noord-Nederland. In Assen zijn vooral de diensten- en de energiesector sterk vertegenwoordigd.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de nationale Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Deze vervangt onder andere de Nota Ruimte. Echter, de vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Milieu heeft besloten dat ze de vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in behandeling wil nemen (de zogenaamde nahangprocedure). Dit betekent dat de komende maanden nog niet begonnen kan worden met het doorvoeren van de SVIR. Met een nahangprocedure kunnen eventuele opmerkingen en wensen van de Kamer alsnog worden verwerkt.

De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat van invloed zijn op de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. De Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) is de ministeriële regeling. Op 30 december 2011 zijn het Barro en de Rarro in werking getreden. Bij het voorliggende plan zijn het Barro en de Rarro van toepassing in verband met het militair oefenterrein.

Met de structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Met de SVIR wordt ingezet op het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland. De A28 en het spoortracé Assen-Beilen (spoorlijn Groningen - Zwolle) maken deel uit van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur en zijn van nationaal belang voor de rijksdoelen rond concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid, zodat een samenhangende ruimtelijke hoofdstructuur zichtbaar wordt.

Assen is weergegeven als "Multimodaal knooppunt en ketenmobiliteit". Daarbij is de A28 opgenomen als nationale weg en Groningen geldt hierbij als "Excellent vestigingsklimaat in stedelijke regio met topsectoren".

De volgende nationale belangen zijn van toepassing op het plangebied en de omgeving.

  • 1. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie.
  • 2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen.
  • 3. Efficiënt gebruik van de ondergrond.
  • 4. Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen.
  • 5. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen.
  • 6. Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen.
  • 7. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water), bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.
  • 8. Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.
  • 9. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten.
  • 10. Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten.
  • 11. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Wat betreft de (inter)nationale bereikbaarheid van stedelijke regio's met topsectoren ligt Assen aan een (inter)nationaal hoofdwegennet en een "overig" (inter)nationaal spoorwegennet. Assen ligt nabij een stedelijke regio met topsectoren en een "overige" luchthaven van nationale betekenis.

Ook is aangegeven dat er ruimte is voor elektriciteitsvoorziening, namelijk de hoogspanningslijn die ook door het plangebied loopt.

Daarnaast is het plangebied aangewezen voor een gebied voor gas: producerend en aan de westkant van de A28 ligt een productielocatie.

De afbeelding met het hoofdwegennet laat zien dat bij de A28 (ook bij het plangebied) ruimte is voor verbreding. De spoorlijn maakt onderdeel uit van het nationale spoorwegennet.

Het natuurterrein (met daarbij het oefenterrein) Baggelhuizen maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Aan de oostzijde van de A28 ligt het Nationaal Landschap Drentsche AA.

Het militair terrein in het plangebied is ook opgenomen als groot oefengebied, waarbij ruimte is voor militaire activiteiten.

Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, leefbaar en veilig Nederland. De voorgenomen ontwikkeling betreft een uitwerking van het nationale beleid. De ontwikkeling speelt in op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stedelijke regio's. In het voorliggende plan wordt ook rekening gehouden met de overige genoemde omgevingsaspecten.

Crisis- en herstelwet

De Crisis- en herstelwet (Chw) maakt het mogelijk procedurele wijzigingen door te voeren om zo spoedig mogelijk tot snellere besluitvorming te komen. Om de ontwikkelingen binnen de FlorijnAs versneld te kunnen realiseren is besloten gebruik te maken van de Chw.

Op 31 maart 2010 is de Chw in werking getreden. Met de wet wordt de economie gestimuleerd. Daarnaast is de wet gericht op duurzaamheid, energie en innovatie. Voor de toepassing van de Chw moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan.

Per 17 juli 2010 is het "besluit van 13 juli 2010 houdende regels ter uitvoering van de Crisis- en herstelwet, eerste tranche" in werking getreden. In deze aanvulling op de Chw is in artikel 9 de FlorijnAs aangewezen als een lokaal project van nationale betekenis in de zin van artikel 2.18 en 2.19 Chw. Naar aanleiding daarvan is een zogenaamde structuurvisie-plus opgesteld, waarop de artikelen 2.18 en 2.19 Chw van toepassing zijn. Artikel 2.19 lid 2, sub b, onder 3 geeft aan dat in het kader van de totstandkoming van de structuurvisie een analyse van de risico's ten aanzien van de verplichting tot het toekennen van een tegemoetkoming in planschade, als bedoeld in artikel 6.1 Wro, nodig is.

Vanwege het gebiedsoverstijgende belang en het feit dat de FlorijnAs alle kenmerken van gebiedsontwikkeling bevat, is het programma in het kader van de Chw aangemerkt als project van nationale betekenis.

Een deel van de nieuwe aansluiting op de A28 valt momenteel buiten het plangebied van de FlorijnAs. Voor dit deel is artikel 1.1 Chw, lid 1, onder a van toepassing. Aanleg van wegen wordt genoemd in artikel. 3.4 van de Bijlage I behorend bij de Chw. Het plangebied FlorijnAs zal hierop worden aangepast bij de 5e tranche van de Crisis- en herstelwet.

Voor de FlorijnAs is dus een zogenaamde structuurvisie plus opgesteld, de Structuurvisie FlorijnAs. De plus heeft voornamelijk betrekking op het vroegtijdig concretiseren en afstemmen van het programma met andere bestuursorganen, zodat het uitvoeringstraject versneld kan plaatsvinden. Bij de FlorijnAs is aan de aanvullende bepalingen van de Chw voldaan.

In het kader van deze structuurvisie heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met de betrokken vooroverleginstanties. De plannen en het programma zijn hierbij vroegtijdig geconcretiseerd en afgestemd met andere bestuursorganen. Vanwege het uitgebreide overleg, is de fase van voorontwerpbestemmingsplan overgeslagen.

Het concept-ontwerpbestemmingsplan is besproken in de projectcommissie met daarbij de relevante vooroverleginstanties. Op die manier zijn de overlegpartners betrokken bij de plannen in het kader van het vooroverleg. De projectcommissie heeft een reactie gegeven. Deze reactie is behandeld als overlegreactie.

Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens gedurende een periode van zes weken ter visie gelegd.