direct naar inhoud van 4.2 Historie
Plan: Anreperstraat 204
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20111002B-C001

4.2 Historie

Het perceel Anreperstraat 204 ligt op de overgang van een beekdal (Ossenbroekloopje) naar de westelijke es van Schieven (Groote Kamp). Het beekdal vindt zijn oorsprong ruim voor de laatste ijstijd in een doorlopende stroomgeul van het Drentsche Aa-systeem. De geul is later opgevuld met verspoelde keileem (beekleem) en ingestoven dekzand, waardoor ter hoogte van de Vredeveldse weg een waterscheiding is ontstaan. Omstreeks 1830 is door het beekdal een verhoogde, rechte zandweg aangelegd (kadastrale kaart 1832). Later is deze bestraat als verbindingsweg van Assen naar Schieven en Anreep. De bocht in de straat, die bij nr. 204 begint, markeert de noordzijde van de es.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.99BP20111002B-C001_0005.jpg"

Figuur 5: Topografische kaart 1896-1905

De huidige boerderij is in 1923 eerst als schuur aan de straat gebouwd, aan de rand van de es en het beekdal. Later is het woongedeelte aan de beekzijde toegevoegd. Het bos in het beekdal ten zuiden van de locatie is tussen 1925 en 1937 ontgonnen tot grasland. In 1965 is het Anreperdiep gekanaliseerd en in peil verlaagd, waardoor de gronden langs het diep landbouwkundig beter benut konden worden. Ter plaatse van de Anreperstraat watert het beekdal af in zuidelijke richting. De hoofdafwatering (Ossenbroekloopje) loopt met een duiker onder de straat door, langs het bosje tussen nr. 198 en 202. Vanaf nr. 204 liep vroeger de afwatering in zuidwestelijke richting naar het Anreperdiep. In 1988 is de grens tussen nr. 202 en 204 rechtgetrokken en is op deze grens een nieuwe sloot gegraven, die in zuidelijke richting afwatert naar het Anreperdiep. Deze grenssloot is in 2011 door het Waterschap aangewezen als schouwsloot. Na 1088 zijn, ten oosten van de nieuwe grens, de eigendommen in het beekdal en op de es samengevoegd tot een aaneengesloten landbouwperceel, eerst in gebruik als weidegrond voor de melkveehouderij en later als pacht akkerland. Bij pensionering van de eigenaar in 1988 is besloten om de melkveehouderij te stoppen. Daarna zijn de bedrijfsgebouwen deels in gebruik gekomen bij het bestratingbedrijf van de zonen van de eigenaar.