direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Loon 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20095500-C001

4.3 Bodem

4.3.1 Inleiding

Voordat een bestemmingsplan kan worden vastgesteld moet aangetoond zijn dat de bodem- en grondwaterkwaliteit geschikt zijn voor het toekomstige gebruik.

4.3.2 Onderzoek

De navolgende figuur toont de gemiddelde bodemkwaliteit in het plangebied. De gemiddelde bodemkwaliteit in een groot deel van het plangebied is op basis van de bodemkwaliteitskaart groter dan de achtergrondwaarde en voldoet aan wonen (oranje). Er zijn in dit plan geen nieuwe gevoelige functies of bodemingrepen voorzien. Bij de herbestemming van de voormalige agrarische bedrijfswoningen blijft sprake van een woonfunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.99BP20095500-C001_0020.jpg"

Afbeelding 19. Toepassingskaart bodem.

Binnen het plangebied komen geen ernstige bodemverontreinigingen voor die de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staan. Daar waar de bestaande bebouwing en functies in dit bestemmingsplan worden vastgelegd, is dan ook geen verkennend bodem- en grondwateronderzoek noodzakelijk.

Bij eventuele bebouwingsuitbreidingen, die binnen de beheerskaders van dit bestemmingsplan mogelijk zijn, is via de bouwverordening in het kader van de omgevingsvergunningverlening zorg gedragen voor een goede bodemkwaliteit. In principe is altijd een bodemonderzoek nodig bij vergunningplichtige bouwwerken die als verblijfsruimte(n) gebruikt gaan worden. Van het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden verleend, als bij de gemeente reeds bruikbare historische informatie beschikbaar is.

4.3.3 Conclusie

Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan. In het bestemmingsplan is geen specifieke regeling in verband met de bodemkwaliteit opgenomen.