direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Grondgebonden Bedrijf
Plan: Loon 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20095500-C001

Artikel 4 Agrarisch - Grondgebonden Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Agrarisch - Grondgebonden Bedrijf " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat hout-, boom- en/of fruitteelt niet is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - varkenshouderij' tevens een niet-grondgebonden in de vorm van een varkenshouderij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' het wonen in maximaal één bedrijfswoning;
  • d. de bestaande aan-huis-gebonden bedrijven;
  • e. een aan-huis-gebonden beroep in een bedrijfswoning tot ten hoogste 50 % van de oppervlakte van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    • 1. het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend;
    • 2. het gebruik zowel naar aard als uitstraling met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
    • 3. het parkeren geheel op eigen terrein wordt opgelost.

met de daaraan ondergeschikt:

  • f. wegen en paden;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • l. bebouwing;
  • m. overige bouwwerken;
  • n. erven en terreinen.

4.2 Bouwregels

Op de voor " Agrarisch - Grondgebonden Bedrijf " aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Bouwperceel

Voor een bouwperceel geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de bestaande hoofdvorm (oppervlakte, gevelbreedte, dakvorm, dakhelling, nokrichting, bouwhoogte en goothoogte) gehandhaafd dient te blijven.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de maximale bouwhoogte ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt ten minste 7,00 meter;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd.

4.2.3 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer dan 6,00 meter bedragen.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder c ten behoeve van een verkleining van de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens tot 0 meter;

4.3.2 Afwegingskader

De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van de gronden ten behoeve van hout-, boom- en/of fruitteelt;
  • b. de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-gebonden bedrijf;
  • d. het gebruik van de gronden als paardenbak.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken aan-huis-gebonden bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4  sub c voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden bedrijf in een bedrijfswoning tot ten hoogste 50% van de oppervlakte van de bedrijfswoning en tot een maximum van 40 m².

4.5.2 Afwegingskader

De in lid 4.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien:

  • a. het aan-huis-gebonden bedrijf alleen door de bewoner wordt uitgevoerd;
  • b. de bedrijfsactiviteit valt binnen categorie A van de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging;
  • c. het gebruik zowel naar aard als uitstraling met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • d. het parkeren geheel op eigen terrein wordt opgelost.