direct naar inhoud van Artikel 4: Bedrijventerrein
Plan: Werklandschap Assen - Zuid
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20091003-C001

Artikel 4: Bedrijventerrein

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1 en 3.2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
    • 2. bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, met uitzondering van risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';

en mede bestemd voor:

  • b. het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie';

en in beperkte mate voor:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  • f. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  • g. erven en terreinen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage per bouwperceel ten hoogste het in de aanduiding aangegeven percentage bedragen.
4.2.2. Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. als gebouw mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
  • c. de onderlinge afstand tussen vrijstaande bedrijfsgebouwen dient ten minste 5,00 m te bedragen;
  • d. de maximale bouwhoogte mag ten hoogste de in de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte bedragen.
4.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10,00 m bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4. Afwijken van de bouwregels
4.4.1. Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 sub c in die zin dat de afstand tussen vrijstaande gebouwen wordt verkleind tot ten hoogste 0,00 m.

4.4.2. Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 4.4.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie,
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor bedrijven anders dan genoemd in lid 4.1 sub a;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  • d. het gebruik van de gebouwen als (bedrijfs)woning;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • f. het gebruik van de gebouwen voor kantoor, anders dan ten dienste van het bedrijf, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf.
4.6. Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1. Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5 sub a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 1 onder een hogere categorie, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 sub a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 1 onder een hogere categorie, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 4.5 sub a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' tevens bedrijven worden gevestigd uit de categorieën 1 en 2 dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven, mits:
    • 1. er sprake is van bedrijven die naar de aard en de omvang passend zijn in het profiel van het bedrijventerrein;
    • 2. het geen risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • d. het bepaalde in lid 4.5 sub e en toestaan de gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel.
4.6.2. Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 4.6.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. een goede landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheid van de aangrenzende gronden.
4.7. Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1. Wijziging

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gronden tevens worden bestemd voor risicovolle inrichtingen, mits:

  • a. wordt voldaan aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • b. rond de inrichting ter plaatse wordt voorzien in een aanduiding 'veiligheidszone - bevi' dan wel 'veiligheidszone - lpg'.
4.7.2. Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 4.7.1 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. een goede landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheid van de aangrenzende gronden.