direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bos en Golf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2011BOSGOLF-C001

Artikel 22 Algemene aanduidingsregels

22.1 geluidzone - industrie

22.1.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

22.1.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen) mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.

22.1.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.1.1  voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

22.2 veiligheidszone - leiding
22.2.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het verblijfsklimaat in verband met een buisleiding.

22.2.2 kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 22.2.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

22.2.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.

22.2.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het verwijderen van het aanduidingsvlak 'veiligheidszone - leiding', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de buisleiding wordt beëindigd.

22.3 veiligheidszone - lpg
22.3.1 aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het verblijfsklimaat in verband met een lpg-installatie.

22.3.2 kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 22.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

22.3.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.3.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.

22.3.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van het aanduidingsvlak 'veiligheidszone - lpg' in verband met het verplaatsen van het aanduidingsvlak 'lpg-vulpunt' c.q. het verkleinen van de lpg-doorzet, mits het verblijfsklimaat van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van het aanduidingsvlak 'veiligheidszone - lpg', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de lpg-installatie wordt beëindigd en de aanduiding 'vulpunt-lpg' uit het plan wordt verwijderd.