direct naar inhoud van 3.5 Milieu
Plan: GEMEENTE ASSEN Oostergoo Baggelhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.05WP20103000B-C001

3.5 Milieu

3.5.1 Luchtkwaliteit

Voor het gebied Assen Oost (en directe omgeving) is, met name met de in dit verband opgenomen wijzigingsbevoegdheden, een onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd conform het Besluit Luchtkwaliteit 2005. De resultaten zijn neergelegd in een rapportage van de gemeente van november 2006.

De luchtkwaliteit is berekend voor de jaren 2004 en 2006 en er zijn prognoses gemaakt voor 2016 en 2020. Uit de uitgevoerde berekeningen blijkt dat er geen grenswaarden of plan- en alarmdrempel meer dan toegestaan worden overschreden. Een nieuwe ontwikkeling op het betreffende perceel brengt hierin niet “in betekende mate” verandering.

3.5.2 Flora en Fauna

Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. Sinds 1 april 2002 regelt de "Flora- en faunawet" de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Met de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet is een belangrijk deel van de doorwerking van de Vogel- en Habitatrichtlijn geregeld. Onderhavig plangebied is niet in of nabij een beschermingsgebied in het kader van deze richtlijnen gelegen.

Samen met de Natuurbeschermingswet heeft de Flora- en faunawet tot doel de Nederlandse natuur te beschermen. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk van de minister van LNV vrijstelling of ontheffing te krijgen.

Onderzoeksbureau Ecogroen Advies BV (bijlage 3: projectcode 10-201, 14 juni 2010) heeft ecologisch onderzoek gedaan op de locatie. Hieruit komt naar voren dat er geen ontheffing aangevraagd hoeft te worden op grond van de Flora- en faunawet. De aangetroffen soorten vallen onder de gevallen waaronder automatisch ontheffing geldt.

Het kappen van bomen en struiken mag niet plaatsvinden tussen 15 maart en 15 juli in verband met aanwezige broedvogels. Het bouwrijp maken van het terrein moet zoveel mogelijk worden uitgevoerd in de periode augustus – half november, bij voorkeur in september en oktober.

Het Asserbos ligt aan de zuid-oost kant van het wijzigingsplan en is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De grens van het EHS eindigt ongeveer op 10 meter van het gebied van het wijzigingsplan. Hierdoor zijn de bepalingen van het EHS niet van toepassing op het wijzigingsplan.

Het is echter wel de wens van de gemeente om een natuurlijk overloop te maken van het Assebos naar de stad. Hierdoor is gekozen om het wijzigingsplan ruim en groen op te zetten.

3.5.3 Bodem

In het kader van de ruimtelijke onderbouwing van de wijzigingsbevoegdheid is het zinvol om te weten of de bodem ter plaatse van het plangebied al dan niet geschikt is voor het toekomstige gebruik. Tevens dient bij de toekomstige aanvraag van de bouwvergunningen voor het plangebied een bodemonderzoek overlegd te worden. De eventuele aanwezigheid van verontreinigingen zou stagnerend kunnen werken op toekomstige ontwikkelingen.

Voor dit wijzigingsplan heeft de gemeente Assen het adviesbureau Arcadis gevraagd een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740 te verrichten ter plaatse van het gehele plangebied. Uit de rapportage van dit verkennend onderzoek (bijlage 4: “Verkennend bodemonderzoek scholencomplex Baggelhuizen te Assen”; rapportnummer: 110311/NA7/115/000331/005, 28 augustus 2007) blijkt dat grond en grondwater ter plaatse van het plangebied ten hoogste en slechts plaatselijk licht verontreinigd zijn. Deze bodemsituatie vormt geen belemmering voor het toekomstig gebruik op deze percelen. Bij eventuele afvoer van grond van de locatie dient in overleg met bevoegd gezag vastgesteld te worden of het huidige bodemonderzoek voldoet of dat nog een aanvullende partijkeuring moet plaatsvinden.