direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Tuincentrum
Plan: Assen - Ter Aardseweg 3
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.04BP20101000F-C001

Artikel 3 Bedrijf - Tuincentrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen, ten behoeve van een hoveniersbedrijf;
  • b. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. detailhandel in planten, struiken, bomen en andere tuinbenodigdheden, tuinwaren en naar de aard daarmee gelijk te stellen zaken, ten behoeve van de inrichting van tuinen en bouwwerken;

met de daarbijbehorende:

  • e. erven en terreinen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen en kassen, ten behoeve van het ter plaatse gevestigde hoveniersbedrijf worden gebouwd;
  • b. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 8,50 m bedragen;
  • f. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste 30% bedragen;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte van kassen zal ten hoogste 120 m² bedragen;
  • h. de goothoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 2,50 m bedragen;
  • i. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 4,50 m bedragen.

3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen per bedrijfswoning mag ten hoogste 70 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten minste 2,00 m minder bedraagt dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
  • d. de dakhelling van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste de dakhelling van de bedrijfswoning bedragen.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een horecabedrijf.