direct naar inhoud van 4.4 Cultuurhistorie
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

4.4 Cultuurhistorie

Per 1 januari 2012 is het Bro gewijzigd. Hierin is onder meer opgenomen, dat het bestemmingsplan een beschrijving moet geven van de wijze waarop rekening is gehouden met de cultuurhistorische waarden. Wat al voor archeologie gold, geldt nu dus ook voor andere cultuurhistorische waarden, zoals bijzondere gebouwen en landschappelijke structuren. Daarmee ligt bij gemeenten de verantwoordelijkheid keuzen te maken ten aanzien van de cultuurhistorische waarden. Onderstaand wordt de wijze waarop het plangebied is ontwikkeld beschreven.

GGZ-terrein

In de achttiende eeuw lagen er ten zuiden van Assen uitgestrekte natte heidevelden met fijnmazig vertakte, kronkelende beeklopen. Aan het einde van de achttiende eeuw werd hier een landgoed gesticht, genaamd De Eerste Steen. Het later gestichte landgoed Port Natal maakte deel uit van dit grotere landgoederengebied. De naam 'Port Natal' is in de laatste decennia van de negentiende eeuw aan het landgoed gegeven door de toenmalig eigenaresse Georgina Hidding-Oosting, mogelijk ter herinnering aan haar overleden echtgenoot, die in Zuid-Afrika was geboren.

In 1834 breidde het landgoed Port Natal zich verder naar het oosten uit. De psychiatrische geschiedenis van het gebied gaat terug tot 1935. In dat jaar werd op initiatief van De Vereniging Nederlandsche Hervormde Stichtingen voor Zenuw- en Geesteszieken op het landgoed Port Natal een psychiatrische inrichting gesticht. Op het oostelijke terreingedeelte werd het psychiatrisch ziekenhuis Licht en Kracht gebouwd, op het westelijk terreingedeelte werd het psychiatrisch ziekenhuis Port Natal gesticht. Er vonden zowel gedwongen als vrijwillige opnames plaats, waarbij het Academisch Ziekenhuis in Groningen voor wetenschappelijke begeleiding zorgde.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden uit Licht en Kracht zowel een groot aantal joodse patienten als de directie door de bezetter afgevoerd (1943), terwijl Port Natal dienst ging doen als werkkamp voor dwangarbeiders.

Na de oorlog werden nieuwe behandelmethodes ingevoerd en volgde een uitbreiding van de werkzaamheden onder leiding van geneesheer/directeur K. Visser (1959-1974). In samenwerking met Dennenoord werden een psychiatrische polikliniek (1963) en een dagziekenhuis (1972) geopend. Verdere specialisatie in de jaren tachtig leidde tot verbouwing van het psychiatrisch ziekenhuis Licht en Kracht, waarbij Port Natal werd afgestoten en gesloopt.

Met andere instellingen werden tal van samenwerkingsverbanden aangegaan. Een fusie met Vanboeijen leidde in 1979 tot openstelling van De Open Ankh en een naamsverandering in Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Licht en Kracht (APZ). In 1980 werd het psychiatrisch ziekenhuis Port Natal afgestoten en trok 'Licht en Kracht' zich terug op het terrein ten oosten van de Europaweg. Uit de samenwerking met Beileroord ontstond in 1994 het Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis Drenthe (APZ Drenthe). Deze laatste fuseerde met De Boshof en de Vierackers (1997) en vervolgens met de Regionale instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG) tot Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Drenthe.

Op het terreingedeelte ten westen van de Europaweg is na de sloop van het psychiatrisch ziekenhuis Port Natal (1987) in 1990 het huidige Wilhelmina Ziekenhuis gebouwd. Rond het Wilhelmina Ziekenhuis staan nog diverse markante landgoedgebouwen die herinneren aan de 'feodale' geschiedenis van het terrein. De navolgende topografische kaarten geven een fraai beeld van deze ontwikkelingsgeschiedenis.

Uit deze ontwikkeling is duidelijk afleesbaar dat de bebouwing zich in de eerste decennia na 1935 rond de orthogonale, formele assen van het voormalige landgoed vestigde. Naarmate het complex verder uitgroeide, is de bebouwing meer met gestrooide paviljoens, willekeurig in de groene ruimte komen te staan. De landschappelijke verschillen tussen de zandrug en het beekdal zijn bij die ontwikkelingen van het terrein niet erkend en zijn nu nog slechts voor een kenner zichtbaar.

Tot het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw vormde het Anreeperdiep de oostgrens van het terrein van GGZ Drenthe. Na die tijd zijn op een 'driehoekig terrein' aan de oostkant van het Anreeperdiep twee gebouwencomplexen gerealiseerd: De Wieken en de forensisch psychiatrische kliniek (FPK). De realisatie van deze gebouwen op deze locatie is ten koste gegaan van het oorspronkelijke bos- en heidegebied in deze zuidoostelijke hoek. Het GGZ terrein bevat één provinciaal monument, de Adventskerk. Deze wordt door de monumentenwet beschermd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001_0014.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001_0015.png"

Figuur 14: Ontwikkelingen G.G.Z.-terrein.

Vanboeijen

In 1939 hechtte Hendrik van Boeijen, penningmeester van de Nederlandsch Hervormde Stichting voor Zenuw- en Geesteszieken, als toenmalig minister van binnenlandse zaken zijn goedkeuring aan de bouw van een inrichting voor het geestelijk hulpbehoevende kind in het Noorden van het land. Hiertoe werd de Stichting Nederlands Hervormde Inrichtingen voor Geestelijk Hulpbehoevenden opgericht. Door het uitbreken van de oorlog werd het benodigde terrein, een 47 hectare groot moerasachtig gebied ten zuiden van Assen, pas in 1949 aangekocht. De architecten Joh. H. Groenewegen en H. Mieras uit Amsterdam kregen vervolgens van het stichtingbestuur de opdracht het complex van gebouwen te ontwerpen. Groenewegen gold een representant van 'het nieuwe bouwen', een vernieuwende bouwstijl uit de periode van circa 1915 tot 1960. De inrichting werd opgezet volgens het paviljoensysteem.

De inrichting was in eerste instantie berekend op 285 kinderen maar kon in een later stadium worden uitgebreid naar een capaciteit van 800-900 kinderen. Bij het ontwerp is ernaar gestreefd de gestichtsfeer te vermijden en zowel binnen als buiten de gebouwen de gezinssfeer zoveel mogelijk te benaderen. In dat kader werd ook bijzondere aandacht besteed aan de inrichting van het terrein, waarvoor de tuinarchitect Mien Ruijs uit Amsterdam het ontwerp maakte.

De koepel van de wintertuin behoort tot het oorspronkelijke complex (eerste fase uit 1956) en is het restant van het kleuter-wintertuinpaviljoen, waarvan het paviljoengebouw reeds is verdwenen. Hoewel de wintertuin al vrij snel na de bouw een andere bestemming kreeg is het laatst overgebleven bouwwerk uit de eerste fase. De koepel is een provinciaal monument. Gaandeweg werd het complex met steeds meer paviljoens en bedrijfsgebouwen uitgebreid, waarbij ook voorzieningen kwamen voor bedlegerige patiënten en ouderen. Het observatiepaviljoen en de zusterflat dateren van de uitbreiding uit 1965. Vanwege overheidsbesluiten en veranderende inzichten op het gebied van de behandeling van personen met een geestelijke beperking werden sinds de jaren negentig andere voorzieningen (socio-woningen) noodzakelijk en moesten veel oude gebouwen plaats maken voor nieuwe. Recent zijn een observatiepaviljoen en een zusterhuis uit 1965 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Ook deze hadden de status van provinciaal monument.

In juli 2005 is de structuurvisie herinrichting Hendrik van Boeijen Assen Park Diepstroeten vastgesteld. Deze structuurvisie voorziet in een fasegewijze herontwikkeling van het terrein. Het zuidelijke deel wordt getransformeerd tot woonwijk Park Diepstroeten. Diepstroeten valt niet binnen de grenzen van dit bestemmingsplan. In het noordelijke deel, fase 1 van de structuurvisie, heeft grootschalige sloop en nieuwbouw plaatsgevonden.

Conclusie

Het aspect cultuurhistorie geeft geen specifieke kaders voor het conserverende bestemmingsplan waar rekening mee gehouden dient te worden. De archeologische waarden worden specifiek beschermd, het provinciaal monument wordt beschermd door de Monumentenwet en voor het overige zijn er geen specifieke kenmerken waarvoor vanuit het aspect cultuurhistorie nadere bescherming gegeven dient te worden.