direct naar inhoud van 4.11 Water
Plan: GGZ / Diepstroeten 1e fase 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001

4.11 Water

Inleiding

Sinds 1 november 2003 is het verplicht ruimtelijke plannen te toetsen op waterhuishoudkundige aspecten: de zogenaamde watertoets. De watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. Waterhuishoudkundige doelstellingen worden daarbij expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing genomen binnen deze ruimtelijke plannen en besluiten. Het watersysteem wordt hierbij op een integrale wijze benaderd. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater worden dus (in samenhang) in beschouwing genomen. Daarbij gaat het naast de kwantiteit ook om de kwaliteit. De integrale benadering van het watersysteem betekent ook dat het watersysteem wordt benaderd in samenhang met andere beleidsvelden. De watertoets is een instrument om ruimtelijke plannen waterneutraal vorm te geven en om het watersysteem op orde te krijgen.

Onderzoek

De waterhuishouding in het plangebied is ingericht op stedelijk gebied. Afvalwater en hemelwater worden gezamelijk opgevangen en afgevoerd. In figuur 18 is een overzicht van de in het plangebied gelegen watergangen en schouwsloten opgenomen. Daaruit blijkt dat er sprake is van een viertal hoofdwatergangen in het plangebied. Deze watergangen hebben de bestemming water gekregen. Alleen de watergangen die onder de grond door lopen door middel van een buizenstelsel zijn niet specifiek bestemd (in dit geval onder andere de meest oostelijke watergang).

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001_0019.png"

Figuur 18: overzicht hoofdwatergangen (blauw) en schouwsloten (rood) in het plangebied.

Schouwsloten op privé-terrein zijn in het beheer van de betreffende kaveleigenaar. Industrieel en huishoudelijk afvalwater wordt via de riolering afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Er vindt in dit plan geen wijziging in de waterhuishouding plaats. Vigerende bouwmogelijkheden worden grotendeels overgenomen. Nader onderzoek naar waterhuishoudkundige aspecten in verband met dit bestemmingsplan is dan ook niet noodzakelijk.

Drentsche Aa

De genoemde hoofdwatergangen staan in verbinding met de Drentsche Aa. Dit gebied is aangewezen als Natura 2000-gebied. De (water)kwaliteit van het gebied mag niet achteruitgaan. Dit bestemmingsplan zorgt niet voor veranderingen aan de waterhuishouding. Ook worden er geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed zijn op de kwaliteit van het water. Het Natura 2000-gebied zal geen nadelige gevolgen ondervinden van dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0106.03BP2012GGZ-C001_0020.png"

Figuur 19: watersysteemmaatregelen Drentscha Aa.

Compensatieplicht

In artikel 3.2 van de Keur van Waterschap Hunze en Aa’s is opgenomen dat het verboden is om verhard oppervlak aan te brengen, voor zover dat leidt tot een versnelde afvoer van neerslag naar oppervlaktewater. Hiervoor geldt als ondergrens een toename van verhard oppervlak van 150m² binnen de bebouwde kom, uitbreidingsgebieden en glastuinbouwgebieden of 1.500m² voor overige gebieden. Hiermee wordt zowel bebouwing als erfverharding bedoeld: neerslag die hierop valt zal niet meer langzaam via de bodem kunnen worden afgevoerd. Bij een bouwplan met een dergelijke omvang zal het waterschap advies gevraagd (moeten) worden over bijvoorbeeld infiltratie en of tijdelijke waterberging.

Conclusie

In dit bestemmingsplan zijn water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan binnen onder andere de bestemmingen Maatschappelijk, Water, Groen en Verkeer-Verblijfsgebied. Water met een stedenbouwkundige functie en A-watergangen zijn opgenomen binnen de bestemming Water. Beleidsdoelstellingen ten aanzien van de waterkwantiteit en kwaliteit zijn binnen de genoemde bestemmingen mogelijk. In dit bestemmingsplan wordt bij veel bestemmingen, naast de waterbestemming, onder de bestemmings- omschrijving ook water genoemd. Dit bestemmingsplan biedt hierdoor mogelijkheden voor het implementeren en uitvoeren van het waterbeleid.