direct naar inhoud van 3.6 Ecologie
Plan: Ulohof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.00BP20116F-C001

3.6 Ecologie

Inleiding

Bij het onderdeel ecologie wordt uitgegaan van twee onderwerpen, te weten gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Het onderdeel gebiedsbescherming is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Op 1 oktober 2005 is de Natuurbeschermingswet 1998 van kracht geworden. Deze wet bundelt de gebiedsbescherming van nationaal begrensde natuurgebieden. In de Natuurbeschermingswet 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt.

Onder de Natuurbeschermingswet 1998 worden drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, staatsnatuurmonumenten en beschermde natuurmonumenten en Wetlands.

Daarnaast vormt deze wet de basis voor regeling rond de Ecologische Hoofdstructuur.
De Ecologische Hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het natuurbeleid.

De Ecologische Hoofdstructuur is als beleidsdoel opgenomen in de Nota Ruimte.

De soortenbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet. Met ingang van 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt.

Achter de Flora- en faunawet staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de 'lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten'.

De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten (licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd).

Naast vorengenoemde bepalingen is in alle gevallen en bij alle (ook de algemene) soorten sprake van de algemene zorgplicht (artikel 2). Hierin staat beschreven dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor dieren, planten en hun leefomgeving. Dit houdt onder andere in dat, voor zover redelijk, handelingen moeten worden nagelaten of juist moeten worden verricht om negatieve invloeden op soorten te voorkomen, te beperken of tegen te gaan.

Onderzoek

In het verleden zijn voor het plangebied een aantal ecologische onderzoeken verricht.

In 2006 is een ecologisch onderzoek uitgevoerd voor de locatie van garagebedrijf Wander en de directe omgeving en in 2010 voor de locatie aan de Gymnasiumstraat, waar nu nog een woning met bijgebouwen aanwezig is en waar in de toekomst het appartementencomplex met bijbehorende parkeerplaatsen is geprojecteerd (bron: Buro Bakker; Flora- en faunawet voor een nieuwbouwplan aan de Vaart ZZ 31 te Assen; september 2006 en Buro Bakker; Ecologisch onderzoek Aan de Gymnasiumstraat te Assen; november 2010).

Uit de onderzoeken is naar voren gekomen dat er geen beschermde flora aanwezig is in het plangebied. Wat betreft fauna is er in het woonhuis aan de Gymnasiumstraat een verblijfplaats van steenmarter gevonden. De woning wordt gesloopt. Door het nemen van ontmoedigingsmaatregelen is voor de sloop een ontheffingsaanvraag op grond van de Flora- en faunawet niet nodig.

Daarnaast zijn broedvogels op de locatie niet uit te sluiten. Het verwijderen van beplanting dient derhalve buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Overige soorten waarvoor een ontheffing geldt in het kader van de Flora- en faunawet zijn niet aanwezig.