Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Oldeholtpade
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0098.bpoldeholtpade-OW01

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;

    met daaraan ondergeschikt:
  2. voet- en rijwielpaden;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;
  6. waterlopen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen;

    met de daarbij behorende:
  8. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. als gebouw mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd;
  2. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedragen;
  3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.
8.3 Wijzigingsbevoegdheid
8.3.1 Wijziging
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
  1. de bestemming ‘Groen’ ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' wordt gewijzigd in de bestemming ‘Woongebied’, mits:
    1. de wijziging past binnen het woonplan waarover met Gedeputeerde Staten overeenstemming bestaat;
    2. ecologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van ecologische waarden;
    3. archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van archeologische waarden;
    4. de bodemkwaliteit geschikt zal zijn voor woningbouw;
    5. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of een vast te stellen hogere grenswaarde;
    6. het proces van de watertoets is doorlopen.
8.3.2 Voorwaarden
De wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. de stedenbouwkundige situatie, ondermeer gevormd door het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de verkeersveiligheid;
  3. de sociale veiligheid;
  4. de milieusituatie;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.