direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Hooltpad Zuid Oosterstreek
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.BPHooltpadZuid-VA01

3.2 Provinciaal beleid

Streekplan / Structuurvisie

Het Streekplan Fryslân 2007 (onder de Wro gelijkgesteld met een structuurvisie) is in december 2006 door Gedeputeerde Staten van Fryslân vastgesteld. Het bevat het provinciaal beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie in de periode tot 2016.

Uitgangspunt in het streekplan is het begrip 'ruimtelijke kwaliteit'. Hiermee bedoelt de provincie, dat in ruimtelijke plannen, ontwerpen en de uitvoering uitdrukkelijk de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde worden toegevoegd aan het plangebied en haar omgeving. Hierdoor wordt op de langere termijn een doelmatig gebruik van en een herkenbare ruimte gewaarborgd. De ruimtelijke inrichting draagt hiermee ook bij aan een duurzame ontwikkeling.

De provincie maakt in haar ruimtelijke beleid geen onderscheid tussen gebieden in of buiten de Nationale Landschappen Dit betekent dat in de Nationale Landschappen ruimte is voor onder andere recreatieve ontwikkelingen zoals de recreatiebedrijven It Soal die voor ogen hebben. Ontwikkelingen in de Nationale Landschappen zal de provincie toetsen aan het algemene Streekplanbeleid. Daarbij geldt tevens als uitgangspunt dat de kernkwaliteiten per landschapstype richtinggevend zijn voor verdere ontwikkelingen.

De provincie zet voor grootschalige woningbouw in op de bundelingsgebieden. Voor het platteland heeft de provincie het gehele grondgebied verdeeld in verschillende regio's en daarvoor beleid vastgesteld. De provincie vindt dat goed en betaalbaar wonen voor iedereen een belangrijke voorwaarde is voor een leefbare ruimtelijke inrichting. Regio's en gemeenten krijgen - passend binnen de gegeven kaders voor bundelingsbeleid en woningbouwregio's en naast hetgeen mogelijk is in het kader van Fryslân als woonprovincie, de ruimte om woningen te bouwen voor de woningvraag die voortkomt uit het gebied zelf. Die woningvraag wordt bepaald door de huishoudenontwikkeling van de aanwezige bevolking, rekening houdend met vestiging en vertrek, waarbij per saldo een vertrekoverschot vanuit de stedelijke bundelingsgebieden naar de gebieden daarbuiten niet gewenst is. Dit plan is voortgekomen vanuit het gebied zelf.

De provincie zal het proces om kleine kernen te betrekken en te faciliteren bij de ontwikkeling van plannen voor woningbouw aansluitend op de lokale vraag, verder stimuleren. Het gaat daarbij onder meer om het maken van dorpsvisies en de sturing van het woningaanbod in kleine kernen, binnen de kaders van het provinciaal en gemeentelijk beleid. De provincie vindt dat binnen, maar zeker ook buiten de stedelijke bundelingsgebieden voldoende aandacht moet zijn voor de realisering van voldoende betaalbare en levensloopbestendige woningen in het lagere segment en het middensegment. Dit zowel in de huur- als in de koopsector. Daarbij is een doel om rekening te houden met herstructurering van de bestaande woningvoorraad en woonomgeving. Speciale aandacht daarbij is er voor de huisvesting van specifieke doelgroepen zoals starters, senioren, mensen die zorg nodig hebben en statushouders. Gemeentelijke plannen zijn voldoende flexibel om bij gewijzigde inzichten en behoeftes tot aanpassingen in de uitvoering te komen. Dit plan voorziet gedeeltelijk in dergelijke betaalbare en levensloopbestendige woningen die de Woningstichting Weststellingwerf zal ontwikkelen. Belangrijk uitgangspunt van dit plan is om betaalbare woningen te realiseren voor de bewoners die binding hebben met Oosterstreek en omgeving. Dat is passend binnen de kaders van het provinciale beleid.

Provinciale Verordening Romte Fryslân

In de Wro wordt een onderscheid gemaakt tussen strategische visie en juridisch bindend beleid. Voor de formulering van het provinciale ruimtelijke beleid is de provinciale structuurvisie in de plaats gekomen van het streekplan. Op basis van het overgangsrecht van de Wro heeft het geldende Streekplan Fryslân 2007 de status van provinciale structuurvisie. Bij de totstandkoming van het Streekplan is hiermee rekening gehouden. De juridisch bindende elementen ter uitvoering van dat beleid worden neergelegd in bestemmingsplannen en in andere instrumenten van provincies en rijk (algemene regels in verordeningen / AMvB's). De provincie stelt hiertoe de Provinciale Verordening Romte Fryslân op. Gemeentelijke plannen moeten aan deze verordening voldoen. De verordening zelf voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het gaat om beleid zoals opgenomen in:

  • het Streekplan Fryslân 2007;
  • het Streekplan Windstreek 2000;
  • de Partiële herziening van het Streekplan ten behoeve van Glastuinbouw
  • Noordwest Fryslân;
  • het Derde provinciale Waterhuishoudingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0098.BPHooltpadZuid-VA01_0006.png"

Figuur 5: Bestaand bebouwd gebied (rode gebied) en de globale ligging van de planlocatie (groene gebied).

In de verordening heeft de provincie het bestaand stedelijk gebied begrensd voor alle kernen in Fryslan. In figuur 5 is het bestaand stedelijk gebied van Oosterstreek weergegeven met daarin globaal de ligging van het plangebied. Hieruit blijkt dat het plangebied niet in het bestaande stedelijk gebied ligt. In artikel 2.2.1 van de verordening geeft de provincie de mogelijkheid om ook in aansluiting van het bestaand stedelijk gebied woningbouw mogelijk te maken (zie onderstaand kader).

artikel 2.2.1
In een ruimtelijk plan kan een uitbreidingslocatie voor woningen in aansluiting op het bestaand stedelijk gebied van een kern worden opgenomen, indien in de plantoelichting:
a. is gemotiveerd dat de behoefte aan nieuwe woningen waarin wordt voorzien voldoet aan het bepaalde in de artikelen 4.1.1 en 4.1.2;
b. is afgewogen in hoeverre binnen het bestaand stedelijk gebied van de kern door middel van herstructurering, transformatie of intensivering de behoefte aan nieuwe woningen kan worden opgevangen.  

In de verordening wordt in hoofdstuk 4 specifiek ingegaan op de mogelijkheid van nieuwe woningen in de provincie. In artikel 4.1.1 is aangegeven dat nieuwe woningbouw mogelijk is indien de aantallen en de kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft. Dat is hier het geval (zie ook par. 3.3.2).

Tevens heeft de provincie ingestemd met de wijzigingsbevoegdheid uit het vigerende bestemmingsplan waaruit geconcludeerd wordt dat dit wijzigingsplan in overeenstemming is met de doelen van de omgevingsverordening van de provincie.

Conclusie Provinciaal beleid

De gewenste ontwikkelingen zijn in overeenstemming met de geformuleerde doelstellingen van de provincie Fryslân zoals beschreven in de verschillende beleidsdocumenten.