direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetbestemmingsplan Geitenhouderijen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.BPFacetgeiten-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan:

het Facetbestemmingsplan Geitenhouderijen met identificatienummer NL.IMRO.0098.BPFacetgeiten-VA01 van de gemeente Weststellingwerf;

1.2 het bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.3 geitenhouderij:

het houden van meer dan 50 geiten.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen en de daarin aangehaalde artikelen, zoals opgenomen in bijlage 1.

  • a. Dit bestemmingsplan omvat een aanpassing van de regels van de bestemmingsplannen als opgenomen in Bijlage 1 (Lijst van toepassing zijnde bestemmingsplannen) in de gemeente Weststellingwerf. De regels van de in Bijlage 1 (Lijst van toepassing zijnde bestemmingsplannen) genoemde bestemmingsplannen blijven gelden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels de regels van dit facetbestemmingsplan voorgaan.
  • b. Deze facetregeling ziet uitsluitend toe op de gezondheidsrisico's voor mensen en heeft niet tot doel de bestemmingen uit onderliggende bestemmingsplannen te verruimen of verder in te perken.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregeling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

4.1 Verbod
  • a. in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsplannen die zijn genoemd in Bijlage 1 bij deze regels, is het gebruik van gronden en bouwwerken voor nieuwe geitenhouderijen en het bouwen ten behoeve hiervan niet toegestaan. Hieronder wordt begrepen:
    • 1. nieuwvestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een agrarischbedrijf;
    • 2. het uitbreiden van een geitenhouderij, door het aantal met één of meer geiten dat wordt gehouden te vergroten.
  • b. het verbod zoals in lid a. bepaald geldt vanaf de terinzagelegging van het ontwerp van dit facetbestemmingsplan;
  • c. het verbod zoals in lid a. bepaald is niet van toepassing op het perceel Hoofdweg 229a in Oldeholtpade en het perceel Vinkegavaartweg 10 in De Hoeve, voor zover het betreft de voor deze percelen kadastraal bekend als Gemeente Wolvega (nummer L 1246, gedeeltelijk) en Gemeente Blesdijke (nummer D 1464, gedeeltelijk),  ingediende aanvragen voor een omgevingsvergunning voor uitbreiding (Hoofdweg 229a: OV-2021-1159, aanvraag ingediend op 05-03-2021) respectievelijk nieuwvestiging (Vinkegavaartweg 10: OV-2021-2109, aanvraag ingediend op 22-04-2021) van een geitenhouderij, tenzij deze aanvragen niet hebben geleid tot een onherroepelijke omgevingsvergunning.
4.2 Afwijken van de algemene gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 4.1, sub a, indien uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat gezondheidsrisico's van personen die verblijven in nabij gelegen functies, zijn uit te sluiten;
  • b. Het bevoegd gezag betrekt bij het al dan niet verlenen van de omgevingsvergunning in ieder geval:
    • 1. de afstand van de geitenhouderij tot bestaande of geprojecteerde woonfuncties of andere gevoelige verblijfsfuncties;
    • 2. een advies van de GGD of andere onafhankelijke deskundige, zo lang er geen algemene nieuwe inzichten zijn.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwen
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
  • c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

De regels worden aangehaald als:

Regels van het Facetbestemmingsplan Geitenhouderijen .