direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie - 1
Plan: Zomerhuizenterrein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.137101-VA01

Artikel 5 Recreatie - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen;

met de daarbijbehorende:

  • c. terreinen;
  • d. andere bouwwerken.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend recreatiewoningen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend bovengronds worden gebouwd;
  • c. het aantal hoofdgebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen', in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt;
  • d. de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen zal ten minste 10,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand geldt;
  • e. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Goothoogte in m   Bouwhoogte in m   Oppervlakte in m²  
min.   max.   max.   min.   max.  
1,00   3,50   8,50   45   85  

  • f. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30° bedragen, tenzij de bestaande dakhelling minder bedraagt, in welk geval de dakhelling van een hoofdgebouw ten minste de bestaande dakhelling zal bedragen;
  • g. de dakhelling van het hoofdgebouw zal ten hoogste 60 ° bedragen;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van de dakoverstekken bij een recreatiewoning zal ten hoogste 21 m² bedragen.
5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend aangebouwde bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
  • b. per hoofdgebouw mag ten hoogste één aangebouwd bijbehorend bouwwerk worden gebouwd;
  • c. de oppervlakte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk zal ten hoogste 10 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de dakhelling van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen.
5.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de landschappelijke waarden;
  • d. de natuurlijke waarden;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de landschappelijke waarden, natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1 onder b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk ondergronds wordt gebouwd;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.1 onder e in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw gedeeltelijk wordt verhoogd tot ten hoogste 5,50 m.
5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;
  • b. het splitsen van recreatiewoning in twee of meer recreatiewoningen.