direct naar inhoud van Artikel 22 Water - Waterkering
Plan: Vlieland kom
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.087103-VG01

Artikel 22 Water - Waterkering

 

22. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water - Waterkering’ aan gewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    werken ten behoeve van de waterkering en -geleiding;

b.    het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waar den van de dijken;

c.    het agrarisch en recreatief medegebruik;

met de daarbijbehorende:

d.    gebouwen ten behoeve van dijkhuisjes, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van waterstaat - dijkhuisje”;

e.    paden;

f.     cultuurgrond;

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22. 2.    Bouwregels

22. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gel den de volgende regels:

a.    als gebouw zullen uitsluitend dijkhuisjes worden gebouwd;

b.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

c.    de dakhelling van een gebouw zal ten minste 15º bedragen;

d.    de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60º bedragen.

22. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebou wen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.

22. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de ruimtelijke structuur en het samenhangend bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeerssituatie;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

22. 4.     Afwijking van de bouwregels

22. 4. 1. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

a.    het bepaalde in lid 22.2.1. onder c in die zin dat een gebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;

 

b.    het bepaalde in lid 21.2.1. onder d in die zin dat de dakhelling van een gebouw of een overkapping wordt verhoogd tot ten hoogste 80º.

22. 4. 2. De in lid 21.4.1. genoemde afwijking kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    de ruimtelijke structuur en het samenhangend bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeerssituatie;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.