direct naar inhoud van Regels
Plan: Beheersverordening Cranberryschuur Badweg West 1, West-Terschelling
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.BV2016BadwegWest1-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 de verordening:

de Beheersverordening Cranberryschuur Badweg West 1, West-Terschelling, bestaande uit illustraties met bijbehorende regels en bijlagen, van de gemeente Terschelling;

1.2 het verordeningsgebied:

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0093.BV2016BadwegWest1-VG01 van de gemeente Terschelling, met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aanduiding:

een in de verordening aangegeven vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.6 bestaand:

het gebruik en/of de vergunde bebouwing aanwezig op het tijdstip van het van kracht worden van de beheersverordening;

1.7 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.8 bestemmingsvlak:

een in de verordening aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;

1.9 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.10 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.11 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.12 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.13 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.14 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.15 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.16 infrastructurele voorzieningen:

Voorzieningen zoals wegen, paden, parkeerplaatsen en bijbehorende kunstwerken en bebording;

1.17 kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een camper of een caravan dan wel enig ander voertuig of onderkomen, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.18 nevengeschikte horeca:

horeca die als gelijkwaardige functie naast de hoofdfunctie is toegestaan, met dien verstande dat geen sprake mag zijn van zelfstandige horeca en met inachtneming van het bepaalde in lid 3.1;

1.19 nutsvoorzieningen:

voorzieningen (zoals gas, water, elektriciteit, riolering, internet en telefoon) die door nutsbedrijven of overheden geleverd worden;

1.20 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand, al dan niet permanent;

1.21 peil:

de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels/voorschriften wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bouwonderdelen zoals goten, dakoverstekken en in dakoverstekken geïntegreerde goten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen met een minimale oversteek van 75 cm worden in de oppervlakte meeberekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Cultuur en ontspanning - Museum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Museum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een gebouw voor de verwerking van cranberry's, alsmede educatieve en museale voorzieningen en de bestaande nevengeschikte horeca in de vorm van de verstrekking van koffie en gebak en naar de aard daarmee gelijk te stellen versnaperingen;
  • b. het bestaande terras met een oppervlakte van maximaal 149 m²;
  • c. infrastructurele voorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • e. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van een gebouw geleden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een gebouw zal maximaal de bestaande oppervlakte bedragen;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal maximaal de bestaande goothoogte bedragen;
  • c. de dakhelling van een gebouw zal maximaal de bestaande dakhelling bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw zal maximaal de bestaande bouwhoogte bedragen.

3.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. er mogen geen overkappingen worden gebouwd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene bouwregels

De bouwgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, uitsluitend worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingsbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
  • b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Algemene gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, stacaravans en andere onderkomens;
  • b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen;
  • d. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar-, of vliegtuigen.

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 Vrijwaringszone - duin

7.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – duin” zijn, naast de andere op de verbeelding voor die gronden aangewezen bestemming (basisbestemming), tevens bestemd voor de bescherming van de primaire waterkering.

7.1.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • uitsluitend herbouw of verbouw van een bestaand bouwwerk is toegestaan, waarbij het grondoppervlak eenmalig met ten hoogste tien procent mag worden uitgebreid, mits dit past binnen de regels van de op die gronden geldende andere bestemming, met dien verstande dat onder bestaand ook bouwwerken worden verstaan die bij recht in het bestemmingsplan Natuurgebieden, vastgesteld 22 december 1980 en goedgekeurd 29 juli 1982 waren toegestaan.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlaktematen, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits:

  • de afwijking om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk en aantoonbaar is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van het van kracht worden van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  • c. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van het van kracht worden van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

9.2 Overgangsrecht gebruik

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het van kracht worden van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

“Regels van de Beheersverordening Cranberryschuur Badweg West 1, West-Terschelling”.

Behorend bij het besluit van 26 april 2016.