direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: West-Terschelling - Dennenweg (Brede School)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.BPWET12DENNENWG-VG01

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd

voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
  • b. een sportzaal, ter plaatse van de aanduiding “sportzaal”;
  • c. aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen;

alsmede in beperkte mate voor:

  • d. straten en paden;
  • e. nuts- en communicatievoorzieningen;
  • f. waterlopen en -partijen;

met daarbij behorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 3.1 onder a en b genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde maatschappelijke voorziening en één sportzaal, ter plaatse van de aanduiding “sportzaal”, worden gebouwd;
  • b. de gebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. er zullen geen kelders worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste de in het maatvoeringsvlak aangegeven maximale bouwhoogte (m) bedragen;
  • e. de dakhelling van de gebouwen en overkappingen zal niet minder respectievelijk meer bedragen dan de in het maatvoeringsvlak aangegeven minimale - maximale dakhelling (graden).
3.2.2 Vrijstaande bijgebouwen

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen zal ten hoogste 40 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte van de bijgebouwen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de dakhelling van de bijgebouwen zal ten hoogste 60° bedragen;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3 Regels inzake afwijking van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.1 onder d in die zin dat een kelder wordt gebouwd, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in lid 3.2.3 onder b in die zin dat de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.