|
Activiteit
|
Specifieke criteria bij toepassing van de afwijking in artikel 3, lid 3.5, sub a
|
| (Bedrijfseigen) mest-, organische (bij)productvergisting en/of bedrijfseigen compostering
|
De mest en/of organische (bij)producten in hoofdzaak van het eigen bedrijf, mogen op het bouwperceel worden verwerkt en vergist. De oppervlakte van een bouwwerk ten behoeve van de (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productvergisting mag maximaal 2500 m² bedragen. Het compostmateriaal mag uitsluitend van het eigen bedrijf komen en de compostering dient op het agrarisch bouwperceel plaats te vinden.
|
| Agrarische dienstverlenende bedrijvigheid, paardenhouderijen, andere agrarische aanverwante bedrijvigheid en zorgboerderijen
|
Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf. Er mag maximaal 20% van het bouwperceel worden gebruikt ten behoeve van de ondergeschikte tak of deeltijdfunctie.
|
| Hoveniersactiviteiten
|
Het mag hier uitsluitend gaan om activiteiten die zien op de aanleg van tuinen, het kweken van planten en het hebben van bijbehorend materieel. Er mag geen detailhandel van planten en overige gewassen plaatsvinden. Vestiging moet binnen de gebouwen op het bouwperceel plaatshebben.
|
| Museale activiteiten, galerieën, excursieruimtes en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee vergelijkbare voorzieningen, met de daarbij behorende horeca in de vorm van het verstrekken van non-alcoholische dranken met koek en gebak
|
Ten behoeve van de museale activiteiten, galerieën en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee vergelijkbare voorzieningen, mag maximaal 20% van de gebouwen worden ingericht. Bijbehorende horecavoorzieningen zijn zeer ondergeschikt en mogen uitsluitend ten dienste staan van de bezoekers van de toegelaten activiteit.
|
| Recreatieappartementen
|
De exploitatie van de recreatieappartementen mag alleen plaatsvinden in de vorm van een ondergeschikte functie bij een volwaardig agrarisch bedrijf. De ruimtes voor recreatieappartementen moeten in het boerderijpand en/of de bedrijfswoning worden ondergebracht. De oppervlakte die wordt gebruikt voor permanente bewoning mag niet minder bedragen dan 75 m².
|
| Boerengolf
|
De voorzieningen ten behoeve van de ontvangst van golfers en de parkeervoorzieningen dienen op het bouwperceel plaats te vinden. Op de bijbehorende landerijen mag uitsluitend de golfbaan worden uitgezet. De toelaatbaarheid van het boerengolf moet nadrukkelijk getoetst worden aan de natuurlijke waarden. Vanuit de natuurlijke waarden van de polder kunnen beperkingen aan het boerengolf worden gesteld in verband met de periode en de plaats van het boerengolf.
|