direct naar inhoud van Regels
Plan: West-Terschelling - Kaap Seinpaalduin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.BP2018KaapSPDuin-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan West-Terschelling - Kaap Seinpaalduin met identificatienummer NL.IMRO.0093.BP2018KaapSPDuin-VG01 van de gemeente Terschelling;

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.6 bestaand:
  • a. ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;
  • b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
1.7 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.8 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.9 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.10 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.11 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.12 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.13 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.14 kaap:

een dagmerk-baken voor de scheepvaart, welke in dit specifieke geval bestaat uit een houten constructie volgens het historische beeld van Terschelling;

1.15 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand, al dan niet permanent;

1.16 peil:
  • a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld;

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de diameter van een bouwwerk:

de grootste lengte van een denkbeeldige rechte lijn door het middelpunt van het bouwwerk, gemeten van de buitenzijde van het bouwwerk.

2.3 ondergeschikte bouwdelen

bij het meten van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen en/of uitstekende delen tot een overschrijding van ten hoogste 0,75 m buiten beschouwing gelaten.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. beheer, behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals bedoeld in bijlage 1 en bijlage 2 behorende bij deze regels;
  • b. zeewering;
  • c. waterhuishouding, waaronder waterberging;
  • d. waterwinning;
  • e. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • f. bestaande infrastructurele voorzieningen;
  • g. openbare nutsvoorzieningen;
  • h. cranberryteelt;

met daarbij behorende:

  • i. terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een kaap ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kaap'.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kaap' mag één kaap worden gebouwd, waarbij:
    • 1. de diameter van de kaap ten hoogste 15,00 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de kaap ten hoogste 16,00 m bedraagt.
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de zeewering, het reddingswezen, de geleiding, beveiliging of regeling van het verkeer en de telecommunicatie, mag ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • d. het bouwen van overkappingen is niet toegestaan;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest, hooi, kuil en andere landbouwproducten;
  • b. het aanleggen van nieuwe wegen en paden;
  • c. het ploegen, egaliseren en frezen van gronden;
  • d. het nalaten van beheer en onderhoud aan landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle elementen.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het afgraven, vergraven en ophogen van gronden;
  • b. de opslag van organisch materiaal dat vrijkomt bij het maaien, plaggen of chopperen van gronden;
  • c. het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen;
  • d. het planten en/of verwijderen van bomen;
  • e. het graven en verbreden van watergangen en andere waterpartijen;
  • f. het de dempen van watergangen en andere waterpartijen;
  • g. het verleggen van bestaande infrastructurele voorzieningen;
  • h. het omzetten van duinland naar grond voor cranberryteelt.

3.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, die het normale beheer en onderhoud betreffen. Onder normaal beheer en onderhoud wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het onderhoud en beheer van bestaande strandovergangen;
  • b. het onderhoud en beheer van de zeewering, waaronder stuifdijken;
  • c. het maaien, plaggen of chopperen van gronden in het kader van natuurbeheer;
  • d. de tijdelijke opslag van maaisel, plagsel en dergelijke ten behoeve van het natuur- en recreatiebeheer;
  • e. het planten en/of verwijderen van bomen in het kader van bosbeheer;
  • f. het onderhoud en beheer van (elzen)singels en (elzen)hakhout;
  • g. het onderhoud en beheer van watergangen en andere waterpartijen;
  • h. het onderhoud en beheer van bestaande infrastructurele voorzieningen;
  • i. de vervanging, het herstel en het onderhoud van bestaande oppervlakteverharding;
  • j. de vervanging, het herstel en onderhoud van bestaande openbare nutsvoorzieningen;
  • k. het herstel, onderhoud en beheer van landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle elementen.

3.4.3 Voorwaarden

De omgevingsvergunning bedoeld onder 3.4.1 onder a kan slechts worden verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals bedoeld in bijlage 1 en bijlage 2 behorende bij deze regels.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen en andere onderkomens;
  • b. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • e. het storten van puin en afvalstoffen;
  • f. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor culturele voorstellingen en/of evenementen.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 vrijwaringszone - duin
6.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - duin' zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), tevens bestemd voor de bescherming van de primaire waterkering.

6.1.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het is toegestaan bestaande bouwwerken te herbouwen of verbouwen, mits wordt voldaan aan de ter plaatse geldende bestemmingsregels en er voor niet meer dan 10% wordt afgeweken van de bestaande maten;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in sub a. is het bouwen van nieuwe bouwwerken en het uitbreiden van bestaande bouwwerken met meer dan 10%, toegestaan, mits:
    • 1. voldaan wordt aan de regels van de ter plaatse geldende bestemming;
    • 2. in de plantoelichting is gemotiveerd dat hierdoor geen belemmering kan ontstaan voor de instandhouding of versterking van het zandige deel van het kustfundament;
    • 3. hierover advies is gevraagd aan de waterkeringbeheerder; en
    • 4. de overige bepalingen van de verordening Romte ten aanzien van het oprichten van bebouwing in acht worden genomen.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlaktematen, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits:
    • 1. de afwijking om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk en aantoonbaar is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 8.1 sub a een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 sub a met maximaal 10%.
  • c. Lid 8.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid 8.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'West-Terschelling - Kaap Seinpaalduin '

van de gemeente Terschelling .

Behorend bij het besluit van 17 december 2019.